Op het nachtkastje van elke Nederlander hoort een hoogst persoonlijke dichtbundel met favoriete gedichten. De Liefde, in alle toonaarden bezongen en geboekstaafd, in een eigen, geïndividualiseerde top tien. Om te zwijmelen of te minnen. Dat wil CPNB tijdens de komende boekenweek. Eerdere grootschalige printen-op-afroep projecten in Nederland sneuvelden door onderschatting van de complexiteit. Maar alle deelnemers zijn vol vertrouwen. "Het is geen rocket science", vernam Leon van Velzen.
Wie peerd of wijf zoekt zonder gebreken,
Die mag het werk wel laten steken,
En denken dat hij bed en stal
Voor eeuwig ledig houden zal.
De treffende regels zijn afkomstig van Jacob Cats. De oude bard heeft meer dichtwerk klaarstaan in de bundel die verschijnt ter gelegenheid van de Boekenweek: Liefste. Zou het niet mooi zijn om een vriend of vriendin die wat aansporing in De Liefde nodig heeft met een dergelijk gedicht te verrassen. Dezelfde auteur dichtte een sterke ‘one-liner’ die kennelijk in een bundel over de liefde goed past:
Het beste stuk huisraad is een goed wijf.
Of dit gedicht de zinnen prikkelt is de vraag, maar in de database van CPNB, de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek zijn nog 547 andere gedichten te vinden. Uit die database kunnen Nederlanders tijdens de komende Boekenweek (van 13 tot en met 23 maart) tien favoriete gedichten kiezen. Daarmee is dit initiatief van CPNB in één klap het grootste printen-op-afroep project uit de geschiedenis. Elke Nederlander kan zijn eigen, individuele dichtbundel samenstellen en deze na afloop van de Boekenweek bij de boekhandel van keuze afhalen.
Komt er nog wat van
Het begon allemaal negenhonderd jaar geleden, in Rochester in Engeland. Een monnik van Vlaamse komaf beproefde zijn pen in het Benedictijner klooster aldaar. In zijn moedertaal noteerde hij een liefdesgedicht dat wordt beschouwd als het oudste, bekende Nederlandstalige gedicht.
Hebban olla vogala nestas
hagunnan hinase hic enda thu
wat unbidat ghe nu.
Ooit door K. Schippers in NRC Handelsblad geïnterpreteerd als
"Iedereen doet het met iedereen,
behalve ik en jij,
komt er nog wat van?"
Dit gedicht inspireerde CPNB tot het thema van de boekenweek: De Liefde. Wie zou er niet graag tien favoriete liefdesgedichten in een eigen bundeltje bijeenbrengen, zo vroeg CPNB zich af. Om aan een geliefde cadeau te doen of om zelf te koesteren. Volgens CPNB was verwerkelijking van deze droom vroeger voorbehouden aan nijvere kalligrafen en steenrijke bibliofielen. Maar hedendaagse automatiserings- en printtechnieken brengen de gepersonaliseerde dichtbundel binnen het bereik van het Nederlandse lezerspubliek.
Het project http://www.komliefste.com is een eenmalig initiatief van de boekenbranche ter gelegenheid van het thema van de Boekenweek 2002 "Verhalen en gedichten over de liefde". De website is op maandag 4 februari door de dichter des Vaderlands Gerrit Komrij geopend. Kijken kan, maar bestellen is alleen mogelijk tijdens de Boekenweek van 13 tot en met 23 maart. Een persoonlijke dichtbundel bevat dertig pagina’s,met in totaal tien gedichten en kost 7,50 euro. |
Moed is CPNB en andere bedrijven die zich op het project stortten niet te ontzeggen. Want eerdere printen-op-afroep projecten die mikten op een groter publiek zoals de Route op Maat van de ANWB en Toets 9220 van KPN stierven een roemloze dood. Hebben printers er sinds die tijd wat bijgeleerd? Staat de logistiek zo scherp dat de boekjes netjes op tijd bij de boekhandel kunnen worden afgeleverd? Zijn ‘databasepublishing’-technieken inmiddels zover ontwikkeld dat mogelijk honderdduizend gepersonaliseerde dichtbundels de SQL-servers niet laten koken? Om een indruk te geven: volgens Paul Mosterd van CPNB bedraagt het aantal mogelijke varianten 9.516.726 maal tien tot de macht twintig. Over de correctheid van die som houdt hij wel een ruime slag om de arm.
