De ICT-sector stond de afgelopen jaren bekend als aantrekkelijke werkgever: goede salarissen, prima carrièremogelijkheden en leuke extra’s. Om jong talent binnen te halen en ervaren krachten in huis te houden, ontwikkelden de meeste bedrijven uitstekende pakketten arbeidsvoorwaarden en werden daarmee toonaangevend op het gebied van innovatieve employee benefits. Het ‘cafetaria-model’, waarmee werknemers hun voorwaarden op maat en naar smaak konden invullen, deed als eerste opgeld in de automatiseringssector. Hoe staat het daarmee, nu de conjunctuur stagneert en er ouderwetse klappen vallen in de nieuwe economie? En waar gaan ICT’ers voor, nu de salarissen op alle fronten onder druk komen te staan?
Career Guide De Career Guide 2003 is een speciale uitgave van Computable over de stand van zakenop de ICT-arbeidsmarkt. Het is gericht op professionals die op de hoogte willen blijven van de laatste ontwikkelingen enmogelijkheden. Want hoe moeilijk de markt momenteel ook is, de vaag naar goede en ervaren medewerkers blijft bestaan.
|
Toen echter in de loop van 2001 de eerste grijze wolken zich samentrokken boven de sector waar de bomen tot in de hemel leken te groeien, kwam menigeen al snel met beide benen op de grond. Oude-economiebegrippen als nul-optie, sanering, bevriezing en ‘op de tocht’ klonken plotseling door in interne memo’s en halfjaarverslagen. Voor de één een onwelkome en onwennige confrontatie met de werkelijkheid, voor de ander een min of meer verwachte kentering. Wennen was het in ieder geval zeker.
Broekriem
De broekriem moet aangehaald. Met de terugloop van opdrachten en een afname van de hoeveelheid nieuwe projecten zijn ICT-bedrijven over de hele linie op zoek naar mogelijkheden om de uitgaven te beperken. Salarisverhogingen gaan op de lange baan, er wordt gesneden in opleidingsbudgetten en het smijten met aanbrengpremies voor nieuw personeel is passé. De tijd dat er standaard een glimmende leasebak klaarstond voor beginnende automatiseerders – voorzover dat al het geval was – ligt achter ons. Maar dat betekent niet dat de goede secundaire arbeidsvoorwaarden volledig verleden tijd zijn. Zoals er kritisch wordt gekeken naar salarissen, zo wordt er ook nauwkeuriger omgegaan met de ‘spiegeltjes en kraaltjes’. Maar inhoudelijke extra’s zijn er nog altijd.
"We moeten elkaar geen crisis aanpraten. Er blijft veel werk in de ICT, er blijft vraag naar goede vakmensen. In die zin heeft de sector zich ontwikkeld tot een reguliere bedrijfstak. De situatie is alleen wel duidelijk minder royaal dan een paar jaar geleden." Dat zegt Petri Ykema, senior consultant bij adviesbureau GITP. Ze constateert dat er een verschuiving is in de sfeer van arbeidsvoorwaarden in de ICT. "Loon naar prestatie was eigenlijk altijd het centrale kenmerk. Hoe veel werk haal je binnen, hoe veel projecten zet je weg? Wie veel geld voor het bedrijf genereerde, zag het effect daarvan terug op z’n loonstrook."
"Het valt mij op dat in de CAO’s op dit moment een accentverschil ontstaat. Het gaat niet altijd meer primair om de kwantificeerbare resultaten, er wordt ook duidelijk meer gekeken naar competenties: beloning naar kennis en kwaliteiten. En resultaat. Dat houdt dan ook in dat persoonlijke ontwikkeltrajecten belangrijker worden. Het bedrijf schept daar mogelijkheden voor en het is aan de werknemer zulke kansen te pakken en zich verder te ontplooien. De kwaliteiten van professionals worden kritischer gewogen. Vanzelfsprekend, want de organisatie moet het nu hebben van beter werk, in plaats van méér werk. Daarmee onderscheiden ze zich."
Aantrekkelijk houden
De behoefte aan kwalitatief hoogwaardige ontwikkelaars, consultants en andere ICT’ers betekent ook dat bedrijven het voor werknemers aantrekkelijk willen houden om te blijven. Ykema: "Er is natuurlijk toch de nodige arbeidsonrust in de markt: outsourcing, salarisbevriezing, noem maar op. Dat kan demotiverend werken. En ICT-bedrijven zijn voor een groot deel afhankelijk van de verkochte uren, dus moet er ook nog eens flink worden gewerkt. Reden te meer om goed te blijven letten op arbeidsvoorwaarden en de sfeer op het werk. Aan de andere kant valt niet te ontkennen dat er minder geld is. Er wordt terughoudend gebudgetteerd voor opleidingen enzovoorts. Maar de mogelijkheid van keuzes in secundaire arbeidsvoorwaarden blijft een belangrijk kenmerk van werken in de ICT. En dan zal het in de toekomst maar wat minder gaan om de platte zaken als de auto van de zaak, de laptop of de gsm, waarmee de meeste bedrijven goede sier maakten. Naar mijn idee was dat toch al vaak een kwestie van window dressing. De inhoud wordt belangrijker."
