De verwachting is dat BEA Systems vandaag eindelijk de langverwachte beta-versie van zijn Cajun Java-ontwikkelingsframework zal uitbrengen.
De codenaam Cajun is daarbij vervangen door de definitieve naam Weblogic Workshop. Zo’n tienduizend software-ontwikkelaars zouden met de beta aan de slag moeten gaan, zo wordt gezegd op de BEA-gebruikersconferentie die momenteel plaatsvindt in San Diego, Californië. Eind 2002 hoopt BEA meer dan een miljoen ontwikkelaars te hebben overgehaald om Weblogic te gebruiken.
Daarbij is het de bedoeling vooral veel ‘nieuwe’ mensen te lokken. Dat wil zeggen: mensen die nog geen of weinig ervaring hebben met Java. BEA heeft duidelijk één doel voor ogen: het Weblogic-platform moet aan het hoofd komen van de Java-gemeenschap. Soortgelijke J2EE-initiatieven van IBM, Sun, Oracle en HP wil BEA Systems daarbij ver achter zich laten. Overigens zijn die ondernemingen nog niet echt onder de indruk. Ze stellen dat BEA op dit terrein tenminste drie achter ligt en dus eerst een inhaalslag moet maken.
BEA richt de pijlen trouwens niet alleen op de bekende Java-concurrenten. Ook op Microsoft is de jacht ingezet, met name op zijn programmeurs. Die hoopt BEA over te halen te kiezen voor het vandaag onthulde Dev2dev, een online-gemeenschap en -trainingsnetwerk à la Microsoft. Via Dev2dev wil BEA negen miljoen ontwikkelaars opleiden voor het werken met de Weblogic Workshop, de Weblogic Server 7.0 en de bijbehorende portal.
De ontwikkelaars die gewend zijn met Microsoft te werken, voelen zich vaak aangetrokken tot Weblogic en dat is één van de sterke punten van BEA. Het framework gebruikt namelijk ‘point-and-click’ en ‘drag-and-drop’. Dergelijke technieken horen niet zozeer bij Java, maar zijn zeer bekend bij de programmeurs die werken met Microsofts Visual Basic en Power Builder. Opmerkelijk is verder dat de ’trekker’ van Dev2dev Tod Nielsen heet, de voormalige software-ontwikkelingsgoeroe van Microsoft. Hij herintroduceerde daar onder meer het populaire ontwikkelaarsnetwerk Msdn.