Automatiseringssystemen gaan soms zo lang mee, dat vrijwillige euthanasie een optie wordt. Zo besloot het in uitvaartverzekeringen gespecialiseerde Dela het mainframe een zachte dood te laten sterven. Maar pogingen om de client/server-architectuur in te voeren gaven niet het gewenste resultaat. Dus: terug naar het mainframe. Maar wel met een nieuw, open besturingssysteem en database.
De it-omgeving van uitvaartverzekeraar Dela is nu opgebouwd rond een mainframe met het OS/390 besturingssysteem en DB2. Op het mainframe draait 95 procent van de kernactiviteiten. Daaromheen zit een NT-schil met software voor de boekhouding, personeelszaken en e-mail, kortom systemen die niet op het mainframe thuishoren omdat ze niets met de kernactiviteiten te maken hebben. Tot voor enkele jaren werd een mainframe gebruikt met het VSE-besturingssysteem en de database Ideal/Datacom. Er was een eenvoudig netwerk dat 3270 terminals verbond met het mainframe. Negentig procent van de gebruikers werkte met het tekstverwerkingspakket Wordperfect op zelfstandige pc’s op de werkplek.
Conversieproject in cijfers 70 miljoen records 1 miljoen regels code 2500 Ideal-programma’s 1000 JCL-programma’s 150 gebruikers Kosten: zo’n 590.000 euro Duur project: 1 jaar |
Terwijl Loermans zich bezighield met het opzetten van een technische infrastructuur, werkten de softwarebouwers aan een nieuw administratief systeem voor de verzekeringen. Dat gebeurde met de 4gl-tool Uniface en de database van Sybase. De performance schoot echter tekort. Loermans licht toe: "Dela heeft 2,2 miljoen verzekerden. Het verwerken van al die polissen resulteert in een enorm aantal ‘records’. Voor een groot deel is dat aantal toe te schrijven aan de hoeveelheid mutaties, maar vooral de eis dat je een polisbedrag altijd terug moet kunnen rekenen, veroorzaakt een explosieve groei van het aantal records."
Zo bleef het gebruik van het bestaande systeem op het mainframe toenemen. Dat werd opgevangen door onder andere meer schijffunctionaliteit toe te voegen. Loermans schreef een advies waarin hij de problemen analyseerde. Hij signaleerde dat het gebruik van het mainframe hard bleef groeien doordat het aantal verzekerden bij Dela jaar na jaar toenam. "Hoewel er besloten was over te gaan op een client/server-omgeving, stond er nog geen volwassen client/server-systeem dat de massaliteit kon verwerken. Uit de testfase bleek dat de beheerkosten onaanvaardbaar hoog zouden uitvallen. Bovendien moet de NT-omgeving per jaar wel een paar uur ‘down’ en dat is ontoelaatbaar voor applicaties die onze kernactiviteiten ondersteunen."
Vier alternatieven
In zijn advies schetste Loermans vier alternatieven om de groei te kunnen opvangen.
De eerste optie was het upgraden van de hardware van de huidige omgeving. Dat was een dure oplossing, want de licentiekosten zouden flink hoger worden. Loermans: "Bovendien zouden we dan gebruik blijven maken van Ideal/Datacom. Dat zijn prima softwareproducten, maar ze zijn aan het eind van hun levenscyclus. Er werd door de leverancier nog onderhoud op gegeven, maar de software werd niet meer functioneel uitgebreid." (CA stelt dat dit een onjuiste aanname was, want er is inmiddels een nieuwe release van Ideal/Datacom verschenen, red.)
De tweede mogelijkheid was om over te gaan van het VSE-besturingssysteem op de grotere OS/390-variant, in combinatie met DB2. Dat zou als voordeel hebben dat men verzekerd was van een goede prestatie en dat Dela de legacy-applicaties kon blijven gebruiken. Bovendien draait Uniface ook op OS/390.
Een derde optie was volledig over te gaan op het Unix-besturingssysteem. Hoewel die overgang technisch mogelijk was, zouden conversie en onderhoud duur zijn. Bovendien moest flink worden geïnvesteerd in het opbouwen van kennis. De vierde mogelijkheid was een volledige overgang op Windows NT. Loermans: "Uit testen bleek dat NT niet tegemoet kwam aan de hoge eisen die wij stellen. In theorie zou het alleen kunnen als we extra NT-machines aan elkaar zouden koppelen, maar dan zou het beheer te ingewikkeld worden."
