Het turbulente volwassenwordingsproces van The InterNetworking Event weerspiegelt op onversneden wijze de ontwikkelingen op de markt voor ICT-producten. De beurs heeft meer dan een decennium nodig gehad om te evolueren van het in netwerkoplossingen gespecialiseerde LANWorld met een hoog technisch gehalte naar de brede, op informatie- en telecommunicatietoepassingen gerichte beurs die The InterNetworking Event nu is.
The InterNetworking Event is eigenlijk gegroeid tegen de heersende mening in van wat we badinerend de mainframe-maffia kunnen noemen. Mainframe-adepten keken met enige minachting neer op de pc en op pc-gebruikers. De pc was in die jaren – we schrijven eind jaren tachtig – in opkomst en begon op kantoor en bij mensen thuis min of meer vaste grond onder de voeten te krijgen.
Dat deel van de ICT-industrie dat wel de mogelijkheden van de pc zag, had behoefte aan een podium waarop bedrijven de jongste ontwikkelingen op het gebied van netwerktechnologie konden tonen en een plek waar leveranciers en technici elkaar konden ontmoeten. Bestaande beurstitels konden die behoefte op dat moment niet goed beantwoorden.
De initiatiefnemer van The InterNetworking Event is Ernst Fuld. Zijn carrière is even schilderachtig als de evolutie van TINE. Ooit begonnen aan een studie cello aan het conservatorium kwam hij terecht in de gezondheidszorg, zette hij een hoveniersbedrijf voor geestelijk gehandicapten op, was directeur van een landbouwonderwijsinstelling, hield zich bezig met de groothandel in groenten en herenmode. Hij richtte ook de WordPerfect gebruikersgroep op plus – in de tijd dat hij systeembeheerder was bij Elsevier – de Novell Gebruikersgroep, de huidige NGN, de Netwerk Gebruikersgroep Nederland. Hieruit is LANWorld, de voorganger van The InterNetworking Event geboren. Fuld heeft de vakbeurs onder de vleugels van de RAI nog geruime tijd gestuurd en begeleid. Ernst Fuld (51) is thans adviseur, houdt presentaties bij bedrijven en steekt startende ondernemingen de helpende hand toe. |
Vertegenwoordigers van bedrijven, netwerkbeheerders maar ook marketingspecialisten van leveranciers, hadden elkaar eerder gevonden in de in 1988 opgerichte Novell Gebruikersgroep, die zou uitgroeien tot de grootste vereniging van systeembeheerders. Iets moois bloeide op. Het was de tijd waarin DOS 2 overging naar DOS 3, het was de tijd van de eerste client/server-oplossingen. Het was ook een tijd waarin de markt jong was, want verkopers hingen een marketingstrategie aan die er op was gericht elkaar stuk te maken
Het jaar nul
Ernst Fuld, destijds LAN-Beheerder bij Elsevier en oprichter van de Novell Gebruikersgroep, nam, na een oriënterend gesprek met 3Com, het initiatief aan de slag te gaan met een groep van veertien marketingmanagers, vertegenwoordigers van onder anderen 3Com, Novell, WordPerfect, HCS Networks, Hewlett-Packard, Compaq, Apple, Tulip en Foundation Software. Na maanden praten in het even diepste als romantische geheim kwam de groep tot een beursformule die tot dan toe ongehoord was: marktontwikkelingen, educatie en plezier werden aan elkaar gekoppeld. Een naam voor de vakbeurs was snel gevonden: LANWorld, naar Local Area Network, de locale koppeling tussen bedrijfssystemen.
Het was niet vreemd dat Fuld dit initiatief nam. Hij, die zegt in die pioniersfase nog erg naïef te zijn geweest, had veel geleerd van de Amerikaanse beursbranche. In de Verenigde Staten zijn bezoekers, exposanten, beursorganisatie en haleigenaars strikt gescheiden groepen, groepen die ook niet altijd convergerende belangen hebben. Fuld haalde dat Amerikaanse model naar Nederland, maar verwierf zich tegelijkertijd de reputatie uiterst commercieel te zijn. Terugblikkend op die eerste verkooppogingen van de vakbeurs zegt Fuld eenvoudig: "Maar krijg je in de bioscoop ook je geld terug als je een slechte film hebt gezien? Voor exposanten hoort deelname aan een vakbeurs een vast onderdeel van de strategie van het bedrijf, van de marketingstrategie te zijn."
