Zowel IBM als HP grijpen de Java One ontwikkelaarsconferentie in San Fransisco deze week aan om nieuwe webdiensten te presenteren.
IBM introduceert nieuwe versies van zijn Websphere Studio toolsuite en van de Websphere Application Server Enterprise Edition. Bij de ontwikkeling daarvan heeft Big Blue zich met name gericht op vereenvoudiging van de applicatie-integratie. De Websphere Studio stelt software-ontwikkelaars in staat om adapters te bouwen gebaseerd op de standaard Java 2 Enterprise Edition (J2EE) architectuur.
Aan het pakket heeft IBM nu een grafische gebruikersinterface toegevoegd waarmee de bedrijfsapplicaties makkelijker met elkaar kunnen samenwerken en die bovendien nieuwe applicatie-logica toevoegt. Het bedrijfsproces dat met Studio is ontwikkeld kan vervolgens worden ingezet op de nieuwe applicatie-server en kan worden gepresenteerd als een webdienst die is te integreren met andere processen. De Websphere Application Server EE v4.1 wordt door IBM verkocht voor 35 duizend dollar per cpu. Websphere Studio v4.1, dat vanaf donderdag beschikbaar is, kost 5.999 dollar.
Hewlett-Packard lanceert deze week een visueel hulpmiddel voor het HP Webservice Platform 2.0. Daarnaast presenteert HP zijn Webservice Transactions 1.0. Deze software wordt vanaf april geleverd tegen een prijs van zesduizend dollar per cpu. De Webservice Transactions 1.0 is gebaseerd op een vroege implementatie van Business Transaction Protocol (BTP), een ontwikkelstandaard voor het beheer van business-to-business transacties via XML. Het pakket is bedoeld voor applicaties die met elkaar samenwerken via het Simple Object Access Protocol (Soap).
Ook het HP Webservice Platform 2.0 wordt ‘Soap-compatibel’. Het krijgt een visuele omgeving voor het presenteren van een Java-applicatieprogrammeringsinterface in de vorm van een webdienst. Dat betekent dat de applicatie kan communiceren met andere applicaties via Soap. Dit visuele hulpmiddel kreeg de naam Service Composer en wordt verkocht voor duizend dollar.