Een heilige graal van de it lijkt het gemeenschappelijk gebruik van een ondernemingsbrede business-repository. Deze is namelijk net zo moeilijk te vinden als dé graal.
Het concept van metadata is niet nieuw, maar met de komst van XML zijn we ons er bewuster van geworden. Een repository is een tekstgeoriënteerde database die data over data (metadata) kan opslaan. Hij is verwant aan XML in de zin dat XML tekst opmaakt met informatie over de tekst, dat wil zeggen de metadata, en geeft data en metadata door. Dat is veel flexibeler dan de oude techniek, waarbij vooraf de format van een bericht wordt gedefinieerd en het vereist is dat zowel de zendende als de ontvangende partij de regels strikt volgen.
XML is echter maar een voorbeeld van het besef van het belang van metadata. Bij bijna elke deel van een bedrijfssysteem bestaat behoefte aan het definiëren van details in documentformaat, dat zowel door mens als machine te lezen is. Helaas heeft elke aparte eenheid in de loop der tijd zijn eigen documentatie gekregen, en dientengevolge zijn er enkele of geen standaarden. De huidige situatie laat zich het best omschrijven als een zootje.
Het oude case-levenscyclusmodel illustreert het probleem. Om te beginnen zou het business-ontwerp gemodelleerd en getest moeten worden. Slechts weinig organisaties doen dat, maar degene die het wel doen, proberen waarschijnlijk hun modellen te documenteren, omdat ze software-tools zullen gebruiken die een repository van de ontwerpdetails zouden moeten onderhouden. Dan wordt het omgezet in een systeemmodel. Dat zou automatisch moeten gebeuren, maar dat is zelden het geval. Onvermijdelijk wordt een tweede repository gemaakt (of geen een!). Vervolgens wordt de database ontworpen en de programmaspecificaties gegenereerd, die de ontwikkelaars gebruiken als basis voor de ontwikkelde code. Als de applicatie wordt geïmplementeerd, moeten er talrijke operationele tabellen onderhouden worden om eigenaarkosten te definiëren, geldigheid, databaseontwerp, enzovoort. Vaak behelst dat het opstellen van tabellen voor tp-monitoren en communicatienetwerken. En dan moet er nog naar al die kwestbare pc’s op de werkpplek worden gekeken – een nachtmerrie.
Maar nu hebben we crm, en dat betekent nog een database voor het gegevenspakhuis, en nog een repository. In het ideale geval worden de details van de modellen overgedragen van het ene stadium in de cyclus naar het volgende. Belangrijker nog: Als er een wijziging wordt aangebracht beneden in de cyclus, bijvoorbeeld in een code-module, dan zou die weerspiegeld moeten worden in het businessmodel en zou er weer op consistentie gecontroleerd moeten worden. Maar dit gebeurt niet en dat zal waarschijnlijk ook nooit gebeuren.
In feite heeft elk stadium van het oude levenscyclusmodel zijn eigen repository, variërend van getypte specificaties tot een volledige XML-repository. Maar er is al zoveel geïnvesteerd en er is zoveel gaande, dat niemand tijd lijkt te hebben om te investeren in een enkele repository met de nodige verbindingen. Bijna niemand bevindt zich ooit in de benijdenswaardige situatie van een compleet nieuwe it-omgeving.
Jaren geleden probeerde IBM het case-levenscyclusmodel te gebruiken met AD Cycle, dat echter om de bovengenoemde redenen mislukte. Het was ongetwijfeld een goed idee, maar het bleek maar weer eens hoe moeilijk het is om een goed idee ten uitvoer te brengen. Sindsdien zijn er een of twee gespecialiseerde repositories geïntroduceerd, waaronder Brochade. Een van de problemen die de AD Cycle ondervond, was de enorme hoeveelheid benodigde opslag voor de metadata. Nu is dat niet langer een probleem vanwege de kosteneffectiviteit van Intel-servers en moderne disk-arrays. Niemand van de huidige spelers is echter groot genoeg, zoals IBM, om enige impact te kunnen maken op het niveau van grote ondernemingen. Er zijn enkele succesverhalen geweest over het definiëren van standaarden voor het uitwisselen van metadata tussen onafhankelijke databases, zowel tussen case-ontwerp-subsystemen als tussen databases, erp-systemen en gegevenspakhuizen. Nu is het tijd om energie te steken in de huidige op XML gebaseerde repository-standaarden, die toepasbaar zouden moeten zijn voor de gehele levenscyclus. Helaas koesteren alle softwareleveranciers nog hun eigen repositories met beperkte functies, om de inkomstenstroom te garanderen. Hoewel ze graag metadata uitwisselen, zijn ze niet zo happig op een enkele gemeenschappelijke repository van een andere leverancier. Het is de moeite waard om de vorderingen met XML-gerelateerde repository-standaarden en de leveranciers van specifieke repositories af te wachten. Er is echter ook een kans voor een XML-databaseleverancier, zoals Software AG met Tamino.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.