Het Europese Patent Office erkent een omstreden patent van de Amerikaanse geheugenontwerper Rambus op zijn geheugentechnologie.
EPO verklaart dat de technologie vernieuwend en innovatief is, en wijst de protesten van geheugenfabrikanten vanwege ‘voorgaand werk’ af.
Geheugenchipproducenten Hynix, Infineon en Micron Technologies vechten diverse patenten van Rambus aan met het argument dat halfgeleiders met de bewuste technologie al bestonden. Dezeprior art stamt van vóór Rambus’ patentaanvraag in 1990.
De geheugenontwerper heeft geen totale overwinning geboekt. Het bedrijf moet van EPO de bewoordingen van zijn patent wijzigen om meer overeen te komen met de oorspronkelijke aanvraag. Dat heeft het inmiddels gedaan (ziehttp://www.rambus.com). Toch gaat het in beroep tegen deze uitspraak.
De brede formulering – en dus mogelijke reikwijdte – van het patent baart chipproducenten zorgen. Rambus stelt dat zijn patenten ook van toepassing zijn op huidige sdram-chips en opvolger ddr (double data rate). Ook dit wordt aangevochten, bij zowel Amerikaanse als Europese rechtbanken.
Ondertussen ondervindt Rambus ook hinder van zijn partner Intel. Die chipproducent staakt de ondersteuning voor Rambus-geheugenchips (rdram) in chipsets bestemd voor werkstations. Eind dit jaar verschijnen drie nieuwe werkstation-chipsets die ddr ondersteunen.
Intel blijft rdram wel ondersteunen in zijn chipsets voor desktopmachines en de bijbehorende processoren. Op termijn krijgt ddr ook hier de dominante rol, aldus technologiedirecteur Pat Gelsinger.
De processorproducent doet hiermee een knieval voor de toenemende populariteit van snelle ddr sdram-chips, die hij aanvankelijk links liet liggen ten gunste van rdram. Het voornaamste verschil wat de populariteit verklaart, is het feit dat ddr – net zoals voorganger sdram – royalty-vrij is, terwijl Rambus licentiekosten rekent aan geheugenproducenten.