Ter gelegenheid van de ingrijpende transformatie die Computable nu ondergaat spraken we met de langstlezende abonnee. Richard Wijnschenk (56) ontvangt Computable al vanaf 1970. Tijdens zijn bewogen carrière heeft hij de opkomst van de automatisering in Nederland van dichtbij meegemaakt.
De eerste keer dat ik in de markt interesse bespeurde voor automatisering was toen ik begin jaren zeventig werkte bij Handelsonderneming Ruys. Dit bedrijf importeert nu nog steeds Francotype frankeermachines, en was in Nederland in die tijd importeur van Olivetti schrijfmachines. Namens Ruys kwam ik bij bedrijven om te praten over archiveren en plannen. Daarbij merkte ik dat er interesse was in automatisering van die taken.
Ik was 24 jaar, en bedacht me dat, als ik geld wilde verdienen en carrière maken, ik moest kiezen voor de automatisering. Daarom ging ik solliciteren bij Nixdorf, waar ik ben aangenomen als junior-verkoper. Nixdorf verkocht magneetkaartcomputers, boekhoudmachines waarbij de gegevens zowel op een kaart als op een aangehechte magnetische strip stonden. Om die gegevens te printen werden de kaarten via een kaartfeeder ingevoerd. Zo was het mogelijk om bijvoorbeeld snel een lijst met debiteuren op te stellen. Ze werkten met kerngeheugens die handmatig bedraad werden. Dat gebeurde in Rotterdam door huisvrouwen.
Belletje trekken
Die machines waren een groot succes. Je had namelijk te maken met boekhouders die al gewend waren om een kaart in de hand te houden. Het systeem was voor hen herkenbaar. De prijs voor dergelijke apparaten was destijds tachtig- tot honderdduizend gulden, als je er een of twee in de maand verkocht was dat groot feest. Verkopen was echt belletje trekken. Letterlijk werd er gezegd: "Jij neemt de Herengracht. Overal waar neonverlichting brandt zit een kantoor, zorg dat je er binnenkomt."
Ik heb tien jaar bij Nixdorf gewerkt. Daar heb ik de komst van de schijvencomputers met beeldscherm meegemaakt. Nixdorf was daarmee overigens niet de eerste, dat was Singer. Het ging om machines met een vaste en een verwisselbare schijf (2x64Mb), ongeveer zo hoog als een tafel. Het kopiëren van de gegevens met behulp van de verwisselbare schijven kostte ongeveer twintig minuten, de prijs was ongeveer een ton.
Nixdorf was een van de eerste bedrijven die een compleet pakket aanbood, waarin hardware en software gecombineerd waren. Het softwarepakket had een modulaire opbouw. De klant vulde een vragenlijst in, aan de hand waarvan de parameters in het pakket werden ingesteld. Op die manier kon standaard software toch op maat worden gemaakt.
Bij Nixdorf heb ik gewerkt met de nieuwe, verticale branchegerichte benadering. Hiervan ben ik nog steeds een groot voorstander, omdat je de gebruikers in hun eigen taal kunt aanspreken. Bij Nixdorf ben ik verantwoordelijk geweest voor het automatiseren van autodealers met magneetschijfmachines. Mercedes was de eerste klant van Nixdorf in Nederland. Daarna volgden al snel anderen, als Mitsubishi, Peugeot-Citroën en British Leyland. Het was belangrijk de dealer ervan te overtuigen dat automatisering zou leiden tot tijdsbesparing, waardoor hij zich zelf kon richten op verbetering van de dienstverlening. Toen ik eind jaren zeventig wegging bij Nixdorf had het bedrijf in Nederland zeshonderd medewerkers, tegen dertig tien jaar eerder.
In die tijd heb ik Heinz Nixdorf, de oprichter van het bedrijf, persoonlijk gekend. Hij had een zeilboot in Hoorn, en ik haalde hem vaak op van de luchthaven. Nixdorf is in het harnas gestorven op de Hannover Messe. We hadden daar de grootste stand, waar op de dag van zijn dood alle beeldschermen met zwarte doek werden afgedekt, een indrukwekkende gebeurtenis.
