In de begindagen van de pc waren er veel softwareleveranciers, op jacht naar marktaandeel in een tijd waarin de it-industrie groeide. De algemene gedachte was dat Microsoft en IBM de systeemsoftware zouden leveren, terwijl er een aantal opties was voor tekstverwerkers, spreadsheets, persoonlijke databases, enzovoort.
De gebruiker zou het product van zijn voorkeur kiezen. Dit ging allemaal anders toen Microsoft de originele versies van Word, Excel, enzovoort, opkocht en ze als pakket verkocht. Gebruikers realiseerden zich niet dat dit tot het huidige monopolie zou leiden, met de daarmee gepaard gaande stijgende kosten en ongewenste complexiteit. Iedereen koos voor het eenvoudige boodschappenmandje. Er kwam een einde aan de meeste competitie op het gebied van software. Lotus overleefde bijvoorbeeld alleen maar omdat het met groupware zover voor lag op Microsoft, maar verloor de alledaagse business van Lotus Smart Suite.
Borland was een van de eerste spelers. Het domineerde de markt van de persoonlijke database met dBase, een markt die het geleidelijk aan verloor aan andere databases, inclusief de door Microsoft opgekochte Access. Maar dBase was geen database in de zin van Sybase of DB/2. Hij beheerde natuurlijk wel de data, maar had zijn eigen programmeertaal en runtime-ondersteuning, zodat men in feite dBase-applicaties schreef. Toen het bedrijf dus database-marktaandeel verloor, ging het programmeer-tools ontwikkelen. Gelukkig richtte het zijn aandacht op tools voor de grafische gebruikersinterface van het opkomende Windows. Borland moest een Pascal-compiler ontwikkelen, die het gebruikte als basis voor een op componenten gebaseerd Windows-ontwikkelsysteem met de naam Delphi. Zoals gebruikelijk probeerde Microsoft de markt over te nemen met Visual Basic, en door zijn situatie uit te buiten ging het de markt domineren. Maar Visual Basic is een verwrongen versie van Pascal, en de veel gezondere basis van Delphi gaf Borland een aanzienlijk technisch overwicht op Microsoft. Het was niet genoeg om Visual Basic plat te krijgen, maar voldoende om Borland drijvende te houden.
Borland ging door met het versterken van zijn applicatieontwikkelsysteem, en introduceerde ondersteuning voor C en C++. Een belangrijk voordeel was de mogelijkheid om de talen te mengen dankzij compatibele bibliotheken. Borland zat dus goed in het zadel toen het – met de komst van internet – zijn webgebaseerde applicatie toevoegde aan zijn ontwikkelsysteem. Ook Microsoft had natuurlijk niet stilgezeten en ondersteunde onder meer C, maar nu moest rekening worden gehouden met Java. C en C++ werden standaard talen, maar Java was een creatie van Sun die werd ondersteund door IBM. Microsoft kon zich niet veroorloven om Java te negeren, maar evenmin kon het Java er als nieuwe standaard doordouwen ter vervanging van Visual Basic. Dit was Borlands kans: het kon Java volledig ondersteunen, wat het ook deed.
Het was zelfs in staat – en dat is nog belangrijker – om Java-ondersteuning in hoge mate te combineren met zijn eigen tools. Daarmee werd deze aantrekkelijker voor de gebruikers, vanwege de continuïteit met onder andere Delphi.
Zo’n vijf jaar geleden beging Borland een commerciële misstap, het veranderde zijn naam in Inprise en verloor zijn identiteit. Dit was belachelijk omdat het een groot klantenbestand had vanwege de geboden continuïteit. Maar met een nieuw management en een terugkeer naar de naam Borland kwam het bedrijf weer op de rails, en profiteerde het van de explosieve groei van Java. Borland volgde de ontwikkelingen in Java nauwgezet en heeft nu zijn ontwikkeling en runtime-systemen versterkt voor een volledige ondersteuning van de J2EE-specificatie. Microsoft ligt ver achter. Diens Visual Studio is goed voor ontwikkeling, maar alleen binnen Windows. Zo mogelijk zijn Borlands systemen nog beter voor Windows-ontwikkeling, maar – wat belangrijker is – ze zijn toepasbaar op verschillende platformen, inclusief Unix en Linux. Door in te springen op de ontwikkelingen in e-handel – van belang omdat gebruikers zich ervoor hoeden afhankelijk te worden van Microsoft – heeft Borland een streepje voor bij ondernemingen en is het een van de (commercieel) meest succesvolle it-bedrijven van de laatste tijd.
Nu staat Borland voor een nieuwe uitdaging. Wegens het succes van Java voor ontwikkeling op de server, is Microsoft gedwongen te reageren, en wel met de nieuwe Java-achtige taal C#. Er zijn zelfs geluiden dat de softwarereus C# ondersteunt op andere platformen dan Windows, en dat zou een reële dreiging voor Borland kunnen vormen. Er zou daarom enige migratie van Java naar C# kunnen optreden, wat Microsoft weer problemen oplevert wegens zijn slechte ondersteuning van Java.
Dat geldt niet voor Borland, en ik zie geen reden waarom het niet progressie zou blijven maken.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.