Wat is er aan de hand bij Computer Associates? De beurskoers vertoont sinds de eerste berichten over een onderzoek door de Securities and Exchange Commission (SEC) en de openbaar aanklager in Brooklyn een scherpe daling. Doordat echter geen duidelijkheid bestaat over de aanleiding en het doel van deze onderzoeken, krijgen geruchten de vrije hand. Draait het allemaal om de pro-forma berekeningen van de omzet van CA die het gevolg zijn van het nieuwe business-model van het concern? Zit ‘corporate raider’ Sam Wyly wellicht opnieuw achter het concern aan? Of moet er geloof worden gehecht aan de geruchten dat een aantal door CA verkochte activiteiten ten onrechte als ‘product revenue’ zouden zijn geboekt? Robbert Hoeffnagel scheidt feiten van speculaties.
De frustratie van Sanjay Kumar moet zo langzamerhand een hoogtepunt hebben bereikt. In een ‘conference call’ op 25 februari erkende de topman van softwarebedrijf Computer Associates dat zijn onderneming inderdaad het onderwerp is van onderzoeken die worden uitgevoerd door zowel de Securities and Exchange Commission (SEC) als van wat officieel heet ’the US attorney’s office in Brooklyn’. Lastig voor Kumar is echter het feit dat hij vooralsnog in het duister tast over de aanleiding of het doel van deze onderzoeken. Hij is ‘uncertain as to the topic’, zo bleek uit de genoemde telefonische bijeenkomst.
Dit soort onzekerheid is onder de huidige marktomstandigheden voor een beursgenoteerde onderneming nogal riskant. De dalingen die het aandeel CA inmiddels heeft meegemaakt, zijn er dan ook naar. Aandeelhouders nemen sinds het debacle rond Enron geen enkel risico meer. Zodra er met de boekhouding van een beursgenoteerd bedrijf ook maar iets mis lijkt, vlucht men massaal uit dat aandeel.
Daar komt bij dat er rond CA momenteel een soort informatievacuüm bestaat. Daardoor weet niemand wat er nu precies aan de hand is en krijgen geruchten vrij spel. Vandaar dat woordvoerders van CA – waaronder Kumar zelf – herhaaldelijk de medewerking van hun bedrijf aan de onderzoekende instanties hebben aangeboden. Men is bereid, zo stelt men, om iedere vraag te beantwoorden en alle gewenste informatie beschikbaar te stellen, om maar te voorkomen dat het bedrijf meegesleept wordt in de afstraffing die aandeelhouders inmiddels geven aan ieder bedrijf waarvan men het vermoeden heeft dat er al te zeer aan creatief boekhouden is gedaan.
Veel speculaties
De speculaties rond CA concentreren zich momenteel op drie onderwerpen. De eerste heeft te maken met Sterling en het ten onrechte als productverkoop boeken van de opbrengsten van de verkoop van een bedrijfsonderdeel. Het zou gaan om een activiteit die CA destijds in bezit kreeg na de overname van Sterling. Dit softwarebedrijf beschikte onder andere over een serviceafdeling die zich met name op defensiewerk in de Verenigde Staten richtte. Aangezien dit soort werkzaamheden niet tot de kernactiviteiten van CA werden gerekend, besloot men dit bedrijfsonderdeel af te stoten.
De opbrengsten van een dergelijke transactie dienen volgens de Amerikaanse accountancyregels separaat in de daarop volgende financiële kwartaal- en jaarrapportages te worden opgenomen. Dit zou men echter niet hebben gedaan. Men zou, zo wil het gerucht, er daarentegen voor hebben gekozen de opbrengsten van de verkoop te boeken alsof het om de verkoop van producten zou zijn gegaan.
Dit is een aanpak die al eerder is voorgekomen – naar verluidt ook in de ict-sector – en die vooral bedoeld lijkt om tegenvallende reguliere verkopen van producten en diensten op te poetsen of mooie cijfers nog net iets meer glans mee te geven. Het is echter ook een aanpak die niet is toegestaan, omdat de verkoop van een bedrijfsonderdeel een eenmalige bate oplevert en niets te maken heeft met de verkoop van producten of de operationele gang van zaken bij het bedrijf. Wordt een eenmalige bate wél als productomzet geboekt, dan kunnen aandeelhouders bovendien geen goed beeld krijgen van de operationele prestaties van een bedrijf.
