De westerse wereld profiteert het meest van ict-netwerken, blijkt uit onderzoek van Harvard University. De VS staan op één, Nederland op de zesde plaats.
In het kader van het Harvard-onderzoek werd in 75 landen gekeken in hoeverre er vruchten werden geplukt van informatie- en communicatietechnologie. Dat leidde uiteindelijk tot het ‘Global Information Technology Report 2001-2002: Readiness for the Networked World’. Het volledige rapport wordt pas in maart openbaar gemaakt, maar in het kader van het ‘World Economic Forum’, eerder deze week in New York, zijn enkele uittreksels nu alvast vrijgegeven.
De eerste ‘Networked Readiness Index’ (NRI) rangschikt de 75 landen naar hun capaciteit om profijt te trekken uit ict. Hoe hoger een land op de index staat, hoe meer ontwikkeld diens ict-netwerken zijn en hoe meer dat land in staat is om de capaciteit van die netwerken te benutten. Welke berekeningen precies zijn uitgevoerd om tot deze NRI te komen, is nog niet bekendgemaakt.
De VS staan zoals gezegd op de eerste plaats, gevolgd door IJsland, Finland, Zweden, Noorwegen, Nederland, Denemarken, Singapore, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk. Een zeer westerse top-tien dus, met echter opvallende afwezigen. Duitsland vinden we pas terug op de zeventiende plaats, België op de achttiende en Japan op de 21ste. Andere Europese ‘grootmachten’ staan nog lager: Frankrijk, Italië en Spanje komen we tegen op respectievelijk plaats 24, 25 en 26.
Volgens de samenstellers van de index is het succes van een land op het gebied van ‘Networked Readiness’ niet slechts afhankelijk van de hoogte van het nationaal inkomen. Gerelateerd aan dat inkomen, gelden landen als Bangladesh, India en Bolivia als ’toppers’, terwijl Frankrijk en Japan ronduit slecht scoren als de Networked readiness wordt afgezet tegen het nationaal inkomen.