Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Geen betere publiciteit dan? Wordt Linux het OS voor de rest van de wereld? Wilt u nog een cookie? Wie roept om hulp bij de introductie van IPv6?
Geen betere publiciteit dan?
… gratis publiciteit. Er bestaat geen Gouden Loekie voor verworven gratis publiciteit, maar anders zou KPN er ongetwijfeld één winnen. De aandacht van de vaderlandse media voor i-mode overtreft alles sinds de introductie van Windows 95. En elke marketeer weet dat er niets gaat boven free publicity. Je kunt je als uitgever of filmmaatschappij blauw adverteren, maar dat weegt niet op tegen één positieve recensie in Volkskrant, NRC of Telegraaf. En zelfs als een bespreking negatief uitvalt, is de marketeer tevreden. Want dan treedt Wet II uit de marketing in werking: slechte publiciteit is beter dan geen publiciteit.
De golven publiciteit die de introductie van i-mode ten deel viel, had alle kenmerken van een briljant geplande campagne. Eerst waren er vooraf de voorbeschouwingen over het fenomeen i-mode en de kansen van KPN om er een succes van te maken. Vervolgens was er de introductie zelf, die door vakbladen, dagbladen en tv-zenders tot het journaal toe breed werd uitgemeten. En tenslotte kwamen er in de weken daarop nog eens stevige verhalen in praktisch alle dagbladen met de eerste ervaringen met i-mode.
Dit kun je natuurlijk niet plannen als marketeer, maar het helpt wel als je ruimhartig recensie-exemplaren uitdeelt. Met een kleine investering bespaart KPN zo miljoenen aan advertentiegelden. Als het nu nog niet lukt met i-mode, ligt het toch echt aan de dienst zelf.
Wordt Linux het OS voor de rest van de wereld?
… het gaat er steeds meer op lijken. Linux kost niets en dat simpele feit maakt het besturingssysteem voor steeds meer landen en publieke organisaties met een smalle beurs onweerstaanbaar. Overheden in niet-westerse landen zien in Linux de oplossing om op een goedkope manier computerinitiatieven van de grond te tillen, en dit keer nog legaal ook. In Rusland en China wordt Linux grootschalig uitgerold, en in landen als Argentinië en Mexico vallen steeds meer publieke organisaties voor Linux.
Vorige week verkoos ook de arme Spaanse regio Extremadura Linux als het officiële besturingssysteem voor scholen en kantoren. De regionale overheid perste gelijk maar 80.000 cd’s met Debian Linux en een aantal toepassingsprogramma’s. Die worden nu onder andere verspreid naar de 600 scholen in de regio.
We mogen hopen dat de Spaanse regio wel geld gaat steken in de training van onderwijzers en professionele ondersteuning, want anders eindigen de cd’s snel als onderzetter of in de kerstboom. Wie in Nederland wel eens op een basisschool komt, weet hoe bedroevend weinig onderwijzers van computers en Windows weten. Je hoeft dus geen visionair te zijn om te voorspellen dat Linux-initiatieven helemaal gedoemd zijn te mislukken, als overheden niet flink investeren in training en ondersteuning. Een fraai voorbeeld hoe het niet moet is het Red Escolar-project in Mexico. In 1998 werden daar duizenden Linux cd’s rondgestuurd naar scholen, maar geld om leraren te trainen was er niet. Drie jaar later blijken slechts twintig scholen de GNU/Linux software te gebruiken. De rest van de scholen gebruikt Windows-software, als ze al computers hebben. Eén pinguïn maakt nog geen zomer.
Wilt u nog een cookie?
… dat hangt van de maker af. Dat het Europees Parlement een vrij lankmoedige houding aanneemt ten aanzien van de bescherming van de internetgebruiker was bekend. In de spam-discussie kozen de parlementariërs voor een laat-maar-waaien houding, met als gevolg dat de lidstaten ieder voor zich moeten bepalen of voor het afleveren van ongevraagde reclamemail vooraf toestemming moet worden gevraagd of niet (de opt-in versus opt-out discussie). En nu maakt Het Europees Parlement ook een bocht van 180 graden in haar opstelling ten aanzien van het gebruik van cookies. Het gedelegeerde Citizens’ Rights Committee stelde namelijk voor het gebruik van cookies in het geheel niet aan banden te leggen, terwijl het parlement vorig jaar het – overigens absurde – standpunt innam om cookies geheel te verbieden. Nu hoeft de internetgebruiker van het Europees Parlement niet eens meer te worden ingelicht als een derde een bestand op zijn harde schijf zet. Het lijkt er sterk op dat de parlementariërs net als bij de spam-discussie hun oren hebben laten hangen naar de lobbyisten uit de adverteerderwereld.
Een cookie is een bestandje dat bij een internetter op zijn harde schijf wordt gezet om de interactie bij volgende bezoeken aan dezelfde website te vergemakkelijken. Daardoor word je bij een volgend bezoek aan een site herkend en hoef je niet steeds dezelfde gegevens in te vullen. Cookies maken het surfen een stuk plezieriger, maar het is natuurlijk niet meer dan fatsoenlijk dat een website-eigenaar eerst toestemming vraagt voordat hij bestanden op je computer plaatst. Dit te meer daar cookies ook worden gebruikt om surfgedrag vast te leggen en andere privacygevoelige informatie door te geven. Daarbij kunnen ook derde partijen van die cookies gebruik maken.
Uit recent Amerikaans onderzoek blijkt dat de grote websites steeds ‘netter’ omgaan met cookies. Zij maken minder gebruik van cookie-informatie van derde partijen en ze verzamelen ook steeds minder gedetailleerde informatie. Tenslotte geven de grote Amerikaanse sites gebruikers ook steeds meer controle over de informatie die via cookies wordt uitgewisseld. Het is mij ten ene male onduidelijk waarom het Europees Parlement dergelijk handelen niet via regelgeving afdwingt.
Wie roept om hulp bij de introductie van IPv6?
… het grote Microsoft zelf. "Wij hebben uw hulp nodig. Laat IPv6 in uw onderneming doordringen. Bouw ondersteuning voor IPv6 in bij het ontwerp van elke applicatie en bij alle hardware die u maakt", smeekte Microsofts Mike Shappell bijna tijdens de jaarlijkse WinHEC-conferentie in Seattle. Een duidelijke noodkreet want het wil maar niet vlotten met de overstap van het huidige internetprotocol versie 4 naar versie 6. Toch is dat wel nodig. Al vele jaren verbindt IP versie 4 wereldwijd de computers die zijn aangesloten op het internet. Maar er worden zoveel apparaten aangesloten dat we binnen afzienbare tijd door de beschikbare IP-adressen die IPv4 biedt, zo’n 4,2 miljard, heen raken, zeker als straks die honderden miljoenen mobiele telefoons, koelkasten, spelcomputers en digitale tv’s ook een IP-nummer moeten krijgen. Met nieuwe netwerktaal IPv6 is dat probleem van de baan, om maar te zwijgen van alle andere voordelen op het gebied van beheer en kwaliteitsborging. IPv6 vergt echter forse investeringen, zonder dat je er als betrokkene direct iets voor terug ziet. De omschakeling verloopt daarom uitermate traag en daar worden spelers als Microsoft wat nerveus van. Het softwarebedrijf heeft IPv6 namelijk nodig om zijn ambitieuze toekomstplannen om het gebied van thuisnetwerken en ‘peer-to-peer networking’ te verwezenlijken.