Wanneer Gianni Romme in Salt Lake City over de finish van zijn tien kilometer glijdt en er staat geen tijd onderop uw scherm, dan is dat niet langer de schuld van IBM. Na 38 jaar en negen Olympische spelen vond Big Blue sponsoring te duur en te riskant worden. De firma Schlumberger Sema mag nu proberen als systeemintegrator voor een consortium van vijftien bedrijven de olympische it-operatie van 300 miljoen dollar tot een goed einde te brengen. Voor deze olympische debutanten geldt dat iedere fout er één teveel is, signaleert Teake Zuidema.
In december van het vorig jaar waarschuwde Mitt Romney, president van Sloc (Salt Lake Organizing Committee), tijdens een videoconferentie met het IOC al vast voor problemen met het transport en de informatietechnologie. "U kunt er zeker van zijn dat we problemen zullen hebben," zei Romney tegen de hotemetoten van de olympische beweging. "Het is ‘virtually certain’ dat de informatietechnologie te maken zal krijgen met softwareproblemen en dat er dingen fout zullen gaan met het transport." Verschillende Amerikaanse kranten kopten de volgende dag ‘Olympic organizers warn of trouble’ en schetsten een beeld van winterspelen die gedomineerd zouden worden door hackers, terroristen en gecrashte computers.
Wanneer het openbaar vervoer in en rondom Salt Lake City straks inderdaad in het honderd zal lopen, zal dat weinig mensen verbazen. Dat gebeurt immers vrijwel altijd wanneer de spelen in de VS worden gehouden. Zowel tijdens de zomerspelen van 1996 in Atlanta als tijdens de laatste winterspelen die in de VS werden gehouden – wie weet nog welke Nederlandse schaatser in 1980 in Lake Placid een medaille won? – was het openbaar vervoer een zootje. In de ‘home of the brave’ is openbaar vervoer sinds de dagen van Henry Ford een ondergeschoven kindje. Er is geen reden om aan te nemen dat dat anders zal zijn tijdens de veertien olympische dagen van Salt Lake City. Het is aannemelijk dat het digitale transport van 388 biljoen bits per seconde straks beter zal verlopen dan het transport van duizenden atleten en toeschouwers.
Testen
Romney’s nervositeit over de olympische it-operatie werd veroorzaakt door de eerste uitgebreide testen die in oktober 2001 onder de codenaam TR1 plaatsvonden: verschillende applicaties crashten, delen van het olypische netwerk verloren hun verbinding en het uitvoeren van reparaties kwam uiterst traag op gang. Irv Pfister haastte zich na de sombere voorspellingen van Romney te verklaren dat er niets mis was met de olympisch it-operatie. Pfister is de ceo van Schlumberger Sema het bedrijf dat dit jaar de rol van it-hoofdsponsor heeft overgenomen van IBM. Schlumberger Sema is als ‘prime contractor’ in feite verantwoordelijk voor de hele it-operatie.
Irv Pfister verklaarde begin december 2001 tegenover journalisten: "Informatietechnologie is voor sommige mensen een beetje een mysterie, maar wij doen dit ieder dag." Omdat zijn bedrijf dit iedere dag doet, maakt Pfister zich ook niet zo druk over de problemen tijdens de eerste testen. Bij die testen gaat er immers altijd van alles en nog wat mis. "We begrijpen de risico’s en zijn ervan overtuigd dat de hele operatie zal slagen," aldus een van zelfvertrouwen blakende Pfister. Het bedrijf Sema – in 2001 ingelijfd door Schlumberger – was al eerder betrokken bij de Olympische Spelen als ontwerper van het ‘games managent system’. De nieuwe hoofdsponsor heeft een overeenkomst voor de eerstvolgende vier spelen.
Het zelfvertrouwen van ceo Pfister werd versterkt toen eind december het olympische netwerk de vijf dagen durende TR2-test volgens Schlumberger Sema glansrijk doorstond. Tijdens die vijf dagen werden alle mogelijke rampenscenarios op de it-staf afgevuurd: radiotorens vielen om, bomen crashten bovenop scoreboards, glasvezelkabels werden opengereten door sneeuwschuivers en de servers van Sun Microsystems crashten (let wel: op commando) dat het een lieve lust was. Uiteraard deden zich tijdens de testen ook een aantal niet geplande rampen voor. Zo ontstond er kortsluiting in een startpoortje bij een ski-afdaling, waardoor er geen tijden meer werden doorgegeven.
