De GBA moderniseren door centraal voor de gemeenten een startpakket te ontwikkelen is ‘geen praktisch uitvoerbaar idee’. Het zal in de praktijk meer problemen oproepen dan oplossen. Dit vindt Het Expertise Centrum, dat daarmee een van de pijlers van de moderniseringsplannen onderuit haalt.
Het startpakket, voorgesteld door de Commissie-Snellen en overgenomen door de vorige regering, zou de flexibiliteit vergroten, de marktwerking bevorderen en de kosten verlagen. HEC gelooft in geen van die effecten. De verwachting was dat aanpassingen in de GBA beperkt zouden blijven tot het startpakket. HEC bestrijdt dat. Zeker als de in de GBA vastgelegde gegevensset verandert, zullen ook wijzigingen moeten worden aangebracht in de aan het startpakket gekoppelde aanvullende modulen. Leveranciers van die modulen zullen een zelfde doorlooptijd nodig hebben als in de huidige situatie.
HEC twijfelt ook aan de beoogde kostenreductie. Gemeenten komen voor hogere uitgaven voor systeemintegratie te staan. Ook het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) wordt met structureel hogere kosten geconfronteerd, omdat het een beheerorganisatie in stand moet houden.
De meeste kritiek heeft HEC op de veronderstelling dat landelijke aanbesteding van het startpakket tot meer concurrentie leidt. Het ziet daarvoor drie mogelijke scenario’s. Bij al die varianten (startpakket als geheel of in gedeelten aanbesteden, of zelf bouwen met ingehuurde capaciteit) signaleert het ‘aanzienlijke problemen waarvoor wij niet echt goede oplossingen zien’. HEC heeft de architectuurstudie voor een GBA nieuwe stijl aan een contra-expertise onderworpen. Het noemt de moderniseringsexercitie, die zeker jaren in beslag neemt, een ‘omvangrijke, complexe en tamelijk risicovolle operatie’.
Peter Mom