De nieuwe topman van Bull, Pierre Bonelli, zet de reeds ingezette koers van voorganger Guy de Panafieu voort: focus op mainframes en servers. Hij verwacht de verliezen fors terug te dringen.
Bonelli, die in december bij Bull aantrad, was eerder topman bij de Sema Group, die ooit wereldwijd tot de subtop van it-dienstverleners behoorde. In april 2001 heeft Schlumberger de dienstverlener ingelijfd; de divisie heet nu SchlumbergerSema. Overigens heeft Schlumberger ook de goedlopende smartcard-divisie van Bull overgenomen, begin 2001.
Bij de presentatie van de halfjaarcijfers (een verlies van 524,2 miljoen euro) zei Bonelli dat de onderneming zich terugtrekt op de kern van haar bedrijvigheid: hardware en bijbehorend onderhoud. Het bedrijf haalt 45 procent van zijn omzet uit verkoop van hardware en de rest uit onderhoud en dienstverlening.
Bonelli zegt dat Bull zich gaat concentreren op zijn achthonderd grote klanten die grote mainframes en servers hebben staan. Bull probeert die klanten meer hardware te slijten. Het bedrijf richt zijn pijlen op de sectoren defensie, telecommunicatie en overheid.
Eerder dit jaar is de onderneming van de ondergang gered door een lening van de Franse overheid van 450 miljoen euro. De Europese Commissie onderzoekt nog of deze lening terecht is verleend.
Bonelli verwacht in de eerste helft van 2003 weer quitte te draaien. Hij wil de kapitaalpositie van het bedrijf dan ook verbeteren, waarschijnlijk door nieuwe investereerders aan te trekken.