Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Waarom gaat Microsoft weer met Java in zee? Hoeveel ‘hotspots’ zijn er in 2005? Wanneer komt de 64 bit Unix van Caldera nu? Willen we ‘direct berichten’?
Waarom gaat Microsoft weer met Java in zee?
… omdat het echt niet anders kan. Microsoft blijft zijn tanden stuk bijten op Java, de vermaledijde programmeeromgeving van concurrent Sun. Vorige week nam de softwaregigant de in bepaalde vakpers wel als ‘historisch’ omschreven beslissing Java weer op te nemen in Windows. Historisch? Kom, kom. Een noodzakelijke maar tijdelijke tactische terugtocht, niet meer en niet minder. Liever Java leveren dan nog een veroordeling wegens concurrentievervalsing, dat was de afweging. Microsoft verwachtte kennelijk de in maart door Sun aangespannen rechtszaak te verliezen. Een veroordeling wegens misbruik van monopoliepositie kan Microsoft er op dit moment niet bijhebben.
Een leuke opsteker voor Sun. Het concern slaagt er als geen ander in Microsoft te treiteren. Microsoft besloot dit voorjaar de Java Virtual Machine (JVM) weg te laten uit nieuwe versies van Windows. Computergebruikers die in hun browser Java-applets wilden afspelen met Windows XP, moesten de runtime -omgeving daarvoor, de JVM, maar downloaden. De huidige knieval betekent dat Microsoft met nieuwe versies van XP en de eerstvolgende servicepack de eigen JVM uit 1997 weer wel meelevert. Stokoude software natuurlijk, maar daar heeft Microsoft geen boodschap aan. Moet Sun maar niet zo zeuren. Om aan zijn ‘verplichtingen’ te voldoen, gaat Microsoft hiermee waarschijnlijk door tot 2004. Dan kan Microsoft gezien de afspraken van een eerdere schikking tussen Sun en Microsoft Java zonder gevaar dumpen. De tussentijd kan worden gebruikt om het hele Java-platform overbodig te maken. Dan is het probleem ook opgelost.
Hoeveel ‘hotspots’ zijn er in 2005?
… eh, eh veel. Een omgeving waar een draadloos netwerk publiek wordt aangeboden noemt men een ‘hotspot’. Ik heb het ook niet bedacht. Op dit moment vind je ze in een enkel trendy hotel, ambitieuze luchthavens en sommige hightech koffieshops. Bij elkaar schijnen er wereldwijd een paar duizend te zijn, vooral in de VS en Japan. Draadloze netwerken hebben de wind mee. Bij sommige telecombedrijven breekt dan ook het angstzweet uit. Want als dat doorzet, verminderen de terugverdienmogelijkheden van de nog aan te leggen umts-netwerken nog verder. Als ik de schattingen van diverse onderzoeksbureaus moet geloven, borrelen de hotspots de komende jaren uit de grond. Tegen 2006 zouden er wereldwijd tussen de 46000 (Instat en Tele Analytics) en tot 60.000 (Analysys/Intel) in bedrijf zijn.
Maar er is meer. HP en Toshiba introduceerden vorige week kant-en-klaar pakketten voor het aanleggen van dergelijke omgevingen. HP levert een systeem inclusief diensten voor abonneeadministratie en facturering voor grootschalige implementaties. De ‘wireless broadband hotspot’ van Toshiba is meer gericht op de coffeeshop op de hoek. Dat soort pakketoplossingen werkt drempelverlagend.
Tenslotte wordt er ook hard gesleuteld aan de laatste technische bottlenecks zoals onderlinge facturering en een naadloze overgang (roaming) tussen hotspots. Maar liefst twee standaardisatieclubs houden er zich mee bezig, wat zelden een voordeel is. Naast de aloude WECA (Wireless Ethernet Compatibility Alliance), zien ook de oprichters van Pass-One een missie voor zich weggelegd. Of zien ze vooral business? Gezien het lidmaatschapstarief van minimaal tienduizend dollar zou je het bijna gaan denken.