Volgens Fuld pakte een aantal Nederlandse exposanten deelname aan een beurs destijds niet professioneel op. "Probleem is dat een vakbeurs het duurste commerciële communicatiemiddel is dat er bestaat. Deelname dient in het complete macromarketingbeleid te worden ingepast en vraagt dus om professionele begeleiding vanuit het bedrijf. Tussen haakjes, de organisatie rond het deelnemen aan een vakbeurs kan een welkom bindmiddel binnen het bedrijf zijn."
LANWorld moest de vertaalslag zijn van het Amerikaanse model en een chique ontmoetingsplaats zijn voor industrie en bedrijfsleven: hoe is er met zo veel verschillende verkopers een transparante omgeving te creëren? Met andere woorden: hoe, om maar een dwarsstraat te noemen, kunnen DOS en UNIX aan elkaar worden geknoopt zodat gebruikers in staat zijn zo iets eenvoudigs als berichten uit te wisselen? Ondersteuning van eerdergenoemde partijen in deze startfase bleek erg belangrijk.
Beursindustrie wakker geschud
"Een vakbeurs is geen knollentuin met de meest uiteenlopende nouveautés, maar heeft een ordenend karakter, maakt nieuwe ontwikkelingen toegankelijk en mobiliseert creativiteit. Wat een beurs zeker niet is, is een wegwijzer. Die keuze is voorbehouden aan de bezoeker", stelt Fuld.
In 1991 opende de eerste editie van LANWorld, toen nog in de Utrechtse Jaarbeurs, zijn deuren. De beurs mikte vooral op techneuten en marketingspecialisten en wilde richting de zich net ontwikkelende ICT-journalistiek een voorlichtende rol voor zich opeisen. Een slordige 5.600 bezoekers kwam op de vakbeurs af, waarmee LANWorld onmiddellijk zijn bestaansrecht had bewezen. Fuld schudde met dit succes de gevestigde beursindustrie flink wakker. Het leverde hem intensief contact op met Nederlandse en Amerikaanse beursorganisaties.
Het is echter niet allemaal van een leien dakje gegaan. Zo dreef FairNet, dat het communicatie- en informatienetwerk van LanWorld in 1994 moest zijn, Fuld tot wanhoop. Met een speciale beurskaart hadden bezoekers toegang tot e-mail en fax. Helaas liet het complexe samenspel van LanMasters (organisatie), IBM (netwerkprogrammatuur), Electric Engineering (netwerkinfrastructuur) en WordPerfect (user interface) het op alle fronten afweten. Gebruikers zagen hun fax- en mailberichten in de ruimte verdwijnen, terwijl het systeem doodleuk meldde dat de server plat ging "voor een frisse herstart". Er helemaal uitkomen deden ze niet, al wezen veel beschuldigende vingers naar de koppeling tussen OS/2 en de database DB2 van IBM. Technologie is een weerbarstig iets.
Stok wordt paraplu
1995 is het jaar dat beursorganisator RAI de vakbeurs overneemt. Het is een stap die in de lijn der ontwikkelingen ligt. Fuld heeft zijn handen vol aan het organiseren van de vakbeurs en de expertise, capaciteit en financiële mogelijkheden die de RAI biedt, zijn dan ook uitermate welkom. In datzelfde jaar breidt de RAI LANWorld uit met de beurstitels Eurocomm en Mobile Networking en herdoopt het geheel in Internetworking, een paraplubegrip – namelijk netwerktechnologie en het koppelen van netwerken – dat de lading beter dekt dan met LANWorld het geval is. Let wel, de beurs is ontstaan voor de internethype en had alles te maken met het integreren van netwerken.
Het breder trekken van de beursformule leidt er toe dat het niet meer alleen leveranciers van netwerkoplossingen, zoals LAN-to-LAN-verbindingen, zijn die op de vakbeurs acte de présence geven, maar ook specialisten op het gebied van datacommunicatieoplossingen, internet en telefonieproducten. Rond 1996 krijgt internet alle trekken van een massamedium. Steeds meer netwerken worden gebouwd op TCP/IP-specificaties, terwijl de bestaande netwerken daarmee worden opgetuigd. Internetworking in 1996 laat dan ook zien dat het oude LANWorld zich ontwikkelt tot een multimediavakbeurs, een brede spraak- en datacommunicatiebeurs zeg maar. De beursthema’s in 1996 zijn vooral datacommunicatieoplossingen, internet remote LAN access, bedrijfsnetwerken, groupware, workflow automation, client/server-technologie, mail and messaging en mobiele communicatie. Maar ook al virtuele toepassingen voor kantoor, thuis en mobiel. Wat technisch allemaal mogelijk is en wat die applicaties allemaal kunnen, laat PTT Telecom zien in zijn paviljoen It’s a Virtual World. Het is een periode dat ISDN in de markt moet worden gepompt.
