Een bedrijf dat zijn personeel groeimogelijkheden en interessant, afwisselend werk biedt, blijkt in trek bij potentiële medewerkers. Dit beeld komt naar voren uit reacties van hr-managers op de Computable 100, de lijst van de honderd krachtigste ICT-ondernemingen in Nederland.
Onderzoek: The Choice |
Bert Ferwerda, directeur human resources bij IBM Nederland, is er heel duidelijk over: "We willen een attractief bedrijf zijn voor de beste mensen in de markt. Dan kun je namelijk ook de beste diensten verlenen aan de klanten."
Hij is dan ook bijzonder ingenomen met de uitkomst van het Computable-onderzoek, waarbij Big Blue als beste onderneming om voor te werken uit de bus is gekomen. "Ik wil toch wel in de top 3 zitten bij dergelijke onderzoeken." Bij het recente onderzoek naar goed werkgeverschap van Intermediair, zusterblad van Computable, staat IBM op de vierde plaats, na Macaw, SAS en Getronics.
Ferwerda benadrukt dat ook een fabrikant van producten goed personeel nodig heeft, maar dat het bij een dienstverlener nog nauwer luistert. (IBM levert zowel hardware en software als diensten.) "Je moet dan wel investeren in je mensen. Wat ‘onderzoek en ontwikkeling’ is voor de fabrikant is ‘educatie en ontwikkeling’ voor de dienstverlener", stelt hij.
Gemengd gezelschap
De Computable 100 wordt aangevoerd door een gemengd gezelschap. Niet alleen dienstverleners zitten boven in de boom, ook fabrikanten bevolken de top 10. Nummer twee op de ranglijst is Philips, gevolgd door Microsoft en Oracle – drie ondernemingen die het vooral van hun producten moeten hebben en zich nauwelijks als dienstverlener opstellen. De rest van de top 10 is in handen van de dienstverleners, met op de vijfde plaats Cap Gemini Ernst & Young, gevolgd door Atos Origin, Hewlett-Packard (vooral producten, maar ook dienstverlening), CMG, Pinkroccade en Ordina.
De respondenten verbinden goed werkgeverschap aan het producten- en dienstenpakket dat de onderneming voert. De achterliggende gedachte is dat je met een mooi pakket goed voor de dag kan komen met de producten en diensten die je voor de werkgever verkoopt of uitvoert. Alleen Oracle is uitverkoren vanwege zijn ‘autoriteit op het vakgebied’.
Frank Abbenhuijs, director hr central and southern Europe bij Microsoft, gaat af op de meningen van sollicitanten om de aantrekkelijkheid van de softwarefabrikant te staven. "Het gaat de sollicitanten om de geest die ze hier aantreffen; om de mensen. Bij een procedure laten we sollicitanten uitvoerig kennis maken met hun mogelijke collega’s. Voorts vinden zij de balans tussen veel verantwoordelijkheden en tegelijkertijd veel vrijheid om hun werk in te vullen aantrekkelijk. Verder zijn er veel doorgroeimogelijkheden; onze mensen kunnen tal van trainingen volgen."
Hoewel er niet veel internationale uitzendingen zijn, heeft werken bij Microsoft toch een internationaal karakter. "Ook dat vinden velen aantrekkelijk. Landsgrenzen vervagen; niet alleen doordat binnen projectgroepen tal van nationaliteiten zitten, maar ook omdat functies zelf internationaler worden." Tot slot noemt Abbenhuijs de ‘aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden’; "we maken al zesentwintig jaar op rij winst – dat telt, zeker nu, ook mee".
Niets leek te gek
In de hoogtijdagen van de dotcom-sector, pas enkele jaren geleden, hadden werkgevers het nog moeilijker om aan voldoende gekwalificeerd personeel te komen. Het regende emolumenten, de auto van de zaak kwam bij wijze van spreken alleen ter sprake in de onderhandelingen als er gekozen moest worden tussen een zilveren of gouden ventieldopje – niets leek te gek.
