In Europa en de VS zijn in korte tijd kilometers glasvezelkabel de grond in gestampt. Hooguit 2 tot 3 procent daarvan is in gebruik. In betalingsproblemen verkerende carriers wijten hun tegenvallende omzet aan deze overcapaciteit. Volgens onderzoeksbureau Yankee Group is toegang tot de glasvezelverbindingen een belangrijker knelpunt.
Frits Bosch, vice-president ‘carrier services’ bij Global Crossing, schat dat dit jaar de prijs van glasvezelverbindingen tussen de belangrijkste steden in Europa met 95 procent gekelderd is. Global Crossing, dat momenteel op het randje van bankroet balanceert, wijst deze prijsval aan als een belangrijke factor in de eigen problemen. Allen Timpany, ceo van het netwerkbedrijf Vanco, komt uit op een prijsdaling van 40 procent over het afgelopen jaar in Europa. Vanco koopt voor zijn klanten netwerkverbindingen in. Hij ziet bedrijven kortere contracten met carriers afsluiten om optimaal te profiteren van prijsdalingen.
Overschot
Nancee Ruzicka, programmadirecteur bij Yankee Group en auteur van het rapport A glut of fiber glut, stelt dat het overschot aan glasvezelverbindingen met opzet is gecreëerd. Bij het aanleggen van hun glasvezelnetwerken hebben de bouwers tegen een relatief geringe extra investering veel meer glasvezelkabels in de grond gestopt dan zij voorlopig nodig hebben. Dit is gedaan omdat het ingraven van kabels kostbaar en tijdrovend is. Door overcapaciteit aan te brengen hoeft deze exercitie voorlopig niet herhaald te worden. Iedere aangelegde kilometer glasvezelverbinding bevat 24 tot 144 glasvezelkabels. Deze glasvezelbundels veroorzaken voor een groot deel de overcapaciteit in de glasvezelmarkt.
Een andere factor die de prijsval van bandbreedte mogelijk in de kaart speelt is de komst van dwdm-technologie (dense wavelength division multiplexing). Daarmee is de bandbreedte per glasvezelkabel exponentieel te verhogen doordat het gebruik van nieuwe kleuren de kabelcapaciteit van de kabel opschroeft. Volgens Ruzicka biedt dit carriers juist de mogelijkheid om hun glasvezelnetwerk per saldo goedkoper uit te baten doordat ze hun eigen beheerkosten kunnen verlagen; minder kabels betekent minder zorgen. Dit beheervoordeel levert meer op dan de mogelijke druk van dwdm op de kostprijs van bandbreedte.
Kunstmatig
De overcapaciteit aan glasvezelverbindingen is vooral een kunstmatig gegeven. Het merendeel van de glasvezelkabels ligt ongebruikt onder de grond. Het kleine deel dat in gebruik is, is moeilijk te bereiken voor potentiële afnemers. Deze merken dan ook weinig tot niets van overcapaciteit. Sterker nog: problemen met de ‘laatste kilometer’ zorgen ervoor dat klanten maandenlang op een snelle aansluiting op het glasvezelnetwerk moeten wachten. De moeilijkheden van lokale telecomspelers, die met een fijnmazig netwerk bedrijven toegang zouden kunnen geven tot internationale glasvezelnetwerken, zijn een belangrijke reden waarom de vraag naar bandbreedte achterblijft bij de verwachtingen. Indirect zetten deze problemen dus ook de inkomsten van de huidige aanbieders van glasvezelverbindingen onder druk.
Volgens Timpany is het belang en de waarde van wereldwijd opererende carriers als Global Crossing aan slijtage onderhevig. De omzet uit het aanbieden van bandbreedte stijgt met 5 tot 10 procent per jaar. Dat levert niet de astronomische rendementen op die aandeelhouders van Global Crossing verwacht hadden. Lange afstandsverbindingen zullen net als het elektriciteitsnetwerk gemeengoed worden. Carriers die dit tegen de laagst mogelijke kosten kunnen aanbieden overleven.
Het belang van lokale spelers ziet Timpany alleen maar toenemen. Aanbieders die in een specifieke regio een optimale geografische spreiding van hun netwerk weten te bereiken, zullen het succesvolst zijn. Lange afstandsverbindingen zullen dergelijke spelers afnemen bij derde partijen, maar dit hoeft geen probleem te zijn voor de kwaliteit. Contracten voor backup-verbindigen zijn meestal voldoende. Uit de praktijk van zijn eigen bedrijf weet Timpany dat met zo’n backup bedrijven in 75 procent van de gevallen binnen vijf minuten over een zelfde verbinding kunnen beschikken. Voor de meeste ondernemingen is deze garantie voldoende.