De deconfiture van de Europese kabelaars is dan eindelijk een feit. Bijna tegelijkertijd hebben twee grote kabeltelevisiebedrijven de handdoek in de ring gegooid: het in Nederland gevestigde pan-Europese UPC en het Britse NTL.
Terwijl NTL vorige week aankondigde dat het twee Londense banken heeft ingeschakeld om een financiële herstructurering uit te dokteren, liet UPC al zien hoe zo’n herfinanciering eruit zou kunnen zien. Het inmiddels door de Amerikaanse mediatycoon John Malone gecontroleerde UPC kondigde aan dat de houders van kredieten en obligaties zullen worden uitgekocht.
Daar moet je niet teveel van voorstellen. Iedereen die UPC in de afgelopen jaren een euro heeft geleend, mag blij zijn als hij er een dubbeltje van terugziet. En dat dubbeltje krijgt de crediteur niet eens cash, maar in aandelen UPC die momenteel rond de 30 cent noteren (ooit, zo’n twee jaar geleden, stonden ze boven de 80 euro).
Het gaat niet om lullige bedragen. UPC hoopt verlost te raken van een molensteen van 7,5 miljard euro. NTL heeft een nog veel grotere schuldenlast van zo’n 15 miljard pond (circa 23 miljard euro).
De maandelijkse rentelasten op zulke bedragen lopen in de honderden miljoenen, en die kunnen de kabelaars niet opbrengen. Eigenlijk hebben ze die rentelasten nooit kunnen betalen, maar in het verleden leenden ze zichzelf uit de problemen.
Op de basisschool leerden we al dat zoiets eigenlijk niet verantwoord is, maar de wereld van de ‘haute finance’ doet soms net alsof de wet van de zwaartekracht voor haar niet geldt. In bankenland is het een algemeen geaccepteerd beginsel dat je managers het best laat presteren door ze onder zware druk te zetten. Door een onderneming het werkkapitaal grotendeels zelf te laten lenen, in plaats van het cadeau te doen in de vorm van risicodragend eigen vermogen, moeten de managers alles op alles zetten om voldoende inkomsten te genereren om de rentelasten te betalen.
Dat werkt prima bij een bestaand bedrijf in een gevestigde industrie met een gestage kasstroom, zoals een kippenslachterij of een soepfabriek. Dit is de reden waarom ‘high leverage’ zo populair is bij ‘management buy-outs’, waarin de directie het eigen bedrijf overneemt, of soms zelfs van de beurs haalt. De geldschieters, meestal een gespecialiseerde afdeling binnen een bank, zorgen er bovendien voor dat de directie bij een eventueel faillissement alle persoonlijke bezittingen verliest. Reken maar dat zo’n directie netjes de rente betaalt.
De kabelaars voldoen natuurlijk niet aan dit profiel. Tijdens de internethype hebben deze piepjonge bedrijven krankzinnige bedragen betaald voor kabelnetwerken. Dat zou gerechtvaardigd zijn als de ambitieuze bedrijfsplannen correct waren geweest. Binnen enkele jaren hoopten ze honderd euro per abonnee per maand te zullen verdienen.
Het duurt echter veel langer. UPC’s breedband-internetbedrijf Chello heeft er twee jaar over gedaan om zijn product een beetje stabiel te krijgen. Duizenden klanten hebben zo hard geklaagd over de gebrekkige dienstverlening dat potentiële abonnees zijn afgeschrikt. Bovendien vinden de meeste Europeanen breedband-internet veel te duur.
De introductie van interactieve televisie is eveneens vertraagd, onder andere door falende Microsoft-software. Microsoft gaf vorige week toe dat de introductie en acceptatie van interactieve televisie in Europa met een paar jaar is vertraagd.
Geen klanten, geen inkomsten. Het gevolg is dat de ‘gestage kasstroom’ waar de jonge kabelaars op hadden gerekend om hun schuldenlast mee te betalen, nog niet voldoende op gang is gekomen. Dus zei UPC vorige week dat de obligatiehouders – ik ken iemand die zijn pensioen erin heeft zitten – kunnen fluiten naar hun centen. Ze worden vriendelijk bedankt voor de miljarden waarmee UPC een pan-Europees netwerk heeft aangekocht en gemoderniseerd.
Ze kunnen het dubbeltje dat UPC ze wellicht gaat aanbieden natuurlijk weigeren, maar dan gaat het bedrijf op de fles en krijgen ze misschien nog minder. Het duppie is in ieder geval tien keer meer dan sommige aandeelhouders hebben overgehouden aan hun ritje met UPC. En omdat obligatiehouders worden uitbetaald in aandelen, maken deze nieuwe aandeelhouders kans dat ze zelfs nog wat kunnen goedmaken van hun verlies.
Is dat een realistische verwachting? Het zou best kunnen. Zonder de gigantische schuldenlast, en verlost van de renteverplichtingen, zien de kabelaars er een stuk gezonder uit, om niet te zeggen bijna florissant. In Engeland, dat met interactieve televisie voorop loopt in Europa, zouden kabelaars zelfs al met zwarte cijfers kunnen rekenen.
Het zou bijna een ‘happy end’ zijn van een droevig verhaal. Maar evengoed kun je zeggen dat de overheden, die op de top van de internetbubbel miljarden hebben gevangen voor hun kabelnetwerken, wederom een superbelasting hebben geheven.
Lucas van Grinsven, Europees technologiecorrespondent bij een wereldwijd opererend persbureau in Londen. Heeft als zodanig veelvuldig contact met Europese technologieondernemers en financiers.