Wanneer komt de 64 bit Unix van Caldera nu?
… waarschijnlijk nooit meer. SCO was meer dan een decennium de marktleidende Unix-leverancier voor het Intel-platform. Op een gegeven nam het bedrijf uit Santa Cruz ook nog de Unix-poot van Novell over (Unix Ware en de AT&T broncode-rechten). Het werd zo weliswaar de hoeder van het Unix-erfgoed maar veel baat had het concern er niet bij. Op het toppunt van de beursgekte werd het bedrijf overgenomen door de Linux-dwerg Caldera. Samen met IBM zat SCO toen nog in het Monterey-project dat moest leiden tot twee 64 bit Unix-varianten, voor IBM’s eigen Risc-processor én voor het Intel 64bit Itanium platform. IBM heeft zijn kunstje geflikt, maar de 64bit Unixware (of Open Unix) voor het Intel-platform heeft Caldera nooit het licht doen zien. Het komt er volgens mij ook niet meer van. Er is nog geen markt, en op langere termijn zet Caldera zijn kaarten liever op een 64-bit Linux versie. Bovendien kost dat niets, omdat de Linux-gemeenschap daar in zijn vrije tijd aan sleutelt. En anders is er altijd nog een IBM-alternatief. Toonde Caldera in 2001 al niet eens een preview van IBM’s AIX 5L voor Itanium?
Willen we ‘direct berichten’?
… soms wel, meestal niet. ‘Instant messaging’ (im) is razend populair bij consumenten en vooral bij jongeren. Wereldwijd maken volgens Nielsen/Net Rating ongeveer 41 miljoen internetters ervan gebruik. America’s Online Messenger is met ruim 22 miljoen gebruikers de grootste, maar MSN Messenger van Microsoft scoort met bijna zestien miljoen gebruikers, ook behoorlijk. De Messenger van Yahoo blijft steken op 12 miljoen gebruikers en good old ICQ (‘I seek you’) – de uitvinder – heeft nog maar vier miljoen fans (Ja, dat is samen meer dan 41 miljoen, maar waarom zou je maar één systeem gebruiken?).
Ik begrijp volkomen waarom mijn zoon het zo leuk vindt. Zodra hij zijn computer aanzet, ziet hij welke vrienden ook online zijn. Daar kan hij dan direct mee kletsen of een spelletje doen. VET!
Wat ik minder begrijp is dat ‘instant messaging’ ook in zakelijke omgevingen steeds meer gebruikt wordt. Ik zou dat flink afremmen als ik bedrijfsleider was. Uit eigen ervaring weet ik dat het vooral afleidt. Maar ik kan werksituaties voorstellen waarin dergelijke directe en synchrone communicatie handig is, zoals de laatste fase van een tijdschriftproductie of de effectenhandel. Algemener: im is zeer geschikt voor werksituaties waarin onder flinke tijddruk snel gecommuniceerd moet worden en waarin korte mededelingen – n� kopen – volstaan.
Wat bedrijven niet moeten doen is zomaar de MSN’s van deze wereld gaan gebruiken. Die zijn namelijk inherent onveilig. Er zijn tal van professionele alternatieven, zoals Lotus Same Time of de im-module van Groove Networks, die encryptie-, sluitende identificatie en/of archiefmogelijkheden toevoegen. Maar ik geef toe dat dat grof geschut is voor het heen en weer sturen van wat tekstregels. Een interessante ontwikkeling is daarom de introductie van professionele extensies voor im-consumentenproducten. Zo is er de kersverse L7 software van Akonix Systems die een veiligheidsschil toevoegt aan MSN of AOL Messenger. Even nieuw is de uitbreiding met audit en rapportage van Wired Red Software. En ook bij de berichtenstroom van MS Exchange 2000 Instant Messaging Service kun je inmiddels archiveren dankzij de Imlogic-software die Microsoft sinds kort onder licentie uitbrengt. Maar de vraagt blijft of je dit wel moet willen. Het voordeel van e-mail is toch dat je het kunt bekijken op een moment dat het jou uitkomt.
Fred van der Molen