AOL Time Warner zet zich in toenemende mate schrap tegen de invloed van softwareproducent Microsoft. De mediagigant annex online-dienst zou nu in onderhandeling zijn met Linux-distributeur Red Hat om die over te nemen. AOL zou hiermee een nieuwe troefkaart aan zijn verzameling toevoegen om Microsoft de voet dwars te kunnen zetten.
Zowel AOL als Red Hat weigeren te reageren op dit nieuws. De Amerikaanse krant Washington Post berichtte zaterdag dat het mediabedrijf uit is op de aankoop van Red Hat. Daarmee zou het niet alleen een veelgebruikte Linux-distributie in handen krijgen, die samen met de broncode reeds gratis verkrijgbaar is, maar ook de ontwikkelaars en de naam.
Begin deze week deden er echter op internet weer berichten de ronde dat er geen sprake is van overname-intenties. Verder zegt Linux-kernelontwikkelaar Alan Cox, die in dienst is bij Red Hat, niet op de hoogte te zijn van mogelijke onderhandelingen met AOL. Hij laat al wel weten niet te blijven indien er daadwerkelijk een koop zou plaatsvinden.
Vergezocht
De mogelijke overname lijkt onwaarschijnlijk, aangezien Linux op desktop-niveau nog niet geschikt is voor de massamarkt en de serverkracht van het ‘open source’-besturingssysteem voor AOL niet bepaald aantrekkelijk is. Linux is echter in hoge mate aanpasbaar en draait dan ook op draagbare en ingebedde apparatuur met diverse soorten processoren.
AOL wil al enkele jaren toegewijde ‘surf’-apparatuur als web-plankjes en draagbare leesschermen op de markt krijgen, verbonden aan de eigen online-dienst. Microsoft onthulde eerder deze maand op de Consumer Electronics Show een prototype van een leesscherm-computer, codenaam Mira.
AOL Time Warner verzamelt dan ook samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen en andere troefkaarten om uit te spelen tegen Microsoft. Eerder kocht het bedrijf al ‘instant messaging’-gigant ICQ en mediaspelerproducent Nullsoft (maker van Winamp) en meest opvallend, de gevallen webbrowserfabrikant Netscape.
Microsofts Internet Explorer-browser (IE) dient namelijk sinds jaar en dag als basis voor AOL’s client-software voor diens online-dienst. Als tegenprestatie levert Microsoft die client-software mee met zijn Windows-besturingssystemen en plaatst het een direct zichtbare AOL-snelkoppeling op het bureaublad.
Dit is echter niet meer het geval bij Windows XP. In juni vorig jaar, enkele maanden voor de lancering van die nieuwste Windows-versie, braken de twee bedrijven de moeizame onderhandelingen af.
Proeftuin
AOL is dan ook in oktober een proef begonnen met de Gecko-kern van webbrowser Mozilla als de basis voor versie 7 van de Compuserve-client-software. De in september 1997 overgenomen online-dienst heeft van oudsher in Europa, met name Nederland, een grotere aanwezigheid dan oud-concurrent AOL. Versie 7 van de AOL-programmatuur is nog wel gebaseerd op IE, maar het gebruik van Compuserve als proeftuin wijst op een verbreding van de kloof.
Het conflict komt deels voort uit het feit dat Microsoft onder de naam MSN een eigen internetportaal, met bijbehorende client-software, voert. Dit concurreert met AOL’s online-dienst. Bovendien strekt de Windows-leverancier zijn invloed uit naar online-media door de daarvoor benodigde software te integreren met zijn marktdominante pc-besturingssysteem.
Er is AOL dus veel aan gelegen zijn dominante positie op het gebied van media te verdedigen en tegelijkertijd uit te breiden naar online-multimedia. Daarbij bokst het vooral op tegen Microsoft die vanaf de pc-desktop oprukt naar de mediamarkt. Microsofts .Net-strategie voor software-als-diensten speelt ook mee in deze online-strijd om media en macht.