Nederland gaat het komende februari opnemen tegen reus Engeland in de wereldbeker in Zuid-Afrika. En zal ongetwijfeld vechten tot het een ons weegt en dan onvermijdelijk het onderspit delven. Dit kan dus nooit over de wereldbeker voetbal gaan, dat begrijpt u. Het gaat over cricket. Ik denk dat maar weinigen in Nederland zich realiseren dat die sport überhaupt in Nederland wordt beoefend, laat staan dat ze deelnemen aan de competitie om de wereldbeker!
Iedere rechtgeaarde Nederlander weet dat de hele wereld aan voetbal verslaafd is en denkt dat cricket een minuscuul kleine sport is die alleen in Engeland wordt beoefend. Dat is een wijdverspreid misverstand en dus niet waar. Australië is thans wereldkampioen, na winst op Zuid-Afrika in de finale. De Caraïben (West Indies) maken nu een slechte periode door na de jaren ’70 en ’80 gedomineerd te hebben. Ook in Nieuw-Zeeland is de belangstelling groot en dan zijn is er nog wat lokale belangstelling in Afrika en Noord- en Zuid-Amerika.
Wat heeft dit alles met ict te maken? Het antwoord is de sterke invloed van het Indische subcontinent. Voeg aan bovenstaande lijst India, Pakistan, Sri Lanka en Bangladesh toe. Het is de dichtstbevolkte regio in de wereld en ze zijn absoluut gek van cricket. Een Indiase cricketer wordt veel erger bewierookt dan Britney Spears, Mel Gibson of Dennis Bergkamp. Een internationale cricketmatch trekt een televisiepubliek van minstens 400 miljoen kijkers. Het is een minder draagkrachtig kijkerspubliek dan bij een voetbalwedstrijd, omdat het veelal afkomstig is uit minder welvarende delen van de wereld. Maar dus zeker geen minuscuul kleine sport, en een die zijn deel heeft gekregen van politieke problemen; denk maar aan het huidige conflict tussen India en Pakistan. De recente tour van het Engelse cricketteam naar India die uiteindelijk heel succesvol verliep, heeft aan een zijden draad gehangen uit vrees voor geweld.
Naast de televisie maken de organisatoren van de wereldbeker gebruik van alle mogelijkheden die internet biedt. Helaas kan ict niet zorgen voor grotere stadions. De kaartjes voor februari en maart volgend jaar zijn al uitverkocht.
India gaat steeds meer invloed krijgen op de ict. Het is een enorm groot en dichtbevolkt land, beschaafd en beschikkend over een redelijk goede infrastructuur. Ze zijn enorm gespitst op onderwijs en erg ambitieus. In de industrie zijn ze tot nog toe niet erg succesvol geweest omdat ze, met als de Afrikanen, niet kunnen concurreren met de organisatie en de aanpassingsbereidheid van de Aziatische landen. Maar India is in staat iets te organiseren dat meer creativiteit vergt, en dat gebruik maakt van hun kwalitatief hoogstaande onderwijs: een software industrie. Terwijl India zelf steeds meer behoefte heeft aan it-expertise is het vooral de dienstverlening aan de rest van de wereld die zo fascinerend is.
Het sleutelargument om softwareontw8ikkeling uit te besteden aan India is de combinatie van kosteneffectiviteit vanwege de lage lonen enerzijds en de kwalitatief hoge standaard van onderwijs anderzijds. Dat zou echter alleen maar tot goedkope ‘softwarefabrieken’ hebben geleid, met het extra probleem van het in de gaten houden van de output van zo’n fabriek.
De sleutel tot elke ontwikkeling op contractbasis is een goede specificatie. Dat is een ruil over-en-weer: de ontwikkelaar krijgt de vereisten helder gedefinieerd, en de klant krijgt een meetbaar resultaat. De Indiase softwarebedrijfstak heeft daar al in een vroeg stadium rekening mee gehouden en zo is er een industrie gegroeid die bewezen heeft met resultaten te kunnen komen en waarmee het ook nog makkelijk samenwerken is. Het netto effect hiervan is een omkering van het rolpatroon. Het zijn niet die Indiërs die naar handel lopen te zoeken, maar de grote consumenten van programmeercapaciteit die concurreren bij het trekken van de aandacht van Indiase programmeurs.
Als de bulk van die programmeurs verleid kan worden tot het kiezen van één ontwikkelomgeving boven de andere, dan heeft dat een diepgaande invloed op de architectuurkeuze van hun klanten. Dat is de reden dat Microsoft, Sun en Intel recentelijk manifestaties hebben georganiseerd in India, gekoppeld aan aantrekkelijke bonussen, om ontwikkelaars over te halen te kiezen voor dot.net of Sun One. Een seminar van Microsoft trok kortgeleden maar liefst 7.500 bezoekers!
Om de zaken in perspectief te blijven zien: India heeft naar schatting ongeveer 500.000 programmeurs, ongeveer hetzelfde aantal als in de VS, die gezamenlijk naar schatting 7,5 miljard dollar aan inkomsten genereren. Een minstens even interessant gegeven: 70 procent van die programmeurs zijn naar verluid softwareontwerpers, en geen code-kloppers. Suggereert dit niet dat er een stroom van nieuwe producten uit India zal komen die de concurrentieslag aangaan met Microsoft c.s., net zoals Japan dat deed met de hardware bedrijfstakken in de jaren ’60?
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.