Een woordvoerder van Computer Associates kent het gerucht, maar wil er verder niet op ingaan. Hij verwijst naar het officiële standpunt van CA, dat luidt dat men de eventuele aanklacht tegen het bedrijf niet kent. Het heeft dan dus ook geen zin om te reageren op geruchten in de markt. Liever zou men informatie ontvangen over het doel van het onderzoek, zodat men informatie kan verschaffen om de kwestie uit de wereld te helpen.
Ranger Governance
Een tweede gerucht heeft betrekking op Sam Wyly. Deze Texaanse zakenman heeft reeds eerder pogingen gedaan om het management en de ‘board of directors’ van CA te verwijderen. Onder de naam Ranger Governance LLC heeft Wyly een aantal investeerders verzameld die vorig jaar hebben geprobeerd om een alternatief business plan voor CA doorgevoerd te krijgen. Ranger publiceerde enkele gegevens uit dit plan, dat er op neer kwam dat CA veel beter in vier ‘business units’ opgesplitst kon worden en de aandacht voor klanten en aandeelhouders fors moest worden verbeterd. Uiteindelijk slaagden Wyly en de zijnen er niet in om tijdens een daaropvolgende aandeelhoudersvergadering voldoende stemmen achter zich te krijgen.
Er doen geruchten de ronde dat Sam Wyly de man zou zijn die nu al of niet juiste informatie naar de SEC of de Amerikaanse overheid zou hebben doorgespeeld. Die informatie zou voor beide instanties aanleiding zijn geweest om hun onderzoeken te starten. Opmerkelijk is wel de ’timing’ van het onderzoek. In april vindt opnieuw CA World plaats, de internationale bijeenkomst van gebruikers van softwareproducten van Computer Associates. Ook tijdens de vorig jaar gehouden editie van CA World probeerde Ranger Governance via onder andere paginagrote krantenadvertenties de gebruikers en het management van CA te bespelen.
Nieuw business-model
Een derde mogelijke aanleiding voor de twee onderzoeken is gelegen in de onduidelijkheid die bestaat rond het nieuwe business model van Computer Associates. Dit model is radicaal anders dan voorheen gebruikelijk was bij het softwarebedrijf en heeft – in ieder geval optisch – tot een fikse daling van zowel de omzet als de winst geleid. Sterker nog: CA rapporteert momenteel rode cijfers. Dat is echter vooral het gevolg van de boekhoudkundige veranderingen, zo stelt men bij CA. Om de financiële cijfers over twee jaren enigszins vergelijkbaar te houden, publiceert het bedrijf daarom naast de officiële resultaten ook een aantal pro-forma cijfers: wat zouden de financiële resultaten zijn geweest wanneer het nieuwe business model al eerder was ingevoerd? Daar zit echter een probleem, aangezien beursanalisten zich tot nu toe met enige regelmaat hebben afgevraagd of die pro-forma resultaten wel helemaal kloppen.
Het draait allemaal om een verandering die CA in november 2000 heeft doorgevoerd. Het bedrijf is toen overgestapt op een licentiemodel dat functioneert op basis van – zeg maar – abonnementen. De afgelopen jaren blijkt de gemiddelde looptijd van een licentiecontract bij CA te liggen op 59 maanden. In het verleden werd de betaling voor een dergelijk contract gesplitst: een bedrag voor de licentie zelf gekoppeld aan jaarlijkse onderhoudscontracten. De totale waarde van een contract werd echter in één keer geboekt. Omdat het zeker in de wereld van de mainframes om fikse bedragen kan gaan, bood CA bovendien financieringsmogelijkheden aan, waardoor een gespreide betaling kon worden gerealiseerd.
Deze oude aanpak kende nogal wat nadelen. Eén daarvan was het feit dat zo’n tachtig procent van de omzet in de laatste dagen van een kwartaal werd gerealiseerd. Het was zelfs niet ongebruikelijk dat klanten daar bewust op aanstuurden. Immers, zo laat in het kwartaal werd de druk op de verkopers van CA om contracten af te sluiten en ‘hun kwartaal te maken’ steeds groter en dus ook hun neiging om klanten met almaar groeiende kortingen alsnog over de streep te trekken.