Oud, maar springlevend Bij Dela leefde men in de veronderstelling dat de functionele uitbreiding van Ideal/Datacom is gestopt. Ook bij de gemeente Amsterdam heerste die opvatting. Reden waarom een tender voor een nieuw Gemeentelijk Bevolkings Systeem (GBS) werd afgeblazen. De eis was namelijk dat ook het nieuwe systeem moest draaien op het mainframe. Volgens Pinkroccade, die als enige een aanbieding heeft gedaan, speelde de dreigende stopzetting van de ondersteuning voor het CA-databaseproduct een rol bij het besluit tot afblazen. CA daarentegen ontkent dat er ooit sprake is geweest van stopzetting. Wel is ooit een brief verstuurd waarin werd aangekondigd dat het product in combinatie met Unix niet langer zou worden ondersteund. Ideal/Datacom is onder de naam Advantage CA-Datacom van geheel nieuwe functionaliteit voorzien, waaronder web- en XML-aansluitingen. Tijdens de afgelopen CA-World gebruikersbijeenkomst in Orlando waren meer dan 33 sessies gewijd aan de database-omgeving die ruim 20 jaar geleden door ADR werd gelanceerd. ADR is later door CA overgenomen. |
‘Freeze’-periode
Terwijl Dela de verschillende alternatieven aan een kosten/baten-analyse onderwierp, maakte IBM een haalbaarheidsstudie naar het afbouwen van Ideal/Datacom en dit te vervangen door DB2. Het onderzoek toonde aan dat de migratie naar OS/390 en DB2 technisch uitvoerbaar was. Hoewel IBM al had aangegeven dat het de conversie zou kunnen doen, besloot Loermans toch nog andere bedrijven te vragen naar hun mogelijke aanpak. Zo nam hij contact op met het Nederlandse bedrijf Lync dat is gespecialiseerd in conversies van Ideal/Datacom naar DB2. "Bij enkele grote verzekeraars heeft Lync grote conversies uitgevoerd die inmiddels in de praktijk goed werken. Wij zijn echter niet met Lync in zee gegaan omdat de andere partijen meer kennis hadden van het OS/390-besturingssysteem."
Toen Loermans en zijn collega’s volop in discussie waren over de te kiezen migratiepartner, was er bij toeval een medewerker van CA over de vloer. "Wij hadden met die medewerker een pittig gesprek over het puntensysteem dat CA gebruikt voor de doorbelasting van zijn beheeromgeving Unicenter. In die discussie kwam bij toeval de problematiek aan de orde van de conversie naar DB/2. CA gaf aan dat zij de conversie waarschijnlijk ook wel aan zouden kunnen. Aan die mogelijkheid hadden wij nog nooit gedacht, want uiteindelijk diende het CA-product Ideal/Datacom vervangen te worden door een IBM-product."
Uiteraard had Loermans zelf al becijferd wat de conversie van Ideal/Datacom onder VSE naar DB2 onder OS/390 ongeveer zou gaan kosten. "Wij hadden de kosten berekend op ongeveer 318.000 euro. Het opvallende was dat CA daar slechts 4500 euro boven zat. IBM daarentegen kwam twee keer zo hoog uit." Voor Dela was de keus niet moeilijk. "Wij hadden het IBM wel graag gegund, maar als CA het voor de helft van de prijs doet, is de keus niet moeilijk. De directie van IBM is daarna nog wel langs geweest met een aanzienlijk lagere offerte, maar die kwam toch niet in de buurt van die van CA."
De keus voor CA werd echter niet alleen door de prijs bepaald, zo stelt hij. "Wij stelden drie eisen aan de conversie. In de eerste plaats moest het een 1 op 1 conversie zijn, de functionaliteit op de nieuwe OS/390 moest identiek zijn aan die op VSE. De tweede eis was dat de prestatie ten minste gelijk moest zijn."
Als derde eis stelde Dela dat de ‘freeze’-periode van de code zo kort mogelijk moest zijn. (In een ‘freeze’-periode mag er niets aan de broncode van de software worden veranderd.)
De grootste verschillen tussen IBM en CA waren de prijs en de ‘freeze’-periode.
Loermans: "IBM eiste een ‘freeze’-periode van minimaal drie tot vier maanden. CA zei maximaal zes weken nodig te hebben. Bovendien gaven zij aan dat als er echt iets veranderd moest worden, we daarover konden praten. Kortom, bij CA was er veel meer begrip voor de business. IBM had de technocratische opvatting dat je bij een conversie nu eenmaal even geen zaken kunt veranderen. De eis voor een minimale ‘freeze’-periode (waar ook nog flexibel mee omgegaan kon worden) was zo belangrijk, omdat de conversie over de jaargrens lag."
Ambitieus project
Loermans legt er de nadruk op dat het ambitieuze project alleen binnen de deadline zou zijn afgerond als beide partijen hun verantwoordelijkheid zouden nemen. "Wij hadden weliswaar een vaste datum en prijs afgesproken, maar het project was niet tot in de kleinste details te plannen. Daarom hebben we tegen elkaar gezegd dat we onverwachte problemen samen zouden gaan oplossen."
Die benadering bleek in de praktijk ook nodig, zo geeft Loermans toe. "Na enkele maanden hebben we elkaar nog eens een keer diep in de ogen moeten kijken, want wij zagen weinig vooruitgang. Dat had een gegronde reden. CA was namelijk bezig met allerlei voorbereidingen die nog niet tot zichtbaar resultaten leidden. Daarop hebben we beiden besloten een tandje bij te schakelen door meer mensen op het project te zetten."
Na twee en halve maand ging de code de ‘freeze’-periode in. Loermans: "Wij moesten juist in die periode vlak voor de jaarwisseling onvoorzien een programma aanpassen om de herverzekering een premieaanpassing uit te voeren. Dat betekent dat je behoorlijk in de broncode moet krassen. Maar dat is toch probleemloos opgelost."
In januari was het systeem klaar, waarna meer gedetailleerde testen volgden en de uiteindelijke definitieve overgang een maand later afgerond was.
Na afstemming door CA en IBM is het systeem inmiddels stabiel. Het besluit om 1 op 1 te converteren levert een goed meetbaar eindresultaat op voor het project, maar dat is niet het einddoel, zo stelt Loermans. "Op dit moment wordt hard gewerkt om middleware van Uniface te implementeren op het mainframe ter vervanging van Ideal. De eerste resultaten zijn veelbelovend."
Wim Amerongen freelance medewerker