Lange tijd is de ontluikende Chinese markt beschouwd als de reddingsboei voor de haperende wereldwijde ict-industrie. Inmiddels blijkt ook deze explosieve groeimarkt tekenen van metaalmoeheid te vertonen.
Dat is de conclusie van een uitgebreide analyse van The Wall Street Journal. De Chinese ict-markt, die tot voor kort nog steevast groeicijfers van tientallen procenten noteerde, moet op een aantal cruciale terreinen fors inbinden. Zo is de besteding aan netwerkinfrastructuur door Chinese telecombedrijven het afgelopen jaar met 36 procent gedaald vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Dezelfde trend is waar te nemen in de verkoop van personal computers. Weliswaar was hier over het tweede kwartaal nog een groei waar te nemen van 6,6 procent, over dezelfde periode vorig jaar bedroeg deze nog 27,7 procent.
De terugvallende cijfers zijn ook terug te vinden in de individuele prestaties van wereldwijd opererende ict-bedrijven die tot voor kort groeimarkt China nog als een veilige haven beschouwden. Het Franse Alcatel bijvoorbeeld gaf in mei tijdens de aankondiging van de joint venture met het Chinese Shanghai Bell nog hoog op van de kansen op de Chinese markt, maar inmiddels moet het bedrijf toegeven dat de verwachting voor dit jaar er niet echt rooskleurig uitziet.
Veel wereldwijd opererende ict-giganten, waaronder Intel en Microsoft, hebben hun zinnen gezet op China als aanjager van nieuwe groei in de ict-markt. De hoop blijft groot, getuige onder andere de verwachting dat China binnen vijf jaar de VS zal passeren als grootste afnemer van personal computers. Maar het beeld van China als redder van de kwakkelende ict-industrie begint dus inmiddels ook wat smetjes te vertonen.