In juli dit jaar kondigde internetaanbieder Tiscali aan dat het zijn eigen netwerk in Nederland bouwt. Doel is in elk Europees land zo min mogelijk afhankelijk te zijn van gevestigde telefoniebedrijven. Dat is hard nodig om de monopolistische streken van de tegenstrevers te weerstaan. Een interview met Ruud Huisman, ceo Benelux bij Tiscali.
|
Tiscali gaat geen eigen kabels leggen. Wij gebruiken bestaande netwerkverbindingen van Versatel, die we voor vijftien jaar huren. Met hardware bouwen we hiermee ons eigen netwerk. We gaan ons niet volledig richten op de verkoop van netwerkcapaciteit. Ook zijn we geen internetaanbieder die het alleen van diensten moet hebben. Wat dat betreft is Tiscali een vreemde eend tussen telecombedrijven en isp’s. Op zich hebben wij geen belang bij eigen infrastructuur. Omdat toegang tot internet zo’n 80 procent van de inkomsten binnenhaalt, loont het bezit van een eigen netwerk toch.
Het streven in Nederland is zo’n 60 procent van de vijf miljard inbelminuten per jaar vanaf het eerste kwartaal volgend jaar via het netwerk af te handelen. Op basis van het huidige en het verwachte inbelgedrag is een ontwerp gemaakt dat zoveel mogelijk minuten zo lang mogelijk over het eigen netwerk voert. In Nederland worden zeven hoofdlocaties en twintig sublocaties aan elkaar geknoopt. Vanuit deze laatste lopen interconnecties naar het lokale netwerk van KPN, die de laatste kilometers naar de abonnees verzorgt. Naast internetminuten lopen straks ook spraak, dsl-breedbandverkeer (digital subscriber line) en ip-diensten over het netwerk. Een belangrijk deel van het netwerk van de in juni dit jaar overgenomen dsl-aanbieder Babyxl wordt erin geïntegreerd.
Opmars Tiscali is in drie jaar tijd van een regionale aanbieder van spraakverbindingen en internettoegang opererend vanaf Sardinië opgeklommen tot een internetaanbieder die in vijftien Europese landen opereert. Een groot deel van de overnames is betaald met aandelen. Het afgelopen jaar werd alleen de Nederlandse dsl-aanbieder Babyxl ingelijfd. Het concern heeft zich voorgenomen eind dit jaar winstgevend te zijn. Analisten plaatsen vraagtekens bij deze ambitie, omdat het abonneeaantal en daarmee de inkomsten onder druk staan. |
De marge op minuten is twee keer zo hoog als die op dsl. Een abonnee die veertig uur in de maand inbelt, levert Tiscali door die telefoontikken twee keer zoveel geld op als bij toegang via dsl. Toch moet ik dsl aanbieden om te voorkomen dat abonnees naar andere partijen overstappen. De overstap naar breedband is een gegeven. Je moet als aanbieder een zo goed mogelijk product hebben voor een redelijke prijs, anders verlies je klanten.
Lange tijd hebben dsl-leveranciers in Nederland elkaar het leven zuur gemaakt. De andere monopolist, de kabel, heeft daar flink van geprofiteerd. Dsl-leveranciers moeten de handen ineenslaan om een goed antwoord te geven. Niet voor niets zeggen techneuten en geleerden dat dsl kwalitatief en technisch een beter product is dan de kabel. Nederlanders kijken alleen naar de prijs en komen dan uit op de kabel. De kwaliteit is onvoldoende belicht. De kabelsector heeft op dit moment een bevoorrechte positie. Zij hoeven hun netwerk nog niet open te stellen. Het vorig jaar aangekondigde wetsvoorstel daarvoor is nog steeds niet doorgevoerd. UPC was er als de kippen bij om een afspraak te maken toen het nieuws over de openstelling van de kabel voor alternatieve internetaanbieders naar buiten kwam. Maar verder dan woorden kwam het niet.
|
Heeft Tiscali veel last van de grote Europese telefoniebedrijven?
De band met deze bedrijven wisselt van land tot land. Ik kan het met Wanadoo in Nederland uitstekend vinden als we stelling moeten nemen tegen KPN. Wanadoo in Frankrijk is en blijft dochter van France Telecom, dat in Frankrijk richting Tiscali monopolistisch gedrag vertoont. In nieuwe markten kan ik het vaak goed vinden met gevestigde telecombedrijven, maar als je naar heel Europa kijkt, bots je voortdurend met deze partijen.
Een positieve ontwikkeling is dat deze bedrijven zich nu op hun eigen markt terugtrekken. Waar dat nog niet gebeurd is, zullen ze dat alsnog doen. T-Online is alleen nog actief in een zeer beperkt aantal Europese landen langs de as Duitsland, Frankrijk, Spanje. Wanadoo zit in Frankrijk, Engeland en Spanje. Ze beginnen enige voet aan de grond te krijgen in de Benelux, maar dat ziet er niet goed uit. Onze grote vriend in Spanje Telefónica heeft recent bij de Pyreneeën gezegd: tot hier en niet verder, hooguit kijken wij naar Zuid-Amerika. Daar heeft verder niemand last van. Daarnaast heb je in ieder land een aantal lokale partijen, kabelbedrijven of kleinere nationale partijen, die nooit buiten de grenzen komen.
Op termijn resteert een beperkt aantal Europese spelers. Deze zijn dominant in hun thuismarkt en minder overheersend in de omringende landen. Op dat vlak vindt er nog de nodige consolidatie plaats. Partijen die wel begonnen zijn in een land maar daar minder succesvol zijn, zullen ruilhandel met elkaar bedrijven. Deze herverdeling neemt een belangrijk deel van de consolidatieslag voor zijn rekening.
Sytse van der Schaaf