Oracle Nederland hield zich daar toen al ver van. Bij het aannamebeleid ging de databasebouwer ervan uit dat mensen prettig werken als zij zich senang voelen bij collega’s, werksfeer en werkinhoud. Sollicitanten kregen alle gelegenheid met toekomstige collega’s te praten en een dagje mee te draaien, om tot een gefundeerde mening te komen. Van beide en kanten overigens; de zittende werknemers konden ook aangeven of ‘de chemie’ goed was.
Bij nummer twee op de lijst, Philips, telt het internationale karakter mee. De ‘fabriek in het zuiden des lands’ laat een werkneemster aan het woord als reactie op de voor hem gunstige uitkomst van het Computable-onderzoek. Susan Waucomont is projectleider bij Philips TASS, het interne softwarehuis van de onderneming. TASS heeft 220 medewerkers, die op allerlei plekken bij Philips en bij externe klanten zitten.
Waucomont heeft informatica gestudeerd aan de Technische Universiteit Eindhoven en daarna de Ontwerpers Opleiding Technische Informatica gevolgd. Zij is thans gedetacheerd bij Philips Semiconductors, waar zij in een klein team werkt aan de gebruikersinterface voor televisies.
"Het leuke is dat je werkt met verschillende disciplines op verschillende locaties: softwareontwikkeling zit in Bangelore, Southampton, Brugge en Eindhoven. Hardwareontwikkeling zit onder andere in Nijmegen, Southampton en Berlijn, marketing in Nijmegen, en in Brugge zit ook nog een stukje fabricage. Wat betreft opleidingen is veel mogelijk. Vorig jaar wilde ik verder kijken dan mijn gewone activiteiten en heb ik meegedaan aan een ‘customer orientation course’, een verkooptraining."
Groeimogelijkheden
Ferwerda verklaart de populariteit van IBM uit de groeimogelijkheden die de onderneming biedt. Hij neemt zichzelf als voorbeeld. Achttien jaar geleden kwam hij in dienst op de verkoopafdeling. Vervolgens ging hij naar het onderdeel resources (planning), waar hij het schopte tot business unit manager. De overstap naar human rescources (personeelsafdeling) maakte hij 3,5 geleden. Sinds 1,5 jaar zwaait hij er de scepter.
"De motivatie van een medewerker hangt af van de mate waarin een manager tegemoet komt aan zijn wensen", weet hij. Aan het begin van elk jaar stelt een medewerker, samen met zijn manager, zijn persoonlijke doelen vast, voor de korte en de lange termijn. Dat omvat niet alleen het werk dat verzet moet worden, maar ook de cursussen die iemand wil volgen en de afdeling of het and waar hij uiteindelijk wil komen te werken. Een (dure) mba-cursus – dat mag, mits de medewerker er zelf ook tijd en energie in wil stoppen. IBM geeft de medewerkers de mogelijkheid van tijd tot tijd iets anders te gaan doen. Het moedigt dit zelfs aan; elke twee, drie jaar een inhoudelijk andere baan.
De onderkant
Op de honderdste plaats staat Chryos (Grieks voor ‘goud’) Finance Technology. Dit van oorsprong Nederlandse bedrijf verkoopt producten voor het inrichten van koersdistributie netwerken in dealing rooms. Een Indiase partner, i-Flex, maakt de software. Nederland is een verkoopkantoor waar tien mensen werken. Office manager Annemarie de Lange reageert verbaasd op de uitkomst van het onderzoek. "Dat moet fout zijn." Met i-Flex gaat het goed: 51 procent meer winst in het eerste kwartaal van dit jaar vergeleken met vorig jaar. Ook Chryos heeft niet te klagen; de producten vinden gretig aftrek. Het blijft duister waarom het bedrijf onderaan is geëindigd.
De op een na laagste op de lijst is een distributeur: Ingram Micro. Bij deze onderneming was er niemand te vinden die zijn licht wilde laten schijnen op de uitkomst. Op nummer 97 vinden we AND, dat, zo lijkt het, vrijwel voortdurend in surséance van betaling verkeert; niet echt een stimulans om bekend te staan als uitstekende werkgever.
Onder de andere laagscorers bevinden zich veel bedrijven die producten maken voor telecommunicatienetwerken of zelf telco zijn. De afgelopen maanden regent het in die sector ontslagen. Daarmee maak je jezelf als werkgever niet geliefd. Opvallend is dat Cisco en KPN desondanks nog goed scoren.
