Met stille trom saneert de ene na de andere telecomfabrikant onderzoeksvestigingen in Nederland. De laatste in rij is Lucent, dat vorige week meldde zijn onderzoek in Nederland grotendeels te staken. Dit is het gevolg van een rationalisatieslag: kosten besparen door te werken met minder onderzoeksvestigingen. Lucent houdt op drie continenten één vestiging van de onderzoekstak naar optische netwerken overeind.
Voor Europa is de keuze op de vestiging in Neurenberg gevallen. Er worden verschillende motieven voor deze beslissing genoemd: de één zegt dat de Duitse vestiging groter is, een ander gooit het erop dat de Duitse collega’s betere maatjes zijn met het Amerikaanse hoofdkantoor.
Aan het vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijven kan het niet gelegen hebben, meent het ministerie van Economische Zaken. Een woordvoerster wijst erop dat een Europese onderzoeker nog steeds twee keer zo goedkoop is als zijn Amerikaanse evenknie. Aan een wereldwijde sanering van de telecomsector kan de overheid verder niet zoveel doen, al zegt ze dat het ministerie alert blijft. Nederland is door de geringe schaalgrootte blijkbaar minder interessant.
De Nederlandse overheid zwaait niet met de subsidiepot nu diverse bedrijven hun onderzoeksvestigingen saneren. Sterker nog, EZ bespaart het komende jaar 244 miljoen euro op subsidieregelingen. Op zich is dit niet zo erg. Het effect van subsidies is en blijft twijfelachtig. Wel erg is dat een gecoördineerde benadering van de branche ontbreekt. Dezelfde overheid die miljoenen vroeg voor umts-licenties wuift nu het ene na het andere telecombedrijf uit. Hopelijk leert de overheid hieruit dat het een sector niet kan overvragen. Dat lijkt mij naast goede wetgeving één van de belangrijkste voorwaarden voor vestiging van telecombedrijven.
Sytse van der Schaaf