De mainframes uit de z-Serie en de servers uit de i-Serie krijgen van IBM een Linux-only-configuratie die goedkoper is dan de standaard configuratie.
Daarmee wil Big Blue de mainframes en servers goedkoper maken in het gebruik en op die manier zijn marktaandeel uitbreiden. Overigens is de term ‘Linux-only’ ietwat misleidend, want de z-Serie ‘Raptor’ mainframes en de i-Serie ‘Model 820’ servers krijgen respectievelijk de besturingssystemen z/VM en OS/400 geïnstalleerd, die moeten fungeren als partitie-managers.
De Linux-only-versies worden gepresenteerd op de Linuxworld in New York volgende week en op de Partnerworld-beurs in San Fransisco volgende maand. De nieuwe Raptor-server krijgt één tot vier aangepaste uitvoeringen van IBM’s G7 mainframeprocessor en wordt vanaf maart geleverd. De Linux-Raptor zal ongeveer 400 duizend dollar moeten kosten. Een regulier mainframe uit de z-Serie kost zo’n 750 duizend dollar.
De i-Serie Model 820 wordt geleverd met één, twee of vier processoren. Die varianten ondersteunen respectievelijk drie, zeven of vijftien Linux-partities (één partitie wordt steeds gebruikt door OS/400). De prijs van de Linux-versie is nog niet bekend, maar IBM meldt dat die 15 tot 20 procent onder die van een ‘gewoon’ Model 820 zal liggen.