Bij de lokale overheid bestaat opmerkelijk veel belangstelling voor meer landelijke sturing in de gemeentelijke informatisering, zoals bepleit door Het Expertise Centrum (HEC). Veel gemeenten kunnen zich vinden in de oprichting van een organisatie daarvoor door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Zoals Computable vorige week meldde, suggereert HEC in een tussenrapportage (momenteel binnen het werkveld in discussie) dat gemeenten tot effectievere digitale dienstverlening kunnen komen, door gebundeld optreden. In eerste aanleg kan een centrale aanpak zich richten op informatiearchitecturen en standaarden, en op versteviging van het opdrachtgeverschap. Vervolgens kan een landelijke uitvoeringsorganisatie ontwikkelde architecturen invullen en daarbij als opdrachtgever optreden.
Doodbloeden
"De emoties van vijfentwintig jaar geleden over een centrale aanpak, zijn nu wel weggeëbd," zegt bestuurslid Rob Bots van de Gebruikersvereniging Centric. Hij doelt op de tijd van de Soag (Samenwerkingsverband voor de Overkoepeling van de Automatisering bij de Gemeenten), toen een tiental regionale rekencentra gemeenteapplicaties ontwikkelde en centraal aanbood. De aanpak bloedde dood, onder meer doordat gemeenten met het beschikbaar komen van steeds kleinere en goedkopere computers hun informatievoorziening geheel naar eigen inzicht konden modelleren.
Computers zijn nog kleiner en goedkoper geworden, dus de vraag is waarom nu zou lukken wat een paar decennia terug niet kon. "Het ging toen om centrale rekencentra. Dat is niet meer nodig. Maar je ziet dat veel gemeenten door schade en schande wijs worden. Ze redden het niet meer in hun eentje. Nu is het zaak de ontwikkeling van de informatievoorziening adequaat te coördineren. We moeten kijken wat haalbaar is. Er zal verschil blijven tussen grotere gemeenten, die hun eigen boontjes kunnen doppen, en kleinere, waaronder er enkele zullen zijn die het meest vergaande HEC-scenario wensen", aldus Bots. Deze optie voorziet in overname door BZK van de complete gemeentelijke informatievoorziening. GV Centric opteert voor de twee scenario’s ‘daaronder’, met uitdrukkelijk de bedoeling bij een centraal opdrachtgeverschap uit te komen.
De Gebruikersvereniging Pink Roccade Civility broedde begin deze week nog op een standpunt over het HEC-document, maar bestuurslid Klaas Mollema wilde als eerste reactie wel kwijt iets minder ver te gaan dan zijn Centric-collega’s. Hij is voor een aanpak die ligt tussen een scenario dat voorziet in kennisvermeerdering en -deling, en een bureau (zie boven) dat zich op architecturen en standaarden richt. Ook Mollema stelt dat er sinds de tijd van de Soag veel is veranderd. De Soag werkte niet, heeft de ervaring geleerd, maar gemeenten kunnen wel eens door de arbeidsmarktsituatie worden gedwongen meer samen te doen, want het lukt niet om voldoende deskundigheid binnen te halen. Mollema: "Ik sluit niet uit dat we over enkele jaren veel meer samen doen. Of dat landelijk, regionaal of rond de grote steden moet, moeten we bekijken."
Hand in eigen boezem
De vijfentwintig grootste gemeenten, met uitzondering van de twee allergrootste, Amsterdam en Rotterdam, samenwerkend in de 100.000+ Informatie Management Groep (IMG), zit op de lijn van de GV Centric: een bureau voor architectuur en standaarden, en een stap verder: een landelijke uitvoeringsorganisatie die de lokale behoeften invult. Ook over het gebrek aan marktwerking in een uit Centric en Pink Roccade bestaand duopolie komen de gedachten overeen. Rob Bots, die een landelijk bureau als mooie ondersteuning voor de gebruikersverenigingen ziet, vindt dat gemeenten ‘hun hand in eigen boezem moeten steken’ als het erom gaat leveranciers deskundig partij te bieden. Ruud Groenendijk, voorzitter van de IMG-werkgroep Informatiearchitectuur, zegt: "Het is normaal dat leveranciers hun investeringen in productontwikkeling willen veiligstellen. Je kunt niet verlangen dat ze die in het putje gooien en opnieuw beginnen. Ze willen geld verdienen en dat blijven doen. De afnemer wil maatwerk voor een confectieprijs. Je zou dat kunnen stroomlijnen, maar de markt is nu eenmaal klein en biedt nauwelijks ruimte voor nieuwe spelers. En daarbij duurt de besluitvorming bij gemeenten erg lang. Een besluit wordt niet genomen, maar borrelt ergens op. Als gemeenten verzuimen een visie neer te leggen om daarmee de marktwerking te sturen, ligt het ook een beetje aan henzelf."