Dat laatste vindt ook Henk Wesselo, directeur PRM bij Cap Gemini Ernst & Young (CGE&Y). "Het realisme keert terug", zegt hij. "We zijn de waan van de dag voorbij en bedrijven staan nu voor de taak om het vizier te richten op de langere termijn. Daarbij is professionaliteit doorslaggevend, zowel voor bedrijven als werknemers. Dat komt ook terug in de arbeidsvoorwaarden. Tot voor kort draaide het bij veel ondernemingen vooral om de financiële kant, maar daar is nu een trendbreuk ontstaan. Het salaris alléén is niet het belangrijkste criterium meer. Dat is binnen die ondernemingen wel even wennen, want het is niet zozeer een kwestie dat salarisbevriezing of zelfs -reductie tot financiële nood leidt, maar er zit natuurlijk wel een symboliek in. Beloning in geld wordt immers vaak gezien als blijk van erkenning en waardering. Managers moeten er dus voor zorgen dat ze die waardering op andere manieren kenbaar maken en uitspreken. Ook dát zegt immers iets over de toekomst."
Perspectief
Binnen CGE&Y is professionaliteit altijd al een belangrijke bindingsfactor. Wesselo signaleert dan ook niet zozeer ontevredenheid over de beloning onder werknemers, maar bespeurt wel onzekerheid over het professionele perspectief. "Daarom is het ook zo nodig dat het werk inhoudelijk aantrekkelijk is en blijft. Mensen moeten de overtuiging hebben dat ze zich kunnen ontwikkelen, want juist die professionaliteit is belangrijk. Wij zullen daarin ook ruimte blijven creëren, omdat het in beider belang is." De trainingsbudgetten hoeven daarin geen obstakel te zijn, zegt Wesselo. Maar: "Er zal wel steeds een balans moeten worden gezocht tussen uitdaging en haalbaarheid. Voorheen moest elke baan uitdaging hebben, dat was het enige dat telde. Nu moeten we kijken of elke wens ook haalbaar is."
Volgens Wesselo is het vinden van balans op meerdere vlakken een uitgangspunt. "Dat geldt ook voor de manier waarop mensen hun leven willen inrichten. We zullen kansen en keuzemogelijkheden blijven aanbieden als tegenhanger voor de druk van het werk en de beslommeringen van tweeverdieners, om maar een voorbeeld te noemen. Dat kan zijn een sabbatical, kinderopvang, ruimte om binnen het bedrijf te switchen, dat soort dingen. Zulke voorwaarden zijn een issue om mensen te binden. Gemotiveerde medewerkers vertonen meer betrokkenheid, en dat is ook nodig. Want bedrijven verwachten steeds vaker een medeverantwoordelijkheid van werknemers in het ondernemingsresultaat. Dus ook in de arbeidsvoorwaarden wordt een zeker evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid nog belangrijker. Dat is inherent aan de volwassen status die de ICT nu heeft bereikt."
Wesselo verwacht dat vooral bij de solide en langer bestaande ICT-bedrijven een kwalitatief hoog peil in arbeidsvoorwaarden behouden blijft. "Uiteraard hebben organisaties in onze branche vrijwel allemaal op een of andere manier te lijden van de stagnatie. Maar er is wel een onderscheid zichtbaar. De kleinere bedrijven en dotcommers die de afgelopen jaren opeens aan het boomen zijn geweest, hebben relatief meer klappen op te vangen. Ze zijn snel opgeklommen, maar vallen daardoor ook dieper. Een aantal is sterk genoeg om dat aan te kunnen, maar er zijn er ook veel die de schade moeilijk te boven zullen komen. Organisaties als CGE&Y zijn ook in de dagen van de grote hype relatief iets behoudender geweest met bijvoorbeeld salarissen. Er werd goed betaald, maar niet buitensporig. Ons personeelsbeleid is al langer gericht geweest op individuele keuzemogelijkheden en professionele ontwikkeling. Dan moet je bij een veranderende situatie je koers wel wat aanpassen, maar je hoeft het roer niet rigoureus om te gooien. Dat soort continuïteit is een kwestie van de lange adem, die de jongere bedrijven vaak niet hebben kunnen opbouwen."
Fietsen
Al met al gaan steeds meer ICT’ers voor zekerheid en de inhoudelijke waarde van de baan. Ook werken in een automatiseringsfunctie bij de overheid is populair, vanwege de veronderstelde luwte ten opzichte van de hectische commerciële sector. Het aantal vacatures slinkt, de reacties erop komen steeds vaker van zeer goed gekwalificeerde kandidaten. De spoeling wordt dunner en sollicitanten geven aan dat ze zelfs best met wat minder salaris genoegen nemen, als de perspectieven voor de toekomst maar goed zijn. Ook tellen de ‘softe’ secundaire voorwaarden steeds meer mee. Zoals een solliciterende ICT’er het zegt: "Die lease-auto mogen ze houden, als ik lekker dicht bij huis kan werken wil ik ook wel fietsen, sta ik in ieder geval niet in de file. En voor deze extra luxe wil ik best wat loon inleveren."
Peter van Vleuten