Ik ben in de afgelopen jaren nogal wat kwijtgeraakt (en dan laat ik fysieke schoonheid en de waarde van mijn internetportefeuille dus even buiten beschouwing). Paraplus, handschoenen en shawls bleven achter in de tram en de ondergrondse, toen het weer wat opklaarde. Boeken, cd’s, cassettebandjes bleven achter bij vrienden, maar vaker nog bij vage kennissen. Ontelbare sokken verdwenen spoorloos in de wasmachine of wasserette (Nee! U ook?). Mijn squashrackets en fietsen zijn natuurlijk gewoon gejat, maar ze zijn wel foetsjie.
Als ik eerlijk ben, blijft er bij mij ook wel eens ’toevallig’ wat achter. Zo moet je in mijn gezelschap geen ballpoint op tafel laten liggen. Die veeg ik zo in mijn tas. Op conferenties graaf ik na binnenkomst onmiddellijk naar de bodem van de congrestas, omdat ik weet dat onder de papierberg altijd wel een handig viltstiftje wacht.
Als ik pech heb, is er een ontwerper aan te pas gekomen, en is het pennetje een topzware loden pijp met ventilatiegaten die stukjes huid van de vingers schrapen. Helaas denken steeds meer bedrijven je een plezier te doen met een stift die dubbelt als ‘stylus’ — zelfs mijn zoontje van vijf, toch een meester met de knoppen van de videorecorder, heeft nog steeds niet door hoe hij het ondoorgrondelijke hefboompje moet indrukken voor het gewenste resultaat.
Zelf raak ik ook altijd pennen kwijt. Honderden zijn er verdwenen in een onvindbare variant van het olifantengraf. De eeuwige angst zonder schrijfgerei te zitten, of, nog erger, dat mijn laatste pen de geest geeft midden in het belangrijke interview verklaart waarom ik mijn jaszakken volstouw met een batterij invallers.
Kortom, de status van een pennetje bevindt zich ongeveer tussen die van een voetbalcoach en een lekkende kraan: een nieuwe versie is altijd bij de hand. En dus kijk ik met verbazing naar de aanzwellende hype rond computergestuurde pennen, zoals die van het Zweedse Anoto en het Israëlische OTM Technologies.
Dit zijn niet zomaar pennen, eerder de overtreffende trap van schrijfwaren. Met deze slimme schrijfinstrumenten, uitgerust met een mini-camera of een optische sensor, kun je tekenen en schrijven, om vervolgens je krabbels te e-mailen of door te sturen naar je vrienden.
De twee pennen zijn overigens nauwelijks met elkaar te vergelijken. Anoto heeft een nieuw ecosysteem ontworpen waarin de smartpen wordt gebruikt op speciaal papier, waarna de tekst of tekening vanuit de pen, via een Bluetooth-verbinding met een mobiele telefoon, kan worden gemaild als een tif-documentje.
OTM’s product daarentegen is een recht-voor-zijn-raap optische pen die op ieder oppervlak kan schrijven. Je kunt er Palm-graffiti mee maken, en op die manier een sms-tekstje invoeren, of je kunt handschriftherkennings-software gebruiken op een laptop. Je kunt de pen ook als muis gebruiken bij een PC. OTM kan het weinig schelen of de verbinding met de zaktelefoon of pc draadloos is, of met een draadje – Op de Cebit toonde Motorola een draadloos prototype met een Bluetooth-zaktelefoon, terwijl Siemens een andere OTM-pen via een draadje verbond met een van zijn mobiele telefoons.
Er valt natuurlijk een hoop af te dingen op deze pennetjes. OTM gokt erop dat mensen liever graffiti krabbelen dan knoppen indrukken op hun mobieltje. Ik ken echter tallozen, waarvan menig dertig-plus, die een tekstje net zo snel intoetsen als dat ze met een stylus een boodschapje krabbelen op hun Palm. Waarom zouden zij 100 euro investeren in een slim pennetje?
Anoto, in tegenstelling tot OTM, doet niet aan karakterherkenning, omdat het de (aan)tekeningen zonder poging tot interpretatie opstuurt. Maar dit potentiële voordeel wordt volledig teniet gedaan door de eis dat de ontvanger een machientje moet hebben om een grafisch bestandje te decoderen. Tot dusverre kan dat eigenlijk alleen op een desktop, een laptop of de Nokia-baksteen. Op een gewone zaktelefoon kun je de Anoto-tekening niet ontvangen.
Niettemin, op de Cebit was het dringen geblazen rond de pennen van OTM en Anoto. En wie zich de voortslepende saga kan herinneren rond de smartpen van het Bosche LCI, jarenlang beloond met gratis publiciteit, moet wel concluderen dat het publiek gefascineerd is door de evolutie van de pen.
Tegen welke prijs, vraag ik me af? OTM’s president Gilad Lederer noemt 99 euro de ‘sweet spot’ voor de doorbraak naar massaconsumptie. Maar als ik bedenk hoe gemakkelijk ik mijn pennen verlies, denk ik weinig meer te durven investeren dan 99 cent.
Ik vrees nu al de zware politiehand op mijn schouder als ik, naar oude gewoonte, per ongeluk een smartpennetje in mijn zak laat glijden.
Lucas van Grinsven, Europees technologiecorrespondent bij een wereldwijd opererend persbureau in Londen. Heeft als zodanig veelvuldig contact met Europese technologieondernemers en financiers.