Door een flexibiler frequentiebeleid kan de Europese telecommarkt beter inspelen op marktveranderingen en nieuwe technologieën. Dat vinden de deelnemers van een conferentie in Haarzuilens.
Op de conferentie, die gisteren op initiatief van de Nederlandse staatssecretaris De Vries van Verkeer en Waterstaat is gehouden, werd als een voorbeeld van deze grotere flexibilteit de zogeheten ‘secondary trading’ genoemd. Vertegenwoordigers van de wetenschap, operators, nationale overheden, regelgevende autoriteiten en de Europese Commissie waren in Haarzuilens bijeen om te discussiëren over de toekenning van telecomfrequenties. Aan de discussies is deelgenomen door vertegenwoordigers van verschillende Europese lidstaten; de bevindingen uit de conferentie worden ter nadere bestudering aangeboden aan de Europese Commissie.
Tijdens de conferentie werd ook gesteld dat schaarste aan frequenties kan worden verminderd door een flexibeler allocatiebeleid. Dit kan betekenen dat een frequentie voor meerdere diensten wordt bestemd. Op dit moment is het gebruik van frequenties internationaal vastgelegd voor enkelvoudige toepassingen, waarbij ook reserveringen worden gemaakt voor langere periodes tot zelfs enkele tientallen jaren. Door bij deze frequentietoepassing meer mogelijkheden te bieden, zou volgens de deelnemers sneller op nieuwe marktontwikkelingen kunnen worden gereageerd. Wel realiseerden de conferentiegangers zich dat het allocatiebeleid op Europees en wereldniveau voor langere tijd is vastgesteld en dat wijzigingen op korte termijn niet eenvoudig zijn.
De deelnemers hebben verder gepleit voor meer samenwerking en transparantie op Europees niveau bij toekomstige frequentieverdelingen. In Europa zijn tot nog toe allerlei verdelingsmechanismen gebruikt: veiling, vergelijkende toets en toewijzing op volgorde van binnenkomst.