Schaarste
Aan het eind van de jaren zeventig kwam de personal computer op. Ik voelde aan dat de pc-markt de toekomst had, en ben voor mezelf begonnen. Met twee anderen, Robert Voges en Martin Smit, heb ik de franchiserechten gekocht voor Computerland, een van oorsprong Amerikaanse keten met winkels over de hele wereld. In 1984 openden we de destijds grootste computerwinkel van Europa aan het Leidseplein.
We waren een van de eerste wederverkopers van IBM. Wij kochten zelf in via Computerland in Luxemburg, wat betekende dat we het landenquotum van IBM in Nederland omzeilden. Door de schaarste van onderdelen gaf IBM Europa ieder land een eigen quotum, en als IBM overal in Nederland was uitverkocht kon je bij ons nog steeds kopen. Een van de machines die we verkochten was de zogeheten pc-transportable, wat in die tijd betekende dat de machine, met een prijs van twaalf- tot achttienduizend gulden, nog steeds acht kilo zwaar was.
Na verloop van tijd heb ik mijn aandeel in Computerland verkocht, en ben ik gaan werken voor Info’Products. Dat was op dat moment de grootste IBM-dealer van Nederland. Daar ben ik betrokken geweest bij het opzetten van Vendex-computerwinkels. Dreesman had gezien dat Sears Roebuck in de Verenigde Staten met veel succes computers verkocht in zogeheten computercorners. Hij wilde datzelfde doen in Nederland, met zogeheten VIP-corners (Vendex Informatie Producten). Hij heeft zich letterlijk gemeld bij de balie van Info’Products en heeft, om snel aan technische kennis te komen, direct een aandeel in het bedrijf gekocht.
Verkoop van pc’s in warenhuizen liep echter niet zo goed. Dat had er onder meer mee te maken dat de machines toch vrij groot waren, die nam je niet even mee op de roltrap. Bovendien wilden de klanten die machines rustig bekijken. Het eerste wat we daarom gedaan hebben is het weghalen van de corners uit de warenhuizen, om ze neer te zetten op begane grond-locaties met veel parkeergelegenheid.
Na een aantal jaren is die hele keten verkocht aan een Duitse dealer. Zelf wilde ik niet mee in de verkoop, en ben ik directeur geworden bij in Leiden. Daar heb ik de eerste beursperikelen meegemaakt. Ook begonnen in die tijd, tussen 1985 en 1988, de prijzen te dalen, en werden computers langzaam een gebruiksgoed. Toen Infotheek naar de beurs ging ben ik benaderd door een headhunter, om te gaan werken bij Digital. Daar was de nieuwe trend het werken met ‘waarde toevoegende wederverkopers’ (var’s), en ik had ervaring met franchiseformules en groothandelsactiviteiten.
Dat is helaas geen groot succes geworden, na ongeveer twee jaar ben ik daar weggegaan. Een negatieve periode na alle succesvolle jaren. De logge bureaucratie van DEC was niets voor mij, na mijn ervaringen als ondernemer en directeur. Door de stress ben ik ziek geworden, en vanaf die tijd, midden jaren negentig, ben ik niet meer in loondienst gaan werken.
Kop koffie
Vroeger heb ik zelf gewerkt in de ict, nu probeer ik mijn geld te laten werken in de ict. Op de beurs, en door middel van risicodragend kapitaal. Daarnaast ben ik als hobby in de politiek gegaan, en ben nu voor de derde keer gekozen als gemeenteraadslid voor de VVD in Loenen. Daar heb ik een grote bemoeienis met de automatisering van de gemeente.
Belangrijke momenten die ik in mijn tijd in de ict heb meegemaakt zijn onder meer de eerste betaalbare schijvencomputers met beeldscherm, waar je voorheen alleen de onbetaalbare grote mainframes had. De standaardsoftware is ook zo’n moment geweest. Daarnaast natuurlijk de ontwikkeling van de pc’s, en meer recent internet. Ik heb de tijd meegemaakt dat je op verjaardagen moest uitleggen wat een computer was.
Een belangrijk verschil met vroeger is de manier van zaken doen. Vroeger sloot je enorm grote deals af door elkaar een hand te geven, later stuurde je het contract wel op. Nu komt iedere partij met twee juristen, die bepalen wat jij tekent. Aan de ene kant is dat natuurlijk goed, het is professionalisering. Aan de andere kant kun je eventuele problemen niet meer tijdens het drinken van een kop koffie oplossen.
Marco van der Hoeven