Verlaten de scheepsratten het zinkende Sun-schip of is het een geplande en ordelijke wisseling van de wacht? Met name het vertrek van de pragmatische ‘Fast Eddy’ Zander is zonder meer een verlies voor Sun. Teake Zuidema bericht over het waarom van het vertrek en over de nieuwe N1-strategie van het bedrijf.
De vier pijlers van Sun Dit jaar is het twintig jaar geleden dat een trio afgestudeerde studenten van de Stanford University – een Amerikaan, een Indiër en een Duitser – in een oude Volkwagen de San Francisco Bay oversteekt voor een bezoek aan de Berkeley University. De Duitser Andy Bechtolsheim is een hardware-specialist die tijdens zijn studie met bij elkaar gesprokkelde onderdelen een 32-bit microcomputer met een ingebouwde ethernetverbinding in elkaar heeft geprutst. De Indiër is Vinod Khosla die naar Amerika is gekomen om een bedrijf te beginnen en rijk te worden. De Amerikaan is Scott McNealy, een extraverte jongen uit Detroit die meer van ijshockey weet dan van computers. Zonder al te veel fantasie hebben ze Bechtolsheims computer de Stanford University Network gedoopt. In de wandeling wordt dat al gauw Sun. Omdat ze nog een software-expert nodig hebben, gaan ze in Berkeley op bezoek bij Bill Joy die dan reeds een zekere reputatie heeft opgebouwd met zijn eigen versie van Unix. Wanneer het onmiddellijk klikt tussen de hardware-fanaat Bertolsheim en de software-fanaat Joy is Sun Microsystems geboren. Reeds een jaar later vliegen de werkstations de deur uit. De vier oprichters Bechtolsheim, Joy, Khosla en McNealy zijn de symbolen voor de vier poten waarop Sun Microsystems groot is geworden: hardware, software, financieel inzicht en ongebreidelde passie. |
McNealy presenteerde de uittocht als een lang van te voren, ragfijn doordacht plan. "Het is allemaal onderdeel van een uitgestippelde opvolgingsstrategie waaraan in het managementteam meer dan een jaar aan gewerkt is," aldus McNealy. Het team zou zich hebben laten inspireren door de manier waarop bij General Electric gewerkt is aan de opvolging van de nu reeds legendarische ceo Jack Welch. McNealy zit sedert 1999 in de raad van bestuur van General Electric en heeft de wisseling van de wacht daar dus van nabij meegemaakt.
Toni Sacconaghi, een analist van Sanford Bernstein, vroeg McNealy in een ‘conference-call’ met analisten waarom het vertrek van alle betrokkenen in dat geval dan ook niet keurig in één persconferentie aan het volk gepresenteerd kon worden. McNealy antwoordde hierop wat vaagjes dat de verschillende exits achter elkaar werden afgehandeld, omdat er allerlei gevoelige zaken van ego en ambitie in het geding zijn. Niemand kwam trouwens op het idee te vragen of er in de opvolgingsstrategie van Sun dan ook al een opvolger voor McNealy achter de gordijnen staat. McNealy blijft, en dat betekende voor Zander dat er voor hem nooit een kans zou zijn ceo te worden van Sun.
Dat de aandeelhouders weinig positief dachten over de desertie van Zander, bleek wel toen de dag na de aankondiging van het vertrek de koers van Sun vijftien procent naar beneden duikelde. Dat was precies één procent voor ieder jaar dat Zander bij Sun in dienst is geweest. Vijftien jaar is een lange tijd voor een zo gedreven en ambitieus persoon als de Newyorker Zander en hij moet dus wel erg aan Sun gehecht zijn geweest. Sun Microsystems is überhaupt geen draaideur voor managers. "De ’turn-over rate’ van ons management is nauwelijks hoger dan het sterftecijfer," grapt McNealy. Dat betekent dat de nieuwe topmanagers bij Sun ook al gemiddeld zo’n acht a negen jaar bij Sun in dienst zijn.
