De opsplitsing van het Windows-besturingssysteem in aparte delen, die vervolgens toch efficiënt kunnen samenwerken, is mogelijk.
Dit blijkt uit een verklaring die Andrew Appel, professor Computerwetenschappen aan de Princeton University in de Amerikaanse staat New Jersey, gaf tijdens de antitrustzaak tegen softwaregigant Microsoft. Appel is door de negen VS-staten die zich verzetten tegen de eerdere overeenkomst tussen Microsoft en het Amerikaanse ministerie van Justitie, opgeroepen als getuige-deskundige. Hij heeft de geheime broncode van het Windows-besturingssysteem nauwgezet bestudeerd.
Mocht de rechter overtuigd zijn van de verklaring van Appel, dan betekent dat een doorbraak in het proces. Hoewel Microsoft zich daar heftig tegen verzet, sturen de negen tegenstribbelende staten aan op een modulaire versie van Windows, waarvan bijvoorbeeld de Internet Explorer-browser en de Windows Media Player-software kunnen worden afgesplitst. De redenering luidt dat daardoor de monopoliepositie van Microsoft automatisch wordt gebroken en de concurrentie gemakkelijker toegang krijgt tot delen van de Windows-technologie.
In een kruisverhoor opperde Microsoft-advocaat Steven Holley dat deskundige Appel onmogelijk alle 38 miljoen broncode-lijnen van Windows heeft kunnen bestuderen. Appel gaf toe dat hij vanwege de relatief korte onderzoekstijd – de broncode werd eind februari ter beschikking gesteld – zelf niet de hele broncode onder de loep kon nemen.