Sun Microsystems spant een antitrustzaak aan tegen Microsoft. De aanklacht betreft opnieuw het vervuilen van programmeertaal annex platform Java. Sun beroept zich nu op het oordeel van de rechtbank in de antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie tegen Microsoft.
De serverproducent volgt met deze aanklacht het voorbeeld van mediagigant AOL Time Warner, die begin januari een eigen antitrustzaak aanspande tegen Microsoft. Beide bedrijven gaan uit van de uitspraak van het hoger beroepshof dat de Windows-leverancier inderdaad misbruik heeft gemaakt van zijn monopoliepositie.
Sun gebruikt dit oordeel nu om zijn geschil met Microsoft over Java op te rakelen. De serverproducent had in 1997 al een rechtszaak aangespannen wegens schending van de Java-licentie door die software te voorzien van Windowsspecifieke uitbreidingen.
Die zaak is in januari vorig jaar geschikt. Microsoft betaalde twintig miljoen dollar aan Sun. Verder mag het Java volgens de reeds liggende licentie de komende zeven jaar gebruiken in zijn bestaande producten, maar niet voor nieuwe programmatuur. Dit is dan ook de reden dat Windows XP een beperkte Java-ondersteuning heeft.
Niet eerlijk
Sun stelt in zijn nieuwe aanklacht dat Microsoft zijn monopoliepositie probeert te behouden en te verstevigen, waardoor het Java-platform geen eerlijke kans krijgt, met name op de desktopmarkt.
Analist Daryl Plummer van onderzoeksbureau Gartner meent dat Sun op dit punt gelijk heeft. "Het gebruik van Java is beperkt tot intranetten en speciale installaties, vanwege de moeilijke integratie met Microsofts desktopoplossingen. Dit verbetert als Suns plug-in voor Java verbonden zou zijn aan de distributie van Windows XP en Internet Explorer."
De aanklacht bevat ook de eis tot een schadevergoeding. Die kan oplopen tot één miljard dollar. Plummer meent dat de aanklager hier minder stevig in zijn schoenen staat. "Dat is moeilijk te rechtvaardigen; Sun moet aantonen dat Microsofts desktopmonopolie schadelijk is voor zijn serveractiviteiten. Sun heeft namelijk niet veel Java-desktopproducten die omzet genereren."
Java is echter wel succesvol in de servermarkt, aldus de Gartner-analist. Op dat vlak heeft Microsoft inmiddels alternatieven in de maak: het online-dienstenplatform .Net en de nieuwe programmeertaal C# (lees: c-sharp). Suns aanklacht kan dan ook overkomen als een juridische verdediging tegen de technologische opmars van de Windows-producent, oordeelt Plummer.
Woordvoerder Jim Desler van Microsoft haakt hier op in: "De echte verliezers in dit soort aanklachten zijn software-ontwikkelaars en consumenten. De it-industrie moet zich concentreren op innovatie en het ontwikkelen van goede producten."
Hij ontkent dat Java op de desktop niet veel gebruikt wordt en spreekt van ‘oude koeien uit de sloot halen’. "Het grootste deel van de kwesties die Sun aansnijdt, is vorig jaar al geschikt."
‘Overgave’
Ondertussen beschuldigen critici het ministerie van Justitie van overgave door een ineffectieve schikking met Microsoft. Onder de criticasters bevinden zich rechter Robert Bork, de Ccia (Computer and Communications Industry Association) en de Siia (Software and Information Industry Association).
Deze beschuldiging volgt op uitlatingen van Justitie dat de nu overeengekomen maatregelen beter zijn dan wat bereikt zou zijn met het doorzetten van de zaak. Officier van Justitie Philip Beck stelt dat het ministerie zou hebben verloren: "Dat is vechten tegen de bierkaai, dat uiteindelijk in ons nadeel zou uitpakken."