De overheid zou volgens Jan Waldorf haar kans moeten grijpen met ‘open source’. Twan Deibel is het daarmee niet eens. Het gebruik van Microsoft-software over de hele wereld biedt zijns inziens juist veel voordelen.
Jan Waldorf vindt dat de overheid haar kans moet grijpen met ‘open source’ (Computable, 5 juli). In dit discussiestuk wordt zoveel door elkaar gehaald dat het om een reactie vraagt. Allereerst het begrip ‘standaard’. Hij gebruikt dat te pas en te onpas en wel in twee verschillende gedaanten.
De ene betreft de it-manager die zegt dat men is gestandaardiseerd op Microsoft.
Dat is het soort standaard dat deze it-manager verzekert van groeipaden, evolutie, en van 5 miljard dollar r&d per jaar bij zijn standaardleverancier. Deze standaard werkt eigenlijk als een mobiele telefoon: je zet hem aan en hij doet het. Automatisch worden nieuwe onderdelen ’s nachts gedownload zonder interventie (zo men wil). Jan zou waarschijnlijk raar opkijken als op zijn mobieltje de mededeling komt dat hij zijn software moet updaten. Maar het is nog mooier: de software van Microsoft is er, is overal aanwezig en – noodzakelijk voor een standaard – ze zijn erin geslaagd om je wereldwijd met je thuisbasis te verbinden, via internet of enig ander medium. Mijn laptop met gprs, mijn nieuwste telefoon, doet het in één keer: pcmcia-kaart wordt herkend, ik maak verbinding en ik kan mijn website, mail, (Sharepoint) portaal, en legacy-applicaties bereiken.
De andere gedaante van een standaard lijkt die van ‘open source’ te zijn. Het is alsof de monteur tegen me zegt: meneer Deibel, ik heb goed nieuws voor u: onze nieuwe standaard vindt u op deze cd. Hij bevat al uw software die in uw auto wordt gebruikt en als er iets mis is met uw auto, dan zijn er genoeg ‘big five’-ers die u onmiddellijk kunnen helpen. Ik schrik me rot – veel ‘sources’, en dan nog eens één van de ‘big 5’- mannen van de bank laten opspringen!
Open source
Dan het begrip ‘open source’; laat me niet lachen. Hoeveel ‘open source’ kennis heb jij van de software in je auto, je tv, je telefoon, je mobiele provider. Wie slaapt er nou, jij toch! Ik schat in dat je een oudere (jongere) bent, want ik kan je verzekeren dat de jeugd, de twintigers en verstandige dertigers, je mening aan hun laars lappen. En waarom zouden ze zich ook druk maken over ‘assembly’ en ’the way up’ als de functionaliteit de zaken verzorgt die hun leven gemakkelijker maakt. Dat is iets wat Microsoft keer en keer voor hen maakt; Sun, Linux, en IBM doen dat niet, en Waldorp waarschijnlijk ook niet.
Ik heb het al vaker geschreven: de euro is een standaard: hij is er voor maatschappelijke belangen, niet voor puristen met zloty’s.
Dan haalt Jan ook nog het voorbeeld van Duitsland uit de kast: een onaangename gebeurtenis voor Microsoft, ze zullen zich wel verzekeren dat het geen tweede keer gebeurt. Maar ik ben er van overtuigd dat het nog onaangenamer voor de Duitse burger is. Die zal dieper in de buidel moeten tasten om hetzelfde serviceniveau te krijgen als hij gewend is. Logisch: ‘datamation’ en integratie is noodzakelijk geworden. Vergelijk het met het ongemak dat we mogen ondervinden als we onze mobiel in de VS aanzetten. Er gebeurt niets, helemaal niets. Ik kan huren of kopen. Waarom? Om twee standaarden met elkaar te verbinden: weer een hoop ‘zloty’s’ zonder dat de functionaliteit toeneemt.
Echte standaarden worden pas succesvol als een gemeenschap (‘community’) ze accepteert. Gemeenschappen zijn machtiger dan de bedrijven die hen bedienen. Alleen sukkels ontkennen deze gemeenschappen.
En wat is er nou ‘open’ aan de situatie in Duitsland? IBM-machines worden goedkoper aangeboden met een Linux-versie van een Duitse firma. Hoezo open?
Samenvattend zijn er twee machtige bedrijven in de wereld die in staat zijn om ons een softwarestandaard te verzorgen: IBM en Microsoft. Er is geen onderscheid in de drijfveer van beide firma’s: geld. IBM komt van boven naar beneden, Microsoft van beneden naar boven. Op het gebied waar je zou verwachten dat ze zouden kunnen clashen (webservices bijvoorbeeld) werken ze (uiterlijk) voorbeeldig samen. Zo moet je dat laten, Jan. En niemand, ook jij niet, zal daar enige invloed op hebben. Dat pathetische beroep op de overheid heeft geen zin: ze nemen hun verantwoordelijkheid, ze hebben een keuze gemaakt – niet jouw keuze. Ze kopen Microsoft, ze kopen geen ‘sources’. Dat heeft namelijk niets met functionaliteit te maken. It moet functioneren. It moet tactisch zijn, niet strategisch.
Twan Deibel Directeur Itact