De technologiesector is in 2001 in zwaar weer beland. Hoe nu verder? Vincent Everts is beherend vennoot bij Interimic en voorzitter van de Netwerk Gebruikersgroep Nederland. Tijdens het congres Lessons from The Valley, dat zal worden gehouden tijdens het Internetworking Event, zal hij optreden als dagvoorzitter. Everts laat zijn licht schijnen over de rol die risicokapitalisten kunnen spelen bij een herstel van de ICT-sector.
Op een laptop is beeldvullend en ragfijn de film ‘The Matrix’ te zien, op een BlackBerry wordt een afspraak ingepland, het beeldscherm van de hard disk recorder van JVC laat het journaal van een half uur geleden zien, op het bureau ligt een Japans I-modetoestel te trillen als er een e-mail binnenkomt: dit is de werkkamer van Vincent Everts en hij is gek op technologische innovatie.
Fluctuerende beurzen
De internethype en de ontzenuwing daarvan heeft tot grote bewegingen op de markt voor risicokapitaal geleid. "Vooral in de Verenigde Staten hebben zich heftige bewegingen voorgedaan", zegt Everts. "In 1999 investeerden risicokapitalisten 58 miljard euro, in 2000 was dit opgelopen naar 116 miljard. In 2001 was dit getal weer gehalveerd en op dit moment bevinden we ons op een niveau van 29 miljard op jaarbasis. Dit is typisch voor Amerika: erg sterk stijgen en dan weer heel hard naar beneden gaan. Je zult zien dat de risicokapitaalinvesteringen ook weer heel sterk zullen gaan stijgen, de vraag is alleen wanneer. Een antwoord hierop is niet gemakkelijk te geven, maar waarschijnlijk nog niet dit jaar. De risicokapitalisten likken nu hun wonden."
In Europa waren de risicokapitaalinvesteringen beduidend lager en zijn de bewegingen ook niet zo sterk. Risicokapitaalinvesteringen in Europa waren in 2000 14 miljard euro, in 2001 was dat 12,7 miljard en vooralsnog zitten we dit jaar op een niveau van 7 miljard euro. De bestedingen in 2001 als geheel bleven dus redelijk op niveau, maar dit beeld is vertekend: in de loop van het jaar zijn ze flink gedaald. Ook verschilden de prestaties van de sectoren onderling.
Risicokapitaal dat in de ontwikkeling van software ging is in het vierde kwartaal van 2001 sterk gegroeid. Dit geldt weer niet voor draadloze toepassingen en e-commerce: deze sectoren zagen de geldstroom van risicokapitalisten in de loop van het jaar bijna helemaal opdrogen. Zo zakte de Europese risicokapitaalinvesteringen in e-commerce van 499 miljoen euro in het eerste kwartaal tot slechts 16 miljoen euro in het laatste; een dramatische daling van 97 procent. De geldstroom naar draadloze toepassingen kromp met 76 procent. De investeringen in het internet en telecommunicatie bleven enigszins op peil.
Meedoen of je bent weg
Vincent Everts: "De risicokapitalisten investeren op dit moment in hun eigen portfolio: tweede en derde rondes voor bedrijven waar ze al eerder in hebben geïnvesteerd om deze overeind te houden. Dit zijn soms dramatische processen. Alle aandeelhouders uit het verleden worden feitelijk op nul gesteld; de bedrijven zijn immers bijna niets meer waard op dit moment. Dit betekent dat alleen de investeerders die nu nog nieuwe investeringen doen op een flink deel van de aandelen kunnen rekenen. Alle investeerders van het eerste uur worden weggevaagd. Dit proces wordt aangeduid als ‘wash out of cramp down’: het is meedoen of je bent weg. Geld is nu koning; als je als risicokapitalist nu geld hebt, koop je bedrijven voor een veel lagere prijs."
Everts vindt het overigens niets meer dan terecht dat de prijzen zijn gedaald: "Het was broodnodig dat de prijzen voor de dotcoms naar beneden gingen, de ICT-sector had dringend behoefte aan realiteitszin. Die was in 2000 ver te zoeken." In dat jaar was Everts samen met Roel Pieper betrokken bij risicokapitalist Insight Capital. "We hebben in dat jaar eindeloos veel mogelijkheden onderzocht en uiteindelijk weinig geïnvesteerd. De waarderingen waren vaak belachelijk hoog. We spraken met bedrijven zonder omzet die claimden 12 miljoen euro waard te zijn. Wij kwamen in deze handel mensen tegen met geloofsbrieven die niets om het lijf hadden. Nu is het voor risicokapitalisten een goede tijd om bedrijven te kopen. Het wordt ook weer leuker werk om te doen. Mensen hebben geen bizarre plannen meer en komen alleen nog maar bij je als ze kunnen aantonen dat ze een goede handel aanboren. En er is momenteel nog geld genoeg. Het is absoluut een misverstand te denken dat er geen risicokapitaal meer wordt verstrekt omdat het op zou zijn. Risicokapitalisten zitten op grote hoeveelheden geld, dat voor een groot deel is opgehaald tijdens de hype van 2000."
