Cup-A-Soup heeft een kliklijn ingesteld voor alle werknemers in Nederland die "problemen hebben met Cup-A-Soup op de werkvloer". Werknemers worden aangemoedigd om collega’s te verklikken die geen soepjes drinken of op een andere manier de soepconsumptie in de weg staan.
Grappig? Veel mensen vinden van wel. Belachelijk? Dat vinden vast ook veel mensen. Serieus? Nee, dat zal zelfs John de manager met mij eens zijn: de reclamecampagne van de tussendoorsoepjes is en blijft een geintje.
Nu is er nog een andere instantie in Nederland die al meer dan een jaar een kliklijn heeft ingesteld en daar sinds drie weken weer veel reclame voor maakt: de Business Software Alliance (BSA), die strijdt tegen softwarepiraterij. Ook in de reclamespotjes van de BSA worden werknemers in Nederland aangemoedigd om hun collega’s te verraden, ditmaal als die software gebruiken zonder dat zij de correcte licenties hebben aangeschaft.
Grappig? Nee. Belachelijk? Absoluut. Serieus? Helaas wel. Want waar de soepfabrikant een geintje kan maken van het begrip kliklijn (en dat kun je grappig vinden of niet) neemt de BSA het uiterst serieus. Via de website van de BSA of een speciaal telefoonnummer kan iedereen zijn buurman, baas, collega of concurrent verlinken, desnoods anoniem.
Begrijp me goed: ik houd geen pleidooi voor het gebruik van illegale software. Als je commerciële software wilt gebruiken moet je daar voor betalen, net als je voor een broodje betaalt bij de bakker en voor een treinkaartje als je met de trein wilt reizen. Het gaat om de manier waarop. Het begrip kliklijn roept associaties op met allerlei onfrisse zaken, en je buurman verklikken is iets waarvan ik meende dat we dat in Nederland toch al jaren achter ons hadden gelaten.
Blijf mensen en bedrijven aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheden, en verlaag je niet tot anonieme kliklijnen. Kennen wij niet allemaal het kinderliedje ‘Klikspaan, boterspaan, je mag niet door mijn straatje gaan…