Maandelijkse boekingen
In het nieuwe business model werkt het anders. Gebruikers zijn bij de nieuwe aanpak veel meer dan voorheen vrij om zelf te kiezen wat de looptijd van een licentiecontract zal zijn. Wie vijf jaar wil, gaat uit van vijf jaar, wie slechts zes maanden vooruit wil kijken, werkt op basis van een halfjaarcontract.
Een tweede belangrijk verschil ten opzichte van de oude situatie zit ‘m in de manier waarop een dergelijk contract wordt geboekt in de financiële administratie. Gebeurde dat voorheen in één keer, nu wordt gedurende de looptijd van een contract iedere maand een bedrag geboekt. Dat bedrag komt tot stand door het totale bedrag dat met het contract is gemoeid te delen door het aantal maanden dat de looptijd lang is.
Het zal duidelijk zijn dat deze nieuwe manier van werken grote gevolgen heeft voor de te rapporteren financiële resultaten. De laatste financiële rapportage van CA over het derde kwartaal en de eerste negen maanden van fiscaal 2002 geven dat ook goed aan. Op 22 januari rapporteerde het bedrijf een kwartaalomzet van 749 miljoen dollar. Een jaar geleden bedroeg de omzet nog 783 miljoen dollar. Het netto verlies bedroeg 231 miljoen dollar, tegen 342 miljoen dollar en jaar eerder. Worden de cijfers over de eerste negen maanden genomen, dan blijkt de invloed van de overstap op het nieuwe business model nog duidelijker. De omzet bedroeg na drie kwartalen 2,1 miljard dollar. Vorig jaar stond het concern na drie kwartalen op 3,5 miljard dollar aan omzet. Het netto verlies over de eerste negen maanden is van 181 miljoen dollar vorig jaar opgelopen tot 864 miljoen dollar dit jaar.
Pro-forma cijfers
Als een ‘additional measure to evaluate performance’ publiceert het concern zoals gezegd ook pro-forma resultaten. Die zijn bedoeld om aan te geven wat de financiële resultaten zouden zijn geweest wanneer het bedrijf eerder op deze nieuwe aanpak was overgestapt. Eerst de cijfers over het derde kwartaal. De omzet zou dan zijn uitgekomen op 1,45 miljard dollar, tegen 1,40 miljard dollar een jaar eerder. De ‘bottom line’ laat nu een plus zien van 417 miljoen dollar tegen 248 miljoen dollar in 2000. Over drie kwartalen gemeten zou de omzet in 2001 zijn uitgekomen op 4,3 miljard dollar tegen 4,1 miljard een jaar eerder. De winst zou over de eerste negen maanden van 2001 zelfs zijn uitgekomen op bijna 1,1 miljard dollar, tegen 677 miljoen dollar een jaar eerder.
De pro-forma cijfers geven dus een groeiend CA te zien, waar de gerapporteerde resultaten een afname van de omzet en bovendien een verlies te zien geven. Het zal ook duidelijk zijn dat het verschil tussen de gerapporteerde en pro-forma cijfers een tijdelijk fenomeen is. Sanjay Kumar gaf eind januari in een interview met Business Week zelf al aan dat het bedrijf inmiddels zestig procent van die overgangsfase achter zich heeft liggen.
Toch maken analisten en investeerders zich zorgen over die pro-forma cijfers. Niemand, zo heeft een aantal analisten namelijk aangegeven, kan die cijfers controleren. Een deel van de omzet komt nog uit betalingen die gebaseerd zijn op de oude licentieaanpak, een ander gedeelte is reeds gebaseerd op het nieuwe model. De vraag die inmiddels ook hardop gesteld wordt, zal duidelijk zijn: kloppen de pro-forma berekeningen wel?
‘Wall Street’ is nog eens extra argwanend geworden, toen bleek dat CA bedragen had opgenomen uit een kredietvoorziening op een moment dat direct aansloot op een betalingsverplichting rond een andere lening. Had CA wellicht te maken met een haperende ‘cashflow’, vroeg men zich af. Bij Computer Associates wordt een eventuele ‘cash crunch’ echter ontkend. Men wijst op de cijfers die aangeven dat de cashflow vorig jaar uitkwam op ruim 1,3 miljard dollar. In 2000 bedroeg de cashflow 1,5 miljard dollar, in 1999 1,2 miljard dollar. Niet iedere analist denkt overigens dat CA cashflow-problemen heeft. Zo geven onderzoekers van Parker Hunter aan dat zij geen aanleiding zien om te vrezen voor cashflow-problemen. Moody’s Investor Service is daar echter minder gerust op. Hier voorspelt men dat in 2002 de cashflow zal afnemen tot circa één miljard dollar.