Drukker dicht
Technisch heeft het project nogal wat voeten in de aarde. Hexspoor Support Center uit Boxtel regisseert poëzie in print. De onderneming regelt ook de betalingen. Directeur Sylvan Hexspoor heeft geen enkele twijfel bij de technische haalbaarheid van het project.
Hexspoor: De database is op orde. De website is in de lucht. Iedereen is er klaar voor. We hebben het niet over een experiment. Alle deelnemers werken met technieken die hun waarde in de praktijk bewezen hebben."
Toch kampte het project met een onverwacht aanloopprobleem. Plantijn Casparie in Tilburg zou het printen van het binnenwerk van de bundel verzorgen op de hogesnelheid zwart/wit DocuTech printers van Xerox. Helaas maakte moeder Plantijn Casparie op 24 januari bekend dat in maart dit jaar – aan de vooravond van de Boekenweek – de drukkerij in Tilburg al haar activiteiten staakt. Hexspoor spreekt van een vervelende tegenvaller, maar ziet door het wegvallen van de drukker/printer de continuïteit van het project niet in gevaar komen. Uiteindelijk is uitgeweken naar Grafi Print, een printer in Eindhoven.
Verwaarloosbaar afbreukrisico
Gopher Publishers uit Groningen, recent overgenomen door Quote Media, levert de software van het project. Peter Kooi is verantwoordelijk voor de softwareontwikkeling bij Gopher. Kooi is naar eigen zeggen een boekenliefhebber, maar dichters hebben hem sinds het begin van het project ook in hun greep. Voor het lezen van de gedichten had hij tijd, want de software zorgde voor niet al te veel hoofdbrekens.
Kooi: "Het afbreukrisico is te verwaarlozen. We hebben het niet over ‘rocket science’, maar over automatiseringstechnieken die we dag-in-dag-uit gebruiken."
Als een van de belangrijkste voorwaarden voor het slagen van het project formuleerden de deelnemers al de mate van schaalbaarheid. Noodscenario’s liggen klaar voor het geval Nederland onverhoopt echt massaal zeer grote aantallen dichtbundels gaat bestellen. De servers zijn redundant uitgevoerd en de website wordt voor een deel gehost bij Gopher in Groningen en voor een ander deel bij XS4all in Amsterdam. "Alle statische informatie staat bij XS4all, wij verzorgen alle dynamische informatie", zegt Kooi.
Wanneer een bezoeker inlogt op de website http://www.komliefste.com kan de poëzieliefhebber zoeken met vijf tot zes verschillende zoeksleutels en een persoonlijke, favoriete bundel samenstellen. Zoeken op auteursnaam is mogelijk, net als op titel, eerste dichtregel, generatie of zoekwoord, of een nummer dat correspondeert met een bundel die bij de boekhandel ter inzage ligt. Bij het aanklikken van het gedicht verschijnt er een pdf-bestandje dat naar de pc of Mac gedownload wordt. Kooi: "De pdf-jes met de gedichten hebben we eenmalig gegenereerd uit de database. Er is gekozen voor pdf omdat de ontvanger er dan niet mee kan knippen en plakken. Daarmee zijn de rechten van de auteurs en van de uitgevers gewaarborgd".
Boek in het Swahili
De website die Gopher bouwde is ontwikkeld volgens het asp-concept maar de ‘publishing engine’ die er uiteindelijk voor zorgt dat er een aantal keren per dag een job naar de printer gestuurd wordt, met honderden of wellicht zelfs duizenden bundels, is eigen werk van Gopher.
Peter Kooi: "Onze publishing engine heet Kitabu. Dat betekent "boek" in het Swahili." Gopher investeerde vier jaar ontwikkelingswerk in Kitabu en opereert als asp voor uitgevers en andere opdrachtgevers die documenten willen publiceren. "Kitabu hebben we vanaf het allereerste begin geschreven in Delphi, de compiler van Borland. Gelukkig kozen we ruim vier jaar geleden al voor pdf als het de facto publiceerformaat."
Door de robuuste programmeertaal en de keuze voor geaccepteerde standaarden verwacht Kooi geen problemen bij de orderinname en de communicatie met de printer. "Nadat mensen een keuze hebben gemaakt uit de database voor hun tien favoriete gedichten, wordt de order volautomatisch behandeld. We nemen wel steekproeven om te kijken of we geen spookorders binnen krijgen."