Het One Venue Results System, een applicatie van Schlumberger Sema, werd tijdens de testen overbelast door het simultaan afvuren van de gefingeerde scores, tijden en rangschikkingen van acht verschillende wedstrijden. Tijdens de spelen zelf zullen er nooit meer dan vier evenementen simultaan plaats vinden. En? "Succes wordt bepaald door hoeveel we hebben geleerd," aldus Busser, de ‘chief information officer’ van Sloc. Hij vervolgt: "We hebben veel geleerd. All systems are go". Laten we er maar van uitgaan dat dat betekent dat alles werkt.
Risico’s voor nieuwe sponsor
Het zal Pfister wel duidelijk zijn dat zijn bedrijf als eerste verantwoordelijke voor systeemintegratie ongeveer net zoveel kans heeft om de winterspelen zonder schade door te komen als een schansspringer van de Kaaimaneilanden. Uiteraard leveren de spelen een hoop naamsbekendheid maar de ceo van Schlumberger Sema hoeft alleen maar naar IBM te kijken om te zien dat er ook heel wat mis kan gaan. IBM trad 38 jaar lang op voortreffelijke wijze op als hoofdsponsor en systeem integrator. Het oogstte verreweg de meeste publiciteit toen in Atlanta in 1996 de netwerkconnectie met de internationale persbureaus faalde en de getroffen sportjournalisten met gulle hand hun vitriool over Big Blue uitstortten.
De officiele partijlijn bij IBM dicteert dat de problemen in Atlanta en de nare publiciteit die daarmee gepaard ging – één Amerikaanse krant legde zelfs de schuld van de bomaanslag in het olympische park bij IBM – niets van doen hebben gehad met het besluit om na Sydney 2000 te kappen met de olympische sponsoring. Het probleem voor Big Blue waren vooral de uit de hand lopende kosten van de olympische it-operatie. IBM zou voor de hele it-operatie tijdens de winterspelen van Nagano meer dan 100 miljoen dollar hebben opgehoest. Volgens de leiding van IBM stonden tegenover deze kosten te weinig baten in de vorm van publiciteit en naamsbekendheid. Bovendien gelooft het IOC dat het meer geld kan krijgen voor het financieren van de ict-operatie door meerdere technologie sponsors te gebruiken in plaats van de ‘one-stop-shop’ van IBM.
De kosten zijn inderdaad een probleem. Voor het hele it-budget van de spelen in Salt Lake City is 300 miljoen dollar uitgetrokken. Dat betekent dat ongeveer 25 procent van alle uitgaven voor de organisatie naar it gaan. Ter vergelijking: voor de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles was het totale it-budget 45 miljoen dollar. Dat was minder dan 10 procent van de totale kosten van de organisatie van deze spelen, waarop Ria Stalman het goud won bij het kogelstoten. Dat is veel geld om het risico te mogen lopen om publicitair flink onderuit te gaan. IBM wilde dat de organisatoren meer zouden bijdragen maar het IOC meende juist meer geld te kunnen binnenhalen met meerdere technologiesponsors.
Dat de it-kosten zo snel toenemen ligt volgens Mitt Romney van Sloc aan de toenemende verslaving van de moderne mens aan live-beelden en het onmiddellijk willen beschikken over tijden, afstanden, rangschikkingen en records. "Het publiek wil op ieder moment weten hoe een bepaalde deelnemer in de race ligt," aldus Romney. Er is inderdaad heel wat veranderd sinds de spelen van 1960 in Rome toen de televisie-opnamen nog op een band in een vliegtuig naar Amerika moesten worden gestuurd. Qwest Communications heeft in Salt Lake City een glasvezelnetwerk aangelegd met een capaciteit die tien keer zo groot is als die van het netwerk dat werd gebruikt bij de winterspelen in Nagano.
Commandocentrum
Het is waarschijnlijk dat ze bij IBM diep in hun hart hopen dat het technisch in ieder geval een beetje in de soep zal lopen in Salt Lake City. Op die manier zou Big Blue met terugwerkende kracht nog eens flink in het zonnetje worden gezet over de wijze waarop het sinds 1960 de informatievoorziening op alle olympische spelen succesvol draaiende heeft gehouden. IBM’s betrokkenheid begon met het gebruik van ponskaarten voor het invoeren van de uitslagen bij de winterspelen van 1960 in Squaw Valley. Met het vlekkeloos uitvoeren van de ict-operatie tijdens Sydney 2000 bewees het dat ervaring een belangrijke factor is bij het welslagen. Verschillende it-insiders verwachten dat het moeilijk zal zijn om de enorme olympische ict-operatie zonder de ervaring van IBM tot een goed einde te brengen.
