IBM komt eind maart met de volledige uitvoering van het vorige week onthulde ‘Linux-mainframe’. Die 64-bit machine, codenaam Raptor, is uitgebracht met het open source besturingssysteem Linux. Daarbij doet het oorspronkelijke mainframebesturingssysteem slechts dienst als partitie-beheerder.
Eind volgende maand brengt IBM acht andere uitvoeringen van dit instapmodel uit. Deze z800-computers zijn uitgerust met IBM’s 64-bit mainframeprocessoren en een uitgeklede uitvoering van het z/OS (voorheen OS/390).
Dit zogeheten z/OSe kan alleen nieuwere programmatuur draaien, waaronder internet-serversoftware, crm-applicaties (klantenrelatiebeheer) van Siebel Systems en erp-software (bedrijfsautomatisering) van Sap. Daarnaast ondersteunt het nieuwe platform IBM’s productreeks, bestaande uit de DB2-databank, de Websphere-applicatieserver, de transactiemonitor Mqseries en Java-software.
Beperking
De beperking van het mainframebesturingssysteem schuilt in het feit dat IBM de ondersteuning voor oudere programmeertalen als Cobol, Fortran, Cics en IMS heeft weggelaten. Deze besparing stelt IBM in staat de prijs van de z800-systemen te verlagen naar het niveau van zijn Linux-mainframe. De volbloed mainframes, z900, zijn ongeveer twee keer zo duur.
"z/OSe is alleen bedoeld voor nieuwe werklasten", zegt marketinghoofd Richard Lechner van de serverdivisie. "Het kan geen legacy-transactiesystemen draaien." De door de z800 niet-ondersteunde technologieën zijn nog veel in gebruik voor traditionele mainframetoepassingen.
Cobol-specialist Micro Focus International zet zijn ontwikkel- en runtime-omgeving voor Cobol-applicaties dan ook over naar het nieuwe Linux-mainframe. Dit nieuwe product, gebaseerd op de bestaande Server Express-software, moet in september gereed zijn. Andere softwareleveranciers, waaronder Legacy J en Acucorp, hebben al Cobol-ondersteuning voor Linux op IBM-mainframes aangekondigd.
Ook verdediging
IBM heeft de oudere mainframetechnologie echter niet alleen geschrapt om kosten te besparen. Het bedrijf wil met deze lichte mainframes vooral nieuwe klanten lokken die meerdere Unix-servers willen consolideren op één machine. De Raptor-machines vormen dus eveneens een verdedigingslinie tegen de opmars van zware Unix-systemen van leveranciers als HP, Sun Microsystems en Compaq.
Onderzoeksbureau Gartner laat zich positief uit over de nieuwe mainframes. Volgens analisten Mike Chuba en John Phelps verlagen deze machines de instapkosten voor mainframes zonder grote verschillen in functionaliteit met de volwaardige z900-mainframes.
Bovendien biedt IBM ook opwaarderingen waarmee een z800 is te ‘verzwaren’ tot een lichte z900-machine. Dat is een ruim opwaarderingspad. "Eerdere instapmodellen voor de middenmoot van de servermarkt waren eigenlijk niet hetzelfde systeem als het hoofd-mainframe van die tijd. In tegenstelling daarmee is de z800 echt een baby-z900", aldus Lechner.
Toch kunnen de nieuwe machines niet het niveau van de grotere broers halen; de z800 heeft een plafond van vier processoren, terwijl de z900 tot zestien mainframechips kan gaan. Elk van deze processoren is overigens op te delen in meerdere virtuele servers ofwel partities.
Nieuw leven
De nieuwe benadering voor mainframes heeft IBM tot op heden geen windeieren gelegd. Het gebruik van Linux als besturingssysteem bovenop de virtuele machine (vm) van de z-Series (voorheen s/390) blaast het platform volgens de leverancier nieuw leven in.
Vorig jaar boekten IBM’s mainframe-activiteiten voor het eerst in dertien jaar een omzetgroei, aldus serverhoofd Bill Zeitler. Marketinghoofd Lechner valt bij: "We hadden vorig jaar meer dan 75 nieuwe, niet-mainframe klanten die naar dit platform kwamen via Linux. We verwachten nu een groot aantal klanten die dit voorbeeld volgen."