CMG scoort met een achtste plaats nog erg goed. Het onderzoek is echter uitgevoerd vóór deze dienstverlener van een deel van zijn personeel afwilde door het als uitzendkrachten te bestempelen. Waarschijnlijk scoort CMG lager als het onderzoek nu zou worden gedaan.
Fantastisch
In de onderste regionen treffen we Chipsoft aan. Bij dit Nederlandse softwarehuis werken ongeveer zeventig mensen. Het bedrijf ontwikkelt toepassingen voor zorginstellingen. Bijvoorbeeld een elektronische medisch dossier dat ziekenhuizen in de praktijk echt gebruiken, terwijl de brancheorganisaties en de overheid zich nog buigen over het ideale elektronische patiëntendossier.
Chipsoft staat op nummer 98 in de lijst van beste ICT-werkgevers. "Dat vind ik fantastisch", reageert Gerrit Mulder, algemeen directeur van de onderneming. "Wij leveren heel verticale toepassingen. Ik denk dat slechts weinig Computable-lezers met ons te maken hebben gehad. Dat we desondanks toch in de top 100 staan, doet me deugd. Dan is onze naam toch ergens blijven hangen!"
Dat Chipsoft op de negentigste plaats staat in de lijst van innovatieve ondernemingen streelt hem zelfs nog meer. "We zijn een zeer innovatief bedrijf, maar dat mensen die niet in onze niche zitten dit erkennen, verheugt mij."
Trots
Hij zit in zijn 32-ste dienstjaar bij IBM-Nederland en gaat nog steeds met veel plezier naar zijn werk. De 56-jarige H.A.P. Just de la Paisières (wiens voorletters van begin af aan zijn verbasterd tot ‘Happy’, zodat hij onder die voornaam door het leven gaat) is afgestudeerd aan de Grafische School in Amsterdam, waar hij de kaderopleiding deed. Na zijn opleiding werkte hij drie jaar bij drukkerij Senefelder. Toen haalde een oud-studiegenoot hem over bij IBM te komen werken. Destijds gold Big Blue als een werkgever die min of meer een baan tot aan je pensioengerechtigde leeftijd garandeerde, een zelfde reputatie als aan ‘de overheid’ kleefde.
De jonge graficus begon als clark-specialist. "Kantoorpikkie eerste klas", grapt hij. Hij hield zich bezig met de prijsstelling en budgettering van het opleidingscentrum. Na drie jaar bleek er binnen de organisatie behoefte te zijn aan een docent op het vlak van automatisering. "Ik wist niks van les geven, noch van systeembeheer, maar heb toch gesolliciteerd. Ik kreeg de kans me op die gebieden te bekwamen. Weer drie jaar later werkte ik als instructeur ‘kleine systemen’ (AS/400) – klein in verhouding tot de mainframes."
Er volgt een exposé van functies in onder meer eerstelijns, tweedelijns en zelfs derdelijns technische ondersteuning, meewerken met partners en verkoopondersteuning. "Ik heb de AS/400 geïntroduceerd in Nederland; stond ik op het podium in de RAI. In de VS ben ik zelfs live op de televisie geweest. Van IBM heb ik dan ook de nodige presentatietechnieken mogen leren." Na omzwervingen in Groningen en de Verenigde Staten is hij weer terug op het eerste honk: Amsterdam. Inmiddels, na 31 jaar IBM, ontleent hij mede zijn meerwaarde aan het interne en externe netwerk dat hij in al die jaren heeft opgebouwd.
Hij beseft terdege ‘blauw gewassen’ te zijn. "Ik heb de begintijd meegemaakt. Die van de arrogantie: ‘wij zijn de grootste en de beste’. Goddank is dat gewijzigd. Wat ik prettig vind, is de open deur politiek, waarbij je bij elke manager kan binnenlopen. En de sfeer met de collega’s, die is altijd goed geweest." Wat hem het meest behaagt, is de mogelijkheid gemiddeld elke drie jaar compleet iets anders te doen. "Ik weet wel dat ik al heel lang bij IBM zit, maar zo voel ik het niet; ik heb steeds een nieuwe baan!"
Teus Molenaar, auteur.