Onduidelijk
Eén van de geruchten die momenteel de ronde doet, wil dat de SEC en de Amerikaanse overheid onderzoek doen naar de vraag of het management van CA de pro-forma cijfers wellicht zodanig heeft bewerkt dat de overstap naar het nieuwe business model beter tot zijn recht komt. Of dat gerucht klopt, weet niemand. Alle betrokken instanties onthouden zich vooralsnog van commentaar.
Daarmee is echter een lastige situatie ontstaan voor zowel CA, de klanten van het bedrijf en misschien zelfs wel voor de voorzichtig opkrabbelende ict-markt in zijn geheel. Waar richten de onderzoeken naar Computer Associates – toch één van ’s werelds grootste softwarebedrijven – zich nu precies op? Zolang er op dit punt geen duidelijkheid bestaat, hebben geruchten de vrije hand. En die geruchten doen het herstel van vertrouwen in de ict-markt geen goed.
Robbert Hoeffnagel Freelance Medewerker
Eerder vragen over CA
Er is vaker rumoer rond CA geweest. In mei van het vorig jaar meldde het bedrijf dat ‘een typografische fout’ er de oorzaak van was dat de winst zo’n 130 miljoen dollar hoger uitviel. Volgens CA had de fout geen invloed op het bedrag dat werd opgevoerd bij de pro forma boekhoudmethode, die in 2000, samen met een nieuw business-model, werd gehanteerd.
Voormalige medewerkers en analisten zeiden dat het bedrijf jarenlang boekhoudtrucs had gebruikt om verkoop en winst op te krikken. Het nieuwe businessmodel en de daarbij behorende nieuwe boekhoudmethode zouden dat moeten verdoezelen.
In september 1998 had beurstoezichthouder SEC al vragen over CA’s boekhoudpraktijken. Deze startte een apart onderzoek naar de winstwaarschuwing van het bedrijf in juli 1998, waardoor aandelen kelderden – een paar weken nadat drie topmannen (Charles Wang, Sanjay Kumar en Russel Artzt) zichzelf voor 1,1 miljard dollar aan aandelen cadeau hadden gedaan. (Red.)
Ook onderzoek Global Crossing en IBM
Ook andere bedrijven worden tegen het licht gehouden. SEC is onlangs een onderzoek begonnen bij Global Crossing naar mogelijk illegale boekhoudpraktijken. Het concern wisselde met gesloten beurs netwerkcapaciteit met andere telecombedrijven uit. Dit zijn gebruikelijke transacties in de telecomwereld. De geschatte waarde van de geruilde verbindingen werden geboekt als inkomsten. De kosten voor deze verbindingen kwamen als lange-termijninvestering in de boeken terecht.
Investeerders en aandeelhouders hebben hierdoor een te rooskleurig beeld gekregen van de prestaties van Global Crossing. Dit schreef Roy Olofson, een oud-boekhouder van het bedrijf, vorig jaar augustus. Het concern ontkent de aantijgingen van de voormalige werknemer en zegt dat de accountants bij hun controles van de boeken nooit onregelmatigheden hebben aangetroffen. Global Crossing heeft Olofsons brief vorige week doorgespeeld aan zijn accountant Arthur Andersen. Dit bedrijf was ook de accountant van de vorig jaar failliet verklaarde energiereus Enron.
Ook IBM staat sinds kort in de schijnwerpers vanwege de verkoop van diens divisie voor optische ontvangers aan JDS Uniphase. De opbrengst van 300 miljoen dollar zou niet naar behoren zijn bijgeboekt, maar zou zijn gebruikt om de operationele kosten te verlagen en zo de financiële resultaten minder te laten schommelen.
Volgens IBM-woordvoerders is de JDS-transactie wel degelijk correct opgenomen in de boeken én goedgekeurd door de auditors van het bedrijf. Analist Steven Milunovich van zakenbank Merrill Lynch meent dat IBM correct heeft gehandeld door het afstoten als een verlichting van de operationele kosten op te voeren. De verkoop betrof namelijk vooral intellectueel eigendom en niet fysieke bezittingen. "Deze transactie lijkt niet abnormaal te zijn." (Red.)