Krap een half jaar na het officiële faillissement van internetdienstverlener Razorfish Nederland durft het bedrijf zich weer te vertonen.
Wat op 18 december bij de rechtbank eindigde, was het "verwende snotapen-internetbedrijf", aldus directeur Michael Moore. Wat verder ging, is een gewoon bedrijf, "dat op tijd de klussen afmaakt, voor de afgesproken prijs".
"Een beursnotering? Nooit weer." Directeur Michael Moore van internetdienstverlener Razorfish moet er niet aan denken zichzelf, het bedrijf en zijn gezin nog een keer het circus van een beursgang te laten meemaken. Het webbureau wil gewoon aan het werk. "Het is voor niemand een probleem als we het rustig aandoen. Ik wil geen aandeelhouders meer achter me aan, vragend om steeds maar weer 10 procent groei."
Het volwassen worden kostte het merendeel van de medewerkers hun baan. Van de duizend ‘Fish’ die het bedrijf begin 2001 nog telde zijn er nu driehonderd over. De rest is ontslagen of stapte op. De vestigingen in Londen, Milaan en Helsinki zijn dicht. Die in Stockholm en Oslo zijn verkocht aan een Zweedse concurrent, Creuna. Wat Razorfish Europe rest is het hoofdkantoor in Amsterdam met 35 medewerkers en de vestigingen in Frankfurt, München en Hamburg, met in totaal 85 werknemers. Het Amerikaanse bedrijf houdt een belang van 10 procent in de Europese variant.
Ondanks het dramatische einde hebben de meeste ex-Fish volgens Moore goede herinneringen aan het bedrijf. "Ik heb ze zelf ingelicht. Natuurlijk stond niemand te juichen dat we over de kop gingen, maar met de meesten van de vertrokken medewerkers hebben we nog goed contact."
Kijk voor een uitgebreid artikel in de Computable van 10 mei 2002.