Er komt ook wel kritiek op het verbreden van de beursformule. Sommige commentatoren vinden Internetworking een te algemene noemer om "weer allerlei computerspul bij elkaar te brengen", en dat ook nog in een "halfwilde combinatie met een Oracle User Group meeting".
"De beurs heeft echter altijd bewust site-events over actuele ICT-onderwerpen willen brengen: OS/2-World, een Java-eiland, een Linux-paviljoen", werpt Ernst Fuld nu nog tegen.
Van nul tot nu
De investeringen in formule en vakbeurs lonen. De ICT-industrie en het gebruikend bedrijfsleven ontdekken Internetworking. De beurs van 1998 markeert een duidelijke omslag. Het zijn niet langer uitsluitend IT-beheerders en -liefhebbers die de vakbeurs bezoeken, maar nu ook een breder publiek van algemeen directeuren en financieel managers. Ook de inhoudelijke kant evolueert. Dit neemt niet weg dat de kritische Fuld geen blad voor de mond neemt en aan de vooravond van The InterNetworking Event in april 1998 zegt niet erg onder de indruk te zijn van de beloftes die het web in zich draagt. De ICT-industrie belijdt de innovatieve weboplossingen meer met de mond dan dat het op de beursvloer daadwerkelijk applicaties aanbiedt, is zijn verwijt. Dat mag op dat moment best zo zijn, de vakbeurs laat wel de doorbraak van Java zien, de ontwikkeltaal die – voorspelt de industrie – het mogelijk maakt huizen en auto’s, om maar een paar dwarsstraten te noemen, volledig te computeriseren. Elektronische afhandeling van bestellingen uit de hele wereld, het vervolmaken van logistieke processen, dat alles maakt Java mogelijk. Het woord electronic marketing valt zelfs al. Het Java Congres trekt dan ook een stroom bezoekers.
De vakbeurs is dan al uitgebreid met een personeelsmarkt, die werkgevers en werknemers in de ICT-branche bij elkaar weet te brengen, een noodzakelijke uitbreiding want de krapte op de arbeidsmarkt laat zich al goed voelen.
De spontane naamsbekendheid van The InterNetworking Event schommelt bij bezoekers rond de 80 procent. 60 procent van de niet-bezoekers kent de beurs eveneens. Maar dat is geen reden om rustig achterover te leunen. Vorig jaar heeft de RAI de beursformule – de combinatie van marktontwikkelingen, educatie en ontspanning – nog eens op zijn houdbaarheid getoetst met een enquête onder bezoekers, wegblijvers en exposanten. Die drie doelgroepen bleken tamelijk eensgezind: The InterNetworking Event dient overzichtelijker te worden. Dat overzicht was met de onstuimige groei in het gedrang gekomen. De drieënhalf uur die de gemiddelde beursbezoeker op The InterNetworking Event doorbrengt wil hij efficiënt gebruiken, al was het maar om te netwerken en, heel gewoon, zaken te doen. Daarom heeft de Amsterdamse beursorganisator de beurs dit jaar in zes zogeheten themazones verdeeld: veiligheid, netwerksoftware, software voor toepassing op bedrijf en kantoor, digital imaging, consultancy, en elektronisch zakendoen en telecommunicatie. Daarin is onder meer ruimte voor een draadloos kantoor en on-linegaming, een instrument om herhaalbezoeken op de website te stimuleren. Daarnaast is er een seminarprogramma. Tegelijkertijd is de banenmarkt geschrapt: zakelijke geïnteresseerde bezoekers en studenten liepen elkaar in de weg.
Anno nu blijkt The InterNetworking Event als vakevenement van die 5.600 bezoekers in 1991 via 15.000 belangstellenden in 1996 goed te zijn voor een publiek van 25.000 mensen.