Gereedschappen voor ontwikkelen van Java-toepassingen presteren ongeveer hetzelfde. Ze nemen de programmeurs zoveel mogelijk werk uit handen, bevatten voorgebakken bedrijfslogica en worden bediend met een grafische interface die de programmeur begeleidt bij het ontwerp. Het resultaat: programmeurs kijken naar de gebruikersgroep en blijven bij de tool waarmee ze bekend zijn.
Een goede manier om de ontwikkeltools te vergelijken zou zijn te testen met welke het snelste de webservice ‘hello-world’ in elkaar te zetten valt, denkt Michael Smith. Hij is een van de Java-specialisten van BEA, een van de leveranciers van software voor Java-applicatieservers. Die test is nog nooit gedaan (zie kader).
Java-gereedschap Java wordt meer en meer toegepast om het goud, opgesloten in de legacy mainframes, te ontsluiten via volwassen internettoepassingen. Dit biedt voor leveranciers van gereedschappen voor Java-programmeurs kansen. Officiële J2EE-licenties hiervoor verleende Sun aan 36 bedrijven. Wat de tien meest gebruikte programma’s zijn, weet niemand. IDC-analiste Rikki Kirzner: "In Noord-Amerika zijn het, in willekeurige volgorde: IBM Visual Age, Borland Jbuilder, Macromedia Dreamweaver/Ultradev, Sun One (het voormalige Forte) en Oracle JBuilder." Het tijdschrift Javaworld riep in maart dit jaar Sun One uit tot beste gereedschap. Een tweede of derde plaats kent het tijdschrift niet. Het noemt wel twee producten die het net niet van Sun wonnen: Idea IntelliJ en Borland Jbuilder. |
Die opmerking maken meer producenten van ontwikkelomgevingen. De Nederlandse tak van Compuware presenteerde met een vergelijkbaar motto begin juni de tweede versie van OptimalJ, zijn handgereedschap voor het ontwikkelen van Java-applicaties. Ton Blankers, productmanager bij Compuware: "Het aantal beschikbare Java-programmeurs is beperkt. Zorg dan dat ze een goede ontwikkelomgeving hebben."
Legacy-software
De tools nemen programmeurs zoveel mogelijk werk uit handen. Ze bevatten daarom onder meer veel voorgebakken bedrijfslogica en een grafische interface die de programmeur begeleidt bij het ontwerp.
"De ‘domain model editor’ van Compuware heeft in aanvang niets met Java-programmeren te maken", vertelt Blanken. Als eerste gaat OptimalJ langs de datadefinities en alle mogelijke bewerkingen daarvan. De tweede stap laat de data aan de gebruiker zien. De derde zorgt ervoor dat alle acties van gebruikers op de juiste manier zijn geïnterpreteerd en opdrachten correct uitvoert. Vervolgens kan de code gegenereerd worden voor de Java-applicatieserver, de Enterprise Java Beans en bijvoorbeeld SQL-scipts.
De reductie van complexiteit maakt volgens Visser OptimalJ aantrekkelijk voor bedrijven die hun mainframetoepassingen willen laten samenwerken met internettechnieken.
Dat wordt ook gezegd van de combinatie Websphere Studio en Versata. Onderzoeksbureau Forrester: "Programmeurs hebben niet de kennis om de op Cobol-gebaseerde legacy-toepassingen om te zetten in Java. Wel kunnen ze met deze twee bedrijfscode in Java-applicaties omzetten. Versata vertaalt de bedrijfslogica naar Java-code voor Websphere."
Verfijningen
Kortom; geen enkele tool blinkt uit. Voor programmeurs is de grootte van de gebruikersgroep nog wel een reden. Dat blijkt bijvoorbeeld bij verzekeraar Achmea in Apeldoorn.
Java-programmeur Jan Vermeir en zijn collega’s gebruiken Borlands Jbuilder. Echt goede redenen voor die keuze zijn er niet, vertelt Vermeir. Een uitgebreid keuzeproces is er niet aan vooraf gegaan. Visual Age Suite, het Java-gereedschap van IBM, was nog niet volledig toen Achmea met de Java-servers begon. "Wij hebben ook geen overzicht, daarom blijven we bij Jbuilder."
Borlands’ hulpmiddel heeft een grote gebruikersgemeenschap, waarbinnen trucs en verfijningen worden uitgewisseld. De omvang van de gemeenschap en goede naam van Borland zijn de belangrijkste argumenten, aldus Vermeir. Het product is relatief duur.
Hij werkt de laatste tijd ook met Netbeans, een in de open source gemeenschap ontwikkeld hulpmiddel bestaande uit veel losse modules. Hier bepaalt opnieuw niet de prijs maar de grootte van de gebruikersgroep de aantrekkingskracht. "Open source, dat moet kunnen. Het is even wennen, maar het werkt. Voor de meeste Java-gereedschappen wordt dit een flinke concurrent." Een nadeel is dat Netbeans nog niet overweg kan met UML. De commerciële variant van Netbeans, Sun One 3.0 (het voormalige Forte), kan dat wel.
Gijs Hillenius