Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) twijfelt aan de redenering van CMG Noord-Nederland dat bankzitters met een lange staat van dienst moeilijk uitwisselbaar zijn met detacheerders die net in dienst zijn getreden. Dat stelt de onderhandelaar voor vakbond CNV, Maurice Limmen.
Het CWI trekt daarmee een van de belangrijkste argumenten in twijfel die CMG hanteert om van de overtollige bankzitters af te komen. Volgens CMG lopen klanten weg als de huidige uitgeleende ict’er wordt omgeruild voor één die nu op de bank zit, maar langer in dienst is bij het bedrijf.
Volgens Limmen heeft het CWI de detacheerder gevraagd om deze redenering beter te onderbouwen. Het arbeidsbureau twijfelt er volgens hem ook aan of de uitleenfuncties sterk van elkaar verschillen. Volgens CMG beperkt dit de inzetbaarheid van de bankzitters.
De CNV’er stelt dat de met ontslag bedreigde CMG’ers tot begin volgende week bezwaren kunnen indienen bij het CWI. Hij verwacht dat het CWI eind september een uitspraak doet. "Ik ga er van uit dat ze daarbij wel rekening houden met een uitspraak van de rechtbank."
Ontslagvergunning
CMG vroeg midden juni het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI, het voormalige arbeidsbureau) om ontslagvergunning voor 109 medewerkers, voornamelijk detacheerders. CMG stelt dat de detacheerders te ontslaan zijn als ware het uitzendkrachten. Voornaamste argument: de opdrachtgever voert het gezag over de gedetacheerde. Het CWI lijkt het met het bedrijf eens. Het bestudeert nu de argumenten tegen de ontslagvergunning.
De vakbonden CNV en FNV proberen intussen de ontslagvergunning via de rechter te voorkomen. Bij twee rechtbanken dienden reeds korte gedingen. In het eerste probeerde CMG de vakbonden af te houden een interne handleiding openbaar te maken. In de tweede rechtszaak eiste de bonden dat het CWI de detacheerders niet beschouwt als uitzendkrachten.
Beide verzoeken zijn door de rechters voorlopig afgewezen. Later bespreken de rechters de zaak in detail, waarna de uiteindelijke uitspraak volgt. De vakbonden zijn tegen de voor hen ongunstige voorlopige uitspraak in hoger beroep gegaan. Wanneer dat dient, is bij het ter perse gaan van dit nummer van Computable nog niet bekend.
Gijs Hillenius