Nu IBM is vertrokken, zijn er vijftien technologieleveranciers direct of indirect betrokken bij de olympische it. Het is niet langer een IBM-operatie maar een ‘best-of-breed’ operatie waarbij producten van verschillende leveranciers moeten samenwerken. De staf van Schlumberger Sema moet onder leiding van chief integrator Bob Cottam 4000 pc’s en servers van Gateway, 145 Unix servers van Sun Microsystems, een database van Oracle, 700 Cisco routers, 50.000 kilometer glasvezel van Qwest, 10.000 mobiele telefoons van Samsung en Intel’s LANDESK laten samenwerken in één olympisch netwerk waarop een stuk of vijftig verschillende applicaties draaien. Tijdens de winterspelen zullen circa 3000 mensen betrokken zijn bij de it-operatie.
Het commandocentrum bevindt zich op de tweede verdieping van het Sloc-gebouw in het centrum van Salt Lake City. In dit commandocentrum dat 24 uur per etmaal bemand wordt door een team van 100 mensen worden alle netwerkconnecties, netwerkdiensten en applicaties gemonitord. Schlumberger Sema gebruikt HP’s OpenView als netwerkbeheerplatform. De back-bone van het olympische (Sonet) netwerk bestaat uit T1- en T3-lijnen die alle spraak, data en video zullen transporteren. De firma Qwest Communications is verantwoordelijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van de back-bone die 388 biljoen data per seconde kan transporteren.
De meest complexe applicatie is Schlumberger Sema’s eigen Commentator Information System of CIS. Alle journalisten op de tien olympische arena’s krijgen tijdens de wedstrijden op verschillende monitors informatie over tijden, rangschikkingen, uitslagen, persoonlijker records, enzovoort, voorgeschoteld via deze applicatie. "Onze grootste nachtmerrie is dat een deelnemer de finish passeert en er is geen tijd te zien," zegt Bob Cottam. Hij voegt daar snel aan toe dat hij er zeker van is dat dat niet zal gebeuren. CIS is een op Java gebaseerde applicatie en zit bovenop een Oracle 8 databank die gehuisvest is in een cluster Unix servers van Sun Micosystems.
Opvallend is het ontbreken van draadloze toepassingen in de operatie van Schlumberger Sema. Volgens Bob Cottam heeft zijn bedrijf nog niet voldoende vertrouwen in de stabiliteit van draadloze toepassingen maar bij de spelen van 2004 in Athene en die van 2006 in Turijn zullen ze zeker gebruikt gaan worden.
Olympische website
De Olympische website van Salt Lake City is door het IOC losgeweekt uit het pakket van de hoofdsponsor. Schlumberger Sema is dus niet verantwoordelijk voor de olympische website zoals IBM dat wel was. Qwest Communications treedt op als host voor de site http://www.saltlake2002.com die inhoudelijk wordt verzorgd door Sloc, Msnbc en Microsoft. Microsoft verving pas in juni 2001 een consortium dat werd gevormd door Quokka Sports en Logictier. Na het faillissement van Quokka, een slachtoffer van de kaalslag onder de dotcoms, trok Logictier zich terug als sponsor.
Op de olympische site zullen naast het programma alle uitslagen en de biografieën van de 3500 atleten beschikbaar zijn. Verder kan men via de web site virtuele bezoeken brengen aan de accommodaties waar de wedstrijden worden gehouden. Ook is het mogelijk via een Quicktime-applicatie een virtuele afdaling te maken over de bobsleebaan. Msnbc verwacht dat zeker tien miljoen verschillende mensen een bezoek zullen brengen aan de website.
Beveiliging
Officieel is er op de begroting van Sloc een bedrag van 270 miljoen dollar uitgetrokken voor de beveiliging van de spelen. Door de gebeurtenissen van 11 september 2001 is de Amerikaanse federale overheid veel meer betrokken geraakt bij de spelen en dat betekent dat de werkelijke kosten een stuk hoger zijn. Ook de beveiliging voor het olympische computernetwerk is opgevijzeld zonder dat daar verder enige informatie over naar buiten is gebracht. Beveiliging is extreem belangrijk, alleen al omdat het computernetwerk wordt gebruikt voor de applicatie die de accreditering van 80.000 functionarissen, journalisten en atleten verzorgt.
Vanuit het perspectief van de organisatie gaat het er in de eerste plaats om te voorkomen dat de informatie die door het netwerk wordt verspreid, te gebruiken is door kwaadwilligen. Bij het verspreiden van informatie in elektronische vorm zullen de organisatoren zich voortdurend moeten afvragen of het voordeel van het bekendmaken van informatie opweegt tegen het risico dat die informatie gebruikt wordt door terroristen. Naar aanleiding van de aanslagen op 11 september zijn de FBI, de CIA en andere overheidsinstellingen begonnen met een herevaluatie welke informatie wel en welke niet door het olympische netwerk verspreid kan worden.
Teake Zuidema Freelance Medewerker