Het Japanse elektronicaconcern NEC wil de pc-productiefaciliteiten in Schotland en Maleisië van de hand doen en de pc-productie grotendeels uitbesteden.
De grootste gegadigde voor het uitbestedingscontract is een nog niet bij naam genoemd Taiwanees bedrijf, dat uiteindelijk zo’n 70 procent van de productie van NEC-computers voor zijn rekening moet gaan nemen. Het Japanse concern houdt twee fabrieken over voor de assemblage van pc’s, één in Japan en één in het Franse Angers.
De fabriek in Schotland assembleert op jaarbasis 350 duizend systemen (desktops, notebooks en servers) en de productiefaciliteit in Maleisië is goed voor honderdduizend stuks. Hoeveel banen er nu op de tocht komen te staan, is nog niet bekend. Wereldwijd zijn er drieduizend mensen werkzaam in NEC’s computerdivisie. Het afgelopen boekjaar leed die divisie 240 miljoen dollar verlies.
Onlangs werd bekend dat NEC zijn chipdivisie wil verzelfstandigen en investeerders zoekt voor zijn divisie plasma-beeldschermen. Die plannen zouden deel uitmaken van een grootschalige herstructureringsoperatie die het concern doorvoert in alle verlieslijdende bedrijfsonderdelen. Kennelijk ontkomt ook de pc-divisie daar niet aan.
In de wereld, en ook in Europa, is NEC de op-vier-na-grootste pc-producent. Nadat de verkopen van HP en Compaq zijn samengevoegd, zal het Japanse concern vanzelfsprekend nog een plaatsje op die ranglijst stijgen. In Europa verkoopt NEC vooral veel pc’s onder de naam Packard Bell.