Branieschopper McNealy
Aandeelhouders reageren per definitie als angsthazen, maar ook verschillende analisten klonken wat sombertjes. "Zander was een centrale figuur in de organisatie (…) dus is het een aanzienlijk verlies," zei Shelby Seyrafi, een analist van A.G. Edwards & Sons. Over de uittocht van de managers merkte dezelfde analist op dat "het klimaat voor Sun op de korte termijn zeer moeilijk is, dus rapen ze hun geld bij elkaar en vertrekken." Moeten de aandeelhouders dus hun stukken Sun van de hand doen? Nee hoor, Shelby zwaait nog steeds met het bordje ‘BUY’. Hij gelooft dat de huidige en nakende problemen van Sun inmiddels wel in de koers zijn verwerkt en dat er genoeg bankzitters van hoog kaliber zijn om de opgestapte managers te vervangen.
In een rapport van Morgan Stanley werd Zander zelfs ‘onvervangbaar’ genoemd als de man die verantwoordelijk was voor de goede relaties tussen Sun en zijn klanten. Ook ceo Scott McNealy gebruikte het woord ‘onvervangbaar’ om goed te praten waarom Zander inderdaad ook niet vervangen wordt. McNealy zal namelijk de functies die Zander vervulde, nu zelf op zich te nemen. "Er zijn toch weinig mensen die als coo met mij kunnen werken," zei McNealy kennelijk als complimentje aan Zander in een interview met de populaire financiele televisiezender CNBC. McNealy en Zander werden daarin ondervraagd door niemand minder dan Jack Welch die sinds zijn vertrek bij General Electric wat bijschnabbelt als financieel journalist.
Dat de dertien topmanagers van Sun nu direct aan McNealy gaan rapporteren, valt niet in goede aarde bij de meeste Sun-watchers. De algemene teneur is dat de visionair en branieschopper McNealy een pragmatische manager en klantenbinder à la Zander naast zich nodig heeft, om te zorgen dat de treinen bij Sun op tijd vertrekken. Men trekt daarbij vaak de vergelijking met de manier waarop de vroegere coo Ray Lane er voor zorgde dat de doldwaze ceo Larry Ellison de op hol geslagen Oracle-locomatief niet van de rails liet lopen. Sinds het vertrek van Lane is er niemand meer bij Oracle die de megalomanie van Ellison enigszins in toom kan houden.
Het verhaal van Zander is dat hij eigenlijk in 2001 al wilde vertrekken bij Sun, maar dat McNealy hem overhaalde om te blijven tot de moeilijkste tijden voor het bedrijf achter de rug zouden zijn. Als reden voor zijn vertrek noemt Zander dat hij na vijftien jaar wel eens ergens wil werken waar hij zelf de ‘numero uno’ is. Zander is ceo-materiaal, en zijn naam is in de afgelopen jaren al verschillende malen opgehoest door de geruchtenmachine die altijd op gang komt wanneer er ergens in Silicon Valley een topman nodig is. Hij werd onder andere genoemd toen de toppositie bij HP vrij kwam. Dat de uittredende coo van Sun het nu heeft over boeken lezen, golfen en dingen doen met zijn familie, mogen we daarom wel met een dikke korrel zout nemen. Zander zal ongetwijfeld bijzonder snel op een belangrijke ceo-plek belanden.
Problemen cyclisch en structureel
Het is de vraag of de managersexodus op gang komt, nu Sun het dieptepunt van een crisis beleeft of dat – zoals McNealy zegt – het ergste reeds achter de rug is. Alle ict-bedrijven krijgen klappen door de economische neergang, maar bij Sun zijn die klappen extra hard aangekomen. Het bedrijf was de hofleverancier van de dotcoms en de telcoms en heeft daarom zijn inkomsten zien imploderen. In de negen maanden voorafgaande aan 31 maart 2002 daalden de inkomsten met 35 procent. Volgens McNealy zal Sun echter in het huidige kwartaal weer winst maken.
