In de kringen van gesettelde heren waarin ik wel eens vertoef, is het ‘bon ton’ om de huidige economische situatie te duiden als ‘hét’ moment waarop de mannen zich kunnen onderscheiden van de jongens.
De heren doelen er dan op dat je bij tegenwind kunt laten zien dat je echt kunt zeilen. En dat vóór de wind zeilen geen kunst is, en eigenlijk in de categorie jongenswerk valt.
Inderdaad: dit is het moment om als een echte man je stamina te tonen.
Maar soms, heel soms, proef ik ook wel eens iets van oud tegen jong, en van klassieke bedrijven versus de ‘cowboys’ van de ict. Misschien vergis ik me wel, en ben ik een beetje overgevoelig geworden op dat ict-front. (Dat hoeft natuurlijk niet, want over vrouwen en meisjes gaat het eigenlijk nooit. Niet in de ict en ook niet bij klassieke bedrijven. Daarover een ander keertje, jongens en meneren).
Ik kan zeker één terrein noemen waarop de jongens van de ict het goed doen, wellicht zelfs beter dan de meer gevestigde heren. Dat is op het front van beroepsontwikkeling, competenties en dergelijke. Ik ken niet zo heel veel sectoren die het lef hebben om een sprongetje voorwaarts te maken op dat front. Meestal wordt men gehinderd door regeltjes, tradities en vooral veel gevestigde belangen. Bij de jongens van de ict was dat niet het geval, van die ruimte hebben ze goed gebruik weten te maken.
In welk vak is er ooit zo’n grote instroom van professionals geweest via de niet reguliere kanalen? Ambi was eerder in de markt dan hbo en wo.
Welke beroepsgroep had jarenlang consensus over functieprofielen op de manier waarop het NGI dat voor elkaar kreeg? Waar elders is het denken in persoonlijke ontwikkeling zo ingeburgerd als in de ict? Waar is het denken in competenties zo praktisch ingevuld?
Volgens mij staan we opnieuw aan de vooravond van een leuke doorbraak in termen van voorbeeldgedrag. Ik doel daarmee op de aanpak die gekozen is voor Frameworks (http://www.ictcompetenties.nl). Een goed voorbeeld van je klompen over de sloot gooien. Veel organisaties hebben immers hun eigen competentieaanpak. Ook het NGI is met een nieuwe variant gekomen. Alle grote aanbieders en gebruikersorganisaties beschikken wel over iets.
In navolging van een EU-initiatief door een aantal grote ondernemingen (Career Space) heeft Exin het aangedurfd om in Nederland beheerder en ontwikkelaar te willen zijn van een generiek systeem. Bruikbaar voor werkgevers, maar ook voor medewerkers, opleiders, en ‘last but not least’ natuurlijk de mensen die examens maken en afnemen.
Exin trekt de kar, en heeft verschillende partijen bereid gevonden om mee te werken, met mankracht en geld. De klus is vast nog niet echt geklaard, voorzover dat ooit het geval zal zijn. Op dit moment wordt er feedback gevraagd aan een grotere kring. Dat zal vast wel weer tot aanpassingen leiden, conform wat ik graag het dynamisch groeimodel noem.
Het is mijn stellige indruk dat het niet toevallig is dat de jongens van de ict dit huzarenstukje van samenwerking neerzetten. Het gebrek aan traditie – hierdoor valt er ook weinig te verliezen – speelt zeker mee. Evenals het gegeven dat zoveel aanbieders eigenlijk voornamelijk ‘bodyshoppen’. Want als je niet veel meer hebt dan geschoold talent dat telkens bij een anderen klant moet laten zien wat het waard is, word je wel met je neus op het belang van talentontwikkeling gedrukt. En als je niet kunt werken met een vast functiebouwwerk, moet je wel andere dingen bedenken waarmee rollen en taken te omschrijven zijn. Zonder de schreeuwende schaarste van de afgelopen jaren was een aantal netwerken ook niet ontstaan.
Rest – naast fijn slijpen – nog een tweetal zaken die geregeld moeten worden.
In de eerste plaats zou het goed zijn als het aanbod aan opleidingen ook omschreven zou worden in termen van competenties. Dat was tot nu toe niet de gewoonte, maar het moet toch te doen zijn. Juist nu de markt voor opleiders moeilijk is, kunnen ook daar de mannen zich van de jongens onderscheiden. ‘Mannen doen het met competenties’, lijkt me een goede en stimulerende slogan..
En tenslotte: ontwerpen is leuk; beheer meestal minder. In de eerste dagen van de automatisering hebben we op dat front nog wel eens wat steken laten vallen, vrees ik.
Dat mag Frameworks nu niet overkomen. Ik denk dat het uitermate belangrijk is dat er een goede beheer- en onderhoudsstructuur gekozen wordt. Die moet terechtkomen bij een partij met gezag die zich onafhankelijk kan opstellen. Exin verkeert mijn insziens in een goede uitgangspositie. Het is belangrijk dat nu voor deze nieuwe rol draagvlak ontstaat. Misschien een leuke stichting erbij?
Ik ben benieuwd of er ook al iets handigs is bedacht voor de verdere operationalisering. Een leuke software-toy voor de boys?
Trude Maas is president van de Hay Vision Society en belast met diensteninnovatie. Lid van de Eerste Kamer voor de PvdA en commissaris bij onder meer ABN/Amro en Tryllian.