De voorgenomen sluiting van het Ericsson-laboratorium in Enschede komend jaar raakt de regio en de universiteit Twente hard. Nu het Zweedse telecombedrijf zijn biezen pakt is de regio voor versterking van zijn ict-klimaat aangewezen op startende ondernemingen.
"Het is buitengewoon spijtig dat Ericsson zijn laboratorium in Enschede sluit", zegt Erik Helder, wethouder Economische Zaken bij de gemeente Enschede. "Het is een wereldmerk dat een groot deel van de aantrekkingskracht van de Universiteit Twente en het daarbij gelegen bedrijvenpark Science Business Park voor zijn rekening nam." Helder zegt dat de gemeente Enschede blijft inzetten op kennisintensieve industrie. "Uit de universiteit voortgekomen kleinere bedrijven moeten de kar nu trekken."
Ook voor de Universiteit Twente is het vertrek van het telecombedrijf een hard gelag. Ericsson financiert meerdere promotieonderzoeken. Daarnaast werkt het samen met de universiteit in onderzoeksprojecten naar mobiel internet en de kwaliteit van telefonienetwerken. Deze projecten liepen volgens de woordvoerder van de UT al op hun eind. De samenwerking tussen de UT en andere laboratoria van Ericsson in Emmen en Düsseldorf gaat gewoon door.
Om zijn kosten verder te reduceren verkleint Ericsson het aantal onderzoekscentra wereldwijd van tachtig naar twintig. In het Enschedese laboratorium wordt software voor de besturing van radionetwerken ontwikkeld. De driehonderd werknemers staan op straat. Collega’s van het lab in Emmen hangt mogelijk een zelfde lot boven het hoofd. Ericsson zoekt een koper voor deze activiteit, maar sluit gedwongen ontslagen niet uit. Alleen het onderzoekscentrum in het Brabantse Rijen houdt het telecombedrijf overeind.
Sytse van der Schaaf