"De ‘engine’ is ontworpen en gebouwd om volautomatisch te kunnen publiceren. Kitabu kunnen we uitbreiden met ‘plug-ins’. Een van de ‘plug-ins’ is de ’template’ die is gemaakt op basis van de typografische aanwijzingen van de vormgeefster. Zij definieerde de paginagrootte, de zetspiegel en koos het lettertype, de DLT Albertina. In de ’template’ past ook een impositieschema voor de dertig pagina’s, een inhoudsopgave die volautomatisch wordt gegenereerd, de bronvermelding achter in de bundel, en uiteraard de persoonlijke boodschap die mensen geprint willen hebben. Achter in het boekje komt verder een barcode. Deze correspondeert met de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de besteller die we in onze database hebben. De printer maakt op die manier direct een factuur annex pakbon."
Het vermaledijde euroteken zorgde voor wat extra programmeerwerk. Het stramien voor de bundel is door de Haagse vormgeefster Karen Polder opgemaakt in Quark Xpress. Voor de Mac vormde dat geen enkel probleem, maar bij de testruns op de Windows productieservers viel het euroteken weg. "Gelukkig viel dat in onze Kitabu-’template’ op te lossen", zegt Kooi.
De ongewisse consument
Om uitgeverijen die bloemlezingen samenstellen niet in de wielen te rijden, is besloten het aantal gedichten per schrijver tot maximaal twee te beperken. De auteurs krijgen een honorarium dat gekoppeld is aan het aantal keren dat een gedicht wordt afgedrukt. Wordt bijvoorbeeld Deelder tien keer vaker geprint dan Slauerhoff dan zal het uitgekeerde honorarium aan Deelder ook tien keer hoger liggen: rechtenbeheer met een nauwkeurigheid per pagina.
Hexspoor in Boxtel neemt het afwerken en de betalingen voor zijn rekening. Geen ongewone activiteiten voor Hexspoor die wortels in de grafische afwerkwereld heeft.
Sylvan Hexspoor: "Door onze grafische achtergrond weten we waar we op moeten letten. Een dichtbundel is een boekje met een hoge gevoelswaarde. Dat betekent dat het technisch een perfect product moet zijn. De rug moet stevig zijn, de looprichting van het papier in orde, het omslag – dat overigens in offset wordt gedrukt – moet de bundels afmaken. Vroeger maakte je als grafisch bedrijf één keer honderdduizend producten. Nu maak je er honderdduizend keer één. Je moet dan zorgen dat je je facturatie en logistiek goed op orde hebt."
De hoogte van de oplage van Liefste is een volstrekt raadsel. De deelnemende organisaties en bedrijven sloten onderling weddenschappen af, maar willen geen enkel cijfer naar buiten brengen. Gaan er straks, duizenden, tienduizenden of wellicht honderdduizend bundels over de toonbank?
Mochten de aantallen uit de hand gaan lopen dan heeft Hexspoor extra printcapaciteit achter de hand. Maar als het over De Liefde gaat, zou je zeggen, kunnen het niet genoeg exemplaren zijn. Hoewel: De organisatoren zijn gewaarschuwd. Dichtte J.H. Speenhoff al niet:
De liefde is een ongeluk,
En zit soms in een hoekje,
De liefde kost aan menigeen,
Zijn ganse spaarbankboekje.
Leon Van Velzen Freelance Medewerker
In de vangrail
In december 1997 parkeerde de ANWB de Route-op-Maat op de vluchtstrook. Daarmee mislukte het eerste grootschalige printen-op-afroep project in Nederland.
Hoe zat dat? De ANWB beschikt over een schat aan informatie over reisbestemmingen en manieren hoe daar te komen. Zou het niet aardig zijn als de wijnliefhebber langs de Duitse Moezel zou rijden en de bierliefhebber München in het traject zou opnemen, waarbij een bezoek aan het etikettenmuseum tot de mogelijkheden behoorde? De A5-boekjes zouden geheel gepersonaliseerd zijn, in kleur en razendsnel worden geleverd. Bovendien lag de prijs voor de informatie zeer laag: een dikke zes gulden per uitgave.
