Het Universal Description, Discovery and Integration-project (Uddi) wordt geadopteerd door Oasis voor ratificatie als een onafhankelijke standaard.
Uddi is in augustus 2000 opgezet door IBM, Ariba en Microsoft met als doel standaard specificaties te realiseren voor het beschrijven van webdiensten die worden verzameld in een gigantische online-database. Alle grote it- en computerondernemingen sloten zich destijds aan bij het project, inclusief Sun, HP en Oracle. Volgende week wordt Uddi versie 3.0 aan de wereld gepresenteerd. Die versie biedt ‘rijkere’ xml-webdienstbeschrijvingen en is beter in staat de Uddi-directories met elkaar te verbinden.
De ondersteuning door Oasis (Organization for the Advancement of Structured Information Standards) betekent een nieuwe stap op de weg naar bredere acceptatie van Uddi. Tot op heden wordt het vooral in de ‘kleine’ kring van UDDI.org gebruikt. In dat gezelschap zitten onder meer bedrijven als American Express, BEA Systems, Boeing, Cisco Systems, Ford en Fujitsu.
Toen Uddi door de drie initiatiefnemers werd geïntroduceerd had iedereen nog de mond vol over b2b- en b2c-toepassingen en over online marktplaatsen. Maar de tijden veranderden snel en in plaats van grote, publieke online-directories – zoals aanvankelijk de bedoeling was – bouwden de klanten vooral hun eigen directories achter hun eigen firewalls. Om deze kleinere directories toch op een veilige manier samen te laten smelten tot één grote online-database, werd Uddi 2.0 ontwikkeld. Daarmee werd een mogelijkheid gecreëerd voor meerdere ‘entiteiten’ in een Uddi-directory om zich veilig met elkaar te verbinden in een hiërarchische of horizontale structuur.