Dutch Sea Cable ziet nog kansen in de kabelmarkt. Het vaart momenteel met het kabellegschip Sea Spider rond in de Baltische Zee. Zowel schip als firma zijn ‘doorgestart’ na het failliet van Van der Stoel Holding (VSH) uit Haren.
Baltisch netwerk Het netwerk in de Baltische Zee wordt in twee fasen opgeleverd. De eerste fase is de hierboven genoemde koppeling tussen Stockholm, de vlakbij gelegen archipel en het eiland Gotland. De tweede fase is het leggen van een verbinding tussen Gotland en Ventspils in Letland. Er wordt gebruikgemaakt van verschillende glasvezelkabels van Corning. Telecompartners zijn Stokab (van de gemeente Stockholm) en de Zweeds-Russisch-Nederlandse joint venture Foco 16. |
Huijskens besloot intussen samen met andere ex-managers en Rederij Waterweg het kabelinstallatiebedrijf Dutch Sea Cable op te richten. De oprichters wisten de Dubaise firma ervan te overtuigen het schip niet te ontmantelen. "We charteren nu het schip voor zes maanden voor een opdracht in de Baltische Zee. We leggen netwerkkabels tussen de eilandjes en de Zweedse kust, zodat de inwoners van Stockholm ook op hun vakantiehuisje kunnen internetten."
Nichemarkt
Dutch Sea Cable legt kabels op zee. Volgens Huijskens zit daar zeker nog brood in. "De telecommarkt voor transatlantische routes is weliswaar naar de klote gegaan door overcapaciteit, maar die voor kleinere routes van gemiddeld tweehonderd kilometer loont nog wel. Het is een nichemarkt, net als het leggen van zware stroomkabels in zee. Daar leggen we ons ook op toe."
Inmiddels werkt een man of vijftien bij het Harlingse Dutch Sea Cable. De nautische bemanning voor het schip – officieel tegenwoordig Team Sea Spider geheten – komt nog van Rederij Wagenborg vandaan, in opdracht van Topaz. Maar Huijskens heeft goede hoop dat volgend jaar Rederij Waterweg het schip mag bemannen. Hij verwacht zelfs dat Topaz in 2003 een belang van 50 of 51 procent neemt in zijn bedrijf.
Het voordeel van een faillissement is dat de kosten van de Sea Spider veel lager zijn, erkent Huijskens. Het vlaggenschip van Van der Stoel was circa drie jaar oud en gebouwd voor een slordige dertig miljoen euro. Niet uitvaren kostte een ton per dag. Volgens de commercieel directeur is het schip voor tien miljoen verkocht aan Topaz, zodat de huurkosten ook lager.
Huijskens hoopt ooit aan de slag te kunnen met de netwerkbekabeling van windmolenparken in Nederland. De aanbesteding hiervoor loopt echter steeds vertraging op, zeker nu het kabinet demissionair is.
Overdaad
Van origine was Van der Stoel een natte aannemer, actief in kust- en oeverwerken. Het groeide uit tot een holding met een tiental bv’s, tweehonderd werknemers en zo’n honderd miljoen omzet, onder andere door ook in de markt van onderzeese netwerkbekabeling te stappen. Aandeelhouders waren oprichter Marius van der Stoel (50 procent), Boskalis (45 procent) en Rederij Wagenborg (5 procent). Na een aantal tegenvallers – tegenzittende telecommarkt, niet-betalende debiteuren, een aan de kade liggende Sea Spider na technische problemen – ging het mis. De firma kwam terecht in een spiraal naar beneden en ging ten onder aan te hoge groeiverwachtingen en overdaad.
Rik Sanders