Een nuchtere beschouwing van de feiten levert vaak verrassende inzichten op. Dat bleek bijvoorbeeld weer tijdens het onderzoek voor de Computable 100.
Wat een eenvoudige opgave leek – de omzet- en winstcijfers van de honderd grootste ict -bedrijven op de Nederlandse markt achterhalen – bleek een traject met vele hindernissen en valkuilen.
De opvallendste hindernis tijdens het onderzoek is de krampachtige manier waarop veel ondernemingen hun resultaten op de Nederlandse markt geheim willen houden. Ondernemingen die geen persbericht de deur uit laten gaan zonder hun positie op de markt te benadrukken met de mooiste superlatieven, schrikken er vaak voor terug dit cijfermatig te onderbouwen.
Goede redenen zijn hier niet voor te bedenken. Geheimhouding van lokale resultaten om concurrenten niet in de kaart te spelen heeft weinig zin, omdat vaak geen externe partij beter op de hoogte is van het reilen en zeilen van een onderneming dan de directe concurrent. Het obligate beroep op de beursgenoteerde status is geen steekhoudend argument, omdat geen enkele wet een beursgenoteerd bedrijf verbiedt om lokale resultaten bekend te maken.
De Computable 100 is daarom deels samengesteld uit op uniforme manier gemaakte berekeningen naar rato van wereldwijde cijfers, waar ieder bedrijf op heeft kunnen reageren. Voor het resultaat hoeft niemand zich te schamen, wat de krampachtige geheimhouding des te onbegrijpelijker maakt. De honderd krachtigste ict-bedrijven in Nederland dragen 9 procent bij aan het bruto nationaal product, met niet meer dan 2,4 procent van de werkzame beroepsbevolking. Ondanks de zware turbulentie waar een groot deel van de markt mee te maken heeft bewijst dit dat de ict een belangrijke pijler is onder de Nederlandse economie.
Marco van der Hoeven