De prijs van bandbreedte is in een jaar tijd zo gekelderd dat de eerste tekenen van acute financiële nood bij carriers aan het licht komt. Global Crossing heeft eind januari surseance van betaling aangevraagd, omdat het zijn schulden niet meer kan betalen. Een doorstart lijkt echter mogelijk.
Tegelijk met de in de VS aangevraagde surseance maakte Global Crossing bekend dat de Aziatische bedrijven Hutchison Whampoa Limited en Singapore Technologies Telemedia 750 miljoen dollar steken in een doorstart. Voorwaarde is wel dat de voornaamste crediteuren bij wie Global Crossing voor ruim 11 miljard dollar in het krijt staat, een streep door hun rekeningen zetten. In ruil daarvoor krijgen ze een combinatie van contanten, leningen en belangen in het nieuwe bedrijf aangeboden. Voor september 2002 velt een Amerikaanse faillissementsrechter een oordeel over de doorstartplannen.
Prijsval
De problemen van Global Crossing hebben alles te maken met de malaise in de telecomsector. Dit zegt Frits Bosch, vice president ‘carrier services’ bij Global Crossing. De afnemers van lange-afstandsverbindingen, voornamelijk telecombedrijven, zitten krap bij kas en wachten met nieuwe investeringen. Daarnaast is de prijsval van bandbreedte veel sneller verlopen dan Global Crossing voorzien had. "De sector heeft de afgelopen tijd in paniek veel te weinig gevraagd voor lange afstandsverbindingen tussen steden", aldus Bosch.
Afgezien van deze prijsval heeft Global Crossing ook te lijden van een kortere looptijd van contracten. Bedrijven stappen over van langlopende contracten voor de levering van bandbreedte, zogenaamde iru’s (indefeasable right of use), op veel korter lopende huurcontracten. Reden is dat dergelijke leasecontracten eerder toegang geven tot prijsdalingen in bandbreedte. Iru’s hebben een looptijd tussen de vijftien tot twintig jaar, wat overeenkomt met de levensduur van een verbinding. Leasecontracten lopen hooguit twee tot drie jaar. Door deze verschuiving zag Global Crossing veel van zijn verwachte inkomsten uitblijven.
Controverse
De Amerikaanse beurstoezichthouder Sec is een onderzoek begonnen bij Global Crossing naar mogelijk illegale boekhoudpraktijken. Het concern wisselde met gesloten beurs netwerkcapaciteit met andere telecombedrijven uit. Dit zijn gebruikelijke transacties in de telecomwereld. De geschatte waarde van de geruilde verbindingen werden geboekt als inkomsten. De kosten voor deze verbindingen kwamen als lange-termijninvestering in de boeken terecht.
Investeerders en aandeelhouders hebben hierdoor een te rooskleurig beeld gekregen van de prestaties van Global Crossing. Dit schreef Roy Olofson, een oud-boekhouder van het bedrijf, vorig jaar augustus. Het concern ontkent de aantijgingen van de voormalige werknemer en zegt dat de accountants bij hun controles van de boeken nooit onregelmatigheden hebben aangetroffen. Global Crossing heeft Olofsons brief vorige week doorgespeeld aan zijn accountant Arthur Andersen. Dit bedrijf was ook de accountant van de vorig jaar failliet verklaarde energiereus Enron.
Waardering
Allen Timpany, ceo van de van oorsprong Britse netwerkdienstverlener Vanco, ziet Global Crossing met de nieuwe kapitaalinjectie wel overleven. Toch verwacht hij dat een carrier als Global Crossing nooit meer de beurswaarde zal benaderen, die het in zijn hoogtijdagen haalde. Op zijn top was Global Crossing 75 miljard dollar waard. Deze waarde was gebaseerd op de aanname dat de omzet van Global Crossing enorm zou stijgen en de marges hoog zouden blijven. "Dat blijkt niet het geval", aldus Timpany. Een resultaat van 5 tot 10 procent is haalbaar voor een netwerkeigenaar ook al staan de prijzen voor bandbreedte onder druk. Hogere marges zijn volgens Timpany alleen weggelegd voor ondernemingen die zich in de markt onderscheiden met vernieuwende dienstverlening op deze netwerken.