Zander en McNealy benadrukten in het CNBC-interview met Jack Welch dat er geen verschillen van mening zijn over de te volgen strategie in de crisis. Er is de laatste tijd door insiders wel gespeculeerd dat de recht-door-zee zakenman Zander veel eerder en dieper had willen snijden in het vlees van Sun dan McNealy toestond. Sun was ondanks de imposante implosie van zijn belangrijkste marktsegementen laat met het ontslaan van 3900 medewerkers en het terugdraaien van de kosten. Er zijn echter geen aanwijzigingen dat zich hierover echt een confrontatie heeft afgespeeld tussen Zander en McNealy.
Naast de problemen die te maken hebben met de economische malaise ligt Sun Microsystems ook structureel onder vuur. De onderkant van de server-markt wordt in rap tempo ‘verdelliseerd’, een ontwikkeling waarbij minder krachtige servers net zulke goedkope gebruiksgoederen worden als elektrische tandenborstels en personal computers. De servers van Dell en Compaq die gebruik maken van Microsofts server-software zijn minder krachtig, maar wel een stuk goedkoper dan die van Sun. Tegelijkertijd vreet zwaargewicht IBM aan de bovenkant van de server-markt. Voor de nabije toekomst maakt Sun zich op voor een keiharde confrontatie met Microsofts .Net – of ‘dotnot’ zoals McNealy het noemt.
De N1-strategie
Hoe ziet de groeistrategie van Sun Microsystems er voor de komende jaren uit? Hierover wordt uiteraard druk gespeculeerd door de verschillende analisten, maar het lijkt erop dat John Markoff van de New York Times er het best in is geslaagd om uit de catacomben van Sun zelf te vernemen welke koers McNealy voor de komende jaren heeft uitgestippeld. In een artikel in deze krant (3 mei) schrijft Markoff dat McNealy zelf de uittocht bij Sun op gang heeft gezet door iedereen die niet van plan was nog eens voor vijf jaar bij te tekenen, te laten vertrekken.
McNealy wil dat van nu af aan iedereen aan boord blijft, terwijl Sun begint aan de uitvoering van een strategie die binnen het bedrijf bekend staat als N1. Binnen N1 zullen Suns hardware- en software-strategieën zo op elkaar worden afgestemd dat bedrijven in de nabije toekomst al hun ict-middelen – Windows-pc’s, Cisco-routers, Linux-servers en IBM-mainframes – als één computer kunnen runnen. In een ‘skunkworks’-lab in San Francisco is Sunoprichter en software-goeroe Bill Joy – wie anders? – met een klein groepje programmeurs bezig de enen en nullen te schrijven voor de software die deze N1-strategie mogelijk moet maken.
De complete blauwdruk van de N1-strategie zal volgens de New York Times in de herfst van dit jaar worden onthuld. Op 22 mei zal een tipje van de sluier worden opgelicht wanneer een serie bekendmakingen gedaan zal worden over de toekomst van het Solaris-besturingssysteem. De N1-strategie beoogt het bedrijf minder afhankelijk te maken van de prijzenoorlogen op de hardware-markten. McNealy wil de inkomsten voor een belangrijk deel verschuiven van hardware naar software en diensten.
De inkomsten van Sun komen nu voor 70 procent uit hardware en voor 30 procent uit software en diensten. In de toekomst moet dat volgens de anonieme bronnen van de New York Times binnen Sun precies andersom zijn. McNealy benadrukte onlangs wel dat zijn bedrijf nooit een ‘software-tent’ à la Microsoft zal worden. "Bedenk dat de naam van het bedrijf Sun Microsystems is", zegt McNealy. "De wereld wil software verpakt in metaal en plastic."
Tijdens de exodus bij Sun is in ieder geval duidelijk geworden dat kapitein McNealy van plan is om nog heel lang de bovenbaas te blijven. McNealy: "Mijn boodschap is dat ik stevig in het zadel zit, dat ik een geweldige tijd beleef en dat ik blij ben dat de slechtste tijden voor Sun achter de rug zijn." Inderdaad, het is bij vriend en vijand bekend dat McNealy na twintig jaar nog steeds totaal verknocht is aan zijn bedrijf en dat hij bovendien als geen ander geniet en boven zich zelf uitstijgt wanneer de uitdagingen zich opstapelen. Wat dat betreft kan hij zijn hart ophalen.
Teake Zuidema