Het zal nog wel even duren voordat de burger genoeg vertrouwen krijgt in internet om via dit medium volop zaken af te handelen. Een discussie over dit onderwerp van EPN leverde geen panklare oplossingen op. Integendeel: tweespalt over spam blijft bestaan.
Nieuwspoort in Den Haag was afgelopen maandagmiddag het strijdtoneel van diverse partijen die de degens kruisten over het gebrek aan vertrouwen in internet. De organisatie was in handen van het Elektronisch Platform Nederland (EPN), dat onlangs een dossier uitbracht: ‘Op het net of in het net (Het vertrouwen van de internetgebruiker)’. Daarin doet de organisatie enkele aanbevelingen. Zelfregulering is er een van, waarbij een balans moet worden gevonden tussen de commerciële belangen van betrokken partijen en het recht op bescherming van de persoonlijke gegevens van consumenten.
Zelfregulering
Panelleden Michel van der Bel (directeur Microsoft Nederland) en Maarten Reuderink (hoofd afdeling juridische zaken van Dmsa, de belangenorganisatie van de interactieve marketing branche) zetten volledig in op zelfregulering. Bert Bakker (lid Tweede Kamer voor D66) ziet ook een rol voor de overheid en zelfs voor een derde orgaan dat de overheid controleert.
EPN stelt voor dat bedrijven verplicht zijn consumenten helder en actief te laten weten welke informatie ze over hen opslaan en wat ze daarmee doen. EPN meent dat een aparte toezichthouder nodig is. Daar zijn Van der Bel en Reuderink het niet mee eens. Reuderink geeft aan dat het bestaande College Bescherming Persoonsgegevens voldoet. "Een controlerend apparaat erbij vind ik te ver doorschieten." "Waar ben je dan bang voor", vroeg Bakker, die wel wat ziet in extra toezicht, bijvoorbeeld door de Consumentenbond. Reuderink bleef het antwoord schuldig of het moet zijn opmerking zijn dat ‘veel consumenten helemaal niet geïnteresseerd zijn in wat er allemaal over hen ligt opgeslagen’. "En degenen die dat wel belangrijk vinden, weten hun weg wel te vinden."
Overigens staat er veel wetgeving op dit vlak op stapel, mede ingegeven door de strijd tegen terrorisme, zo blijkt uit de woorden van de Dmsa-man. Er ligt bijvoorbeeld in de Tweede Kamer een voorstel voor een periodiek overzicht persoonsgegevens (pop): één keer per jaar vertelt de overheid haar burgers welke gegevens ze allemaal over hen heeft. Dit beperkt zich tot overheidssites. Als het aan de Dmsa ligt, blijft dat ook zo, want Reuderink vreest een te grote administratieve last bij het bedrijfsleven.
Standaard
Er bestaat een maatschappelijke behoefte aan een elektronisch paspoort, vindt EPN. Ze voegt daaraan toe dat Microsoft de partij zou moeten zijn die daarvoor een standaard kan neerzetten, verwijzend naar het Passport van de softwareleverancier. "Beter een slechte standaard dan helemaal geen standaard", aldus EPN.
Uit de woorden van Van der Bel blijkt dat Microsoft daar echter helemaal niet op zit te wachten. Inmiddels zijn er al 4,5 miljard geregistreerde Passport-gebruikers wereldwijd. Het kost Microsoft handenvol geld om dat allemaal te beheren, zeker als de complete internetbevolking zich een webpaspoort zou aanschaffen. "We geven de technologie weg", zegt Van der Bel. "Iedere organisatie die zelf een Passport wil uitgeven, kan bij ons vragen hoe dat moet." Hij geeft aan te geloven in de ‘federatieve aanpak’. Dat is juist de aanpak van het Liberty-project, vorig jaar in het leven geroepen door aartsrivaal Sun als antwoord op Passport.
Tweespalt bleef bestaan over spam. Reuderink houdt vast aan de opt-out insteek, waarbij iedereen ongevraagd reclameboodschappen mag sturen naar internetgebruikers en pas daarmee moet stoppen als iemand aangeeft daarvan niet gediend te zijn. Voor een belangenbehartiger van een direct-mail-associatie een te verwachten standpunt. Alle anderen, inclusief publiek, opteren voor het opt-in alternatief: surfers geven zelf aan welke reclame zij willen ontvangen. Deze strijd is op Europees niveau nog niet gestreden. De Europese Commissie neigt naar opt-in. Elly Plooij (VVD Europarlementariër): "Ik heb de stellige indruk dat, als Europa voor opt-in kiest, de Amerikaanse senaat ons voorbeeld volgt."