Weer in de lift
Ondanks de lage prijzen stappen de risicokapitalisten nog niet massaal in de markt, ook al hebben ze er het geld voor. Dit heeft te maken met hoe hun zaak in elkaar zit. Risicokapitalisten verdienen hun geld met de verkoop en het is momenteel erg moeilijk bedrijven te verkopen. Het geld dat risicokapitalisten investeren is onder meer afkomstig van grote beleggingsinstellingen zoals verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Twee procent van dat geld wordt gebruikt als management fee: dat geld gaat op aan salarissen, een pand, auto’s en andere kosten.
Je koopt bedrijven en verkoopt die weer. Van de winst die daaruit komt, krijg je als risicokapitaalonderneming 20 procent (de carry). Dat is waar het om gaat, daar verdient de risicokapitalist feitelijk zijn geld mee. Zolang de economie nog slecht is en zich geen duidelijke belofte van een goede carry aandient, zien risicokapitalisten af van grote investeringen. Wie nu volgens Everts op de bestuurdersplaatsen zitten, zijn de grote bedrijven die rustig doorgaan met investeren en bezig zijn grote infrastructuren op de markt te zetten. "Het is op dit moment even niet meer aan jonge enthousiaste mensen zonder geld die een bedrijfje willen beginnen."
Everts vindt overigens dat ondanks de sterke waardedaling van dotcom-bedrijven het geïnvesteerde risicokapitaal geenszins allemaal weggegooid geld is, ook al krijgt de oorspronkelijke investeerder vaak niets meer terug. "Van een derde van de bedrijven waar risicokapitaal naar toe is gegaan kan nu worden vastgesteld dat ze hopeloos waren overgewaardeerd en ook geen goed bedrijfsplan hadden; deze bedrijven zijn inmiddels allemaal ten onder gegaan. Nog een derde van de bedrijven was weliswaar ook hopeloos overgewaardeerd, maar die hadden wel een goed bedrijfsplan. Deze bedrijven zijn nu in balans gebracht en kunnen verder. En dan is er nog een groep bedrijven die gewoon heel goed zijn en het uitstekend doen. Deze laatste groep gaat een belangrijk deel van de technische vernieuwingen die we de komende vijf jaar over ons heen krijgen, voor zijn rekening nemen.
Die producten zullen vooral uit de Verenigde Staten komen; in Nederland is er wat dotcom-ontwikkelingen op de beurs betreft op de mislukte avonturen van World Online en Newconomy na vrijwel niets gebeurd. In Amerika wél en daar wordt nu dan ook veel nieuwe technologie ontwikkeld op velerlei gebied, zoals draadloze toepassingen, snelle netwerken, en bedrijven en publicatiesystemen bereikbaar maken via het web. In Europa is het eigenlijk alleen Groot-Brittannië waar nu op de beurs het een en ander met nieuwe technologiebedrijven gebeurt."
Risico van het vak
Naast een daling in de verstrekking van risicokapitaal zagen we vorig jaar ook een terugloop in de IT-bestedingen van bedrijven. Dit komt omdat alles wordt aangegrepen om kosten te besparen. Een paradoxale ontwikkeling, omdat investeringen in de IT juist zijn bedoeld om de productiviteit te verhogen en daarmee dus het kostenniveau terug te brengen.
Het probleem zit volgens Everts hierin, dat IT-projecten een groot risico met zich meebrengen en dat succes vooraf niet kan worden gegarandeerd. "Een kwart van de automatiseringsprojecten mislukt volledig. Ze worden afgeblazen voordat ze zijn afgerond. Bij de helft van alle automatiseringsprojecten wordt de deadline overschreden, is er sprake van minder functionaliteit dan vooraf bepaald en vallen de kosten hoger uit dan begroot. Slechts een kwart van de projecten wordt binnen deadline en het gestelde budget afgerond.
Investeringen in de IT zijn dus risicovol. Op termijn kun je niet zonder, maar bij een recessie worden projecten toch opgeschort ondanks dat bedrijven weten dat ze niet aan dit soort investeringen kunnen ontkomen. IT mag dan duur zijn; loonkosten zijn nog veel duurder."
Dat zo veel IT-projecten mislukken frustreert zowel managers als systeembeheerders. Everts denkt dat een deel van de problemen ligt in miscommunicatie tussen beide kampen. "Er bestaat een grote tegenstelling tussen de mensen op de werkvloer die IT proberen te implementeren en het management. Het management gaat naar een seminar en daar roept een consultant CRM, HRM of ERP. Dat wordt dan ingekocht terwijl de mensen die een dergelijk systeem moeten gaan inpassen weten dat het helemaal niet kan. Toch wordt de aankoop er doorheen gedrukt en als het dan niet blijkt te werken, krijgt de IT-afdeling ook nog eens de schuld. Het management zegt altijd: IT is traag, ze zeggen altijd nee en doen moeilijk. IT zegt altijd: management introduceert steeds veranderingen en nieuwe dingen zonder na te denken over wat er allemaal al is en zonder te willen luisteren naar mensen die weten hoe complex automatisering in elkaar zit. Het op gang brengen van een functionele overlegstructuur tussen automatisering en management zal de situatie een stuk kunnen verbeteren."