Een briljant concept, maar vanaf het eerste begin werd de Route-op-Maat geplaagd door kinderziekten. Het begon al met het getouwtrek wie dit prestigieuze printen-op-afroep project mocht uitvoeren. Nadat Moore uit Eindhoven het pionierswerk verrichtte, ging de ANWB met Casparie Amsterdam – een onderdeel van Roto Smeets de Boer – in zee. De Xeikons van Moore werden ingeruild tegen de IBM Info Colors 70 van Casparie.
Ook technisch malheur bleef Route-op-Maat niet bespaard. De productiesnelheid van de boekjes lag simpelweg te laag voor de vraag uit de markt. Dat werd nog erger toen de ANWB besloot vlak voor de zomervakantie in 1997 op grote schaal campagne te gaan voeren voor het project. Zelfs uitwijken naar extra printcapaciteit in Duitsland bood toen onvoldoende soelaas om de boekjes binnen het afgesproken tijdsbestek bij de leden te krijgen, die wel allemaal de volgende dag in de auto wilden stappen.
Het concept van Route-op-Maat trok wereldwijd aandacht. Achteraf bleek dat niet aan alle voorwaarden voor succes was voldaan. Alle bouwstenen van het project moesten kloppen: de techniek, de marketing, de redactionele en typografische uitvoering en een krachtige database. Maar de looprichting van het papier was verkeerd, het afwerken een grafisch product onwaardig – en het belangrijkste – de problemen bij ‘database publishing’ werden onderschat. Zürich ligt niet alleen in Zwitserland, maar ook in Friesland. Wie naar het Franse plaatsje La Motte wil, kan kiezen uit tientallen bestemmingen. Die opgave bleek de database marketeers vijf jaar geleden nog te machtig.
Toets 9220 zorgde voor lege pagina’s
Op 29 oktober 1996 startten KPN en drukkerij Moore uit Eindhoven de grootste proef ter wereld met printen-op-afroep. De proeftuin voor "Toets 9220" werd bevolkt door 365.000 Utrechtse consumenten. Deze konden informatie aanvragen over bijvoorbeeld verzekeringen of hypotheken na het bellen van het telefoonnummer 06-9220. Vandaar de naam. De beller kreeg de gewenste informatie in een gepersonaliseerd boekje binnen 48 uur thuisgestuurd.
De boekjes werden geprint op twee Xeikons die in Veldhoven stonden opgesteld bij Copynomie, een onderdeel van Moore. Moore ontwikkelde speciaal voor deze toepassing in zijn researchlaboratorium in Canada een nieuw supersnel ‘front-end’, dat aan de kleuren Xeikonprinters gekoppeld werd. Deze XLC stuurt de data met een snelheid van 40 MB per seconde naar de printer. De boekjes bevatten maximaal 32 pagina’s A4 in kleur. De informatie voor de boekjes bevond zich in twee databases. Deze bevatten de actuele teksten, het beeld en de lay-outs of templates. De boekjes werden vanuit de database volautomatisch gegenereerd.
KPN beschouwde de test geslaagd wanneer acht procent, ofwel een kleine dertigduizend consumenten, binnen drie maanden belde voor gepersonaliseerde informatie. De initiatiefnemers gingen ervan uit dat bij een geslaagde proef heel Nederland kennis kon maken met deze nieuwe manier van ‘direct marketing’.
In november 1997 werd het project uitgerold. In de praktijk vielen de resultaten tegen. Het Persoonlijk Informatiepakket over reizen arriveerde inderdaad binnen 24 uur, maar de boekjes zagen er niet uit. Tussen de platte tekst over Egypte, Gambia, Israël, Kenia en Thailand was foto noch kaartje te vinden. Alle illustraties waren uit het reisboekje verbannen. Na de zes pagina’s platte tekst volgde een korte alinea op een verder blanco pagina, gevolgd door drie maagdelijk witte pagina’s. Daarna volgde de informatie van de adverteerders.
Net als de Route-op-Maat sneefde Toets 9220. Te ingewikkeld, te grote ambities, te weinig geld. Dit en de onrijpe techniek zorgden ervoor dat geen enkele onderneming zijn vingers wenste te branden aan gepersonaliseerd printen-op-afroep. Daarmee sorteerden de goedbedoelende pioniers een averechts effect. In plaats van vernieuwende grafische technieken breed te promoten, werden opdrachtgevers en de grafische bedrijfstak kopschuw gemaakt. Mede daardoor stagneerde de markt voor grootschalig, gepersonaliseerd printen jarenlang, totdat dichters opnieuw aan de poort rammelden.