EMC is een van de grootste succesverhalen in de geschiedenis van de it. Het bedrijf maakte goed gebruik van de kansen die werden gecreëerd toen ondernemingen hun apparatuurkeuze uitbreidden met mainframes, Unix-machines en op Intel-gebaseerde servers.
De verscheidenheid aan architecturen werd als onvermijdelijk beschouwd toen de range van applicaties diverser werd, hoewel iedereen wist dat dit een hoop beheerproblemen zou creëren. Ik denk dat maar weinig organisaties zich realiseerden dat er ook een groeiende vraag naar middleware zou zijn om deze afzonderlijke systemen te integreren. Er was hoe dan ook een enorme toename in de vraag naar online opslag, zowel van de kant van de nieuwe generatie dataverwerkingsapplicaties zoals erp, als door de komst van crm-applicaties, met de daarmee gepaard gaande behoefte aan een gegevenspakhuis. Tegelijkertijd creëerden kantoorsystemen ook een toename in de vraag naar opslag, toen gui-tekstverwerking de norm werd (een Word-document is tien keer groter dan de werkelijke tekst, ‘roll-on’ xml-editors en documentsystemen!) en vanwege de groei van e-mail. Alle systeemleveranciers konden voorzien in de extra opslag, maar tegen een hoge prijs. Slechts enkele konden alle platformen bedienen. Zo kregen gespecialiseerde leveranciers van opslagsubsystemen kansen. Storagetek en HDS waren al gevestigd. Data General dook met succes in deze markt, maar EMC was hét grote succesverhaal. Vooral dit bedrijf benutte de enorme ontwikkelingen in apparatuur voor magnetische opslag, met name diskdrives. EMC maakt geen opslagapparatuur, het koopt deze in om te assembleren tot subsystemen. Het nam het raid-concept (redundant arrays of inexpensive discs) op in zijn producten, produceerde fouttolerante systemen die veel effectiever (voor dezelfde prijs) waren dan die van bijvoorbeeld IBM en HP, en bediende graag meerdere platformen.
Dezelfde concepten worden nu geïmplementeerd door de concurrenten, en de markt wordt concurrerender nu IBM een goede klant als Sequent koopt en HP Compaq overneemt. EMC is door deze ontwikkelingen flink geraakt alsmede door de afnemende bestedingen in de it gedurende het afgelopen jaar, en moest veel werknemers wereldwijd ontslaan.
De andere belangrijke ontwikkeling is de komst van ‘network attached storage’ (nas) en ‘storage area networks’ (san), die beide trachten een opslagpool voor meerdere systemen te leveren. In het bijzonder zijn er ontwikkelingen die meerdere verschillende systemen in staat moeten stellen om gemeenschappelijke bestanden te delen, maar zover is het nog niet; en dat zal niet gebeuren voordat men het eens wordt over industriebrede standaarden voor de lange termijn. Het is echter mogelijk een opslagsysteem te partitioneren zodat een deel wordt gebruik door de ene computer en een deel door een andere. Bij twee totaal onafhankelijke systemen zou dit weinig voordeel bieden, vergeleken bij aparte opslagsystemen gekoppeld aan de individuele computers. Er is echter een groot voordeel wanneer alle aanvullende eisen in aanmerking worden genomen. Met name back-up en archivering worden veel simpeler, aangezien ze worden toegepast op slechts een enkel subsysteem. Momenteel is er een grote leemte in back-up-technologieën. De hardware is opmerkelijk, en hoge prestaties en dito capaciteit zijn binnen het bereik van middelgrote installaties en enorme bedrijfssystemen uit het verleden, dankzij goedkope taperobots. De software is echter nog gebaseerd op een host-processor, en in een gemengde omgeving rijst dan de vraag: op welke host. Datasets worden verplaatst van het opslagsubsysteem naar de host en dan weggeschreven naar het tape-systeem. Het is verbazingwekkend dat er geen ontwikkeling is geweest waarbij de opslagsystemen zelf direct over de opslag-lan schrijven, en de host passeren. Dat is niet niets, omdat veel sectoren aan files moeten worden toegewezen, hetgeen betekent dat de ‘file allocation’-tabellen (of equivalenten) gespiegeld moeten worden van iedere host naar het opslagsysteem.
De kern van bovenstaande overwegingen moge duidelijk zijn. De ontwikkelingen zullen zich eerder op software richten dan op hardware. Opslagbeheersoftware zal het volgende middel zijn om zich te onderscheiden in san- en nas-technologieën. Het zal een combinatie moeten zijn van de huidige door een host ondersteunde technologie en de ontwikkeling van specifieke features van de volgende generatie controllers.
Dit is de uitdaging die EMC moet aangaan, als het IBM, HDS en andere op afstand willen houden. Het bedrijf is zich daarvan bewust en de meerderheid van de ontwikkelingen in de EMC-labs buiten Boston is nu gericht op software. Of het de concurrentie voor kan blijven in deze arena valt nog te bezien.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.