Het wordt een ‘bescheiden’ jaar. De ict-sector moet zijn opdrachtgevers bewijzen dat de duurbetaalde diensten iets toevoegen. "Wie dat niet kan, verdwijnt." De automatiseerders, met een luxere lease-auto gisteren nog weggelokt bij de concurrent, komen weer met beide benen op de grond. Wat telt is een degelijk salaris en een goede pensioenvoorziening, niet het imago van de snelle jongen. De grote detacheerders houden salarisverhogingen tegen en voor een aantal kleinere wordt de financiële last van bankzitters te zwaar. "We verwachten geen dramatische ontslaggolf. Maar de lonen komen onder druk." Gijs Hillenius peilt de branche.
‘In 2002 ontdekken de ict’ers de vakbonden", aldus Jan Paul Veenhuizen, onderhandelaar van FNV Bondgenoten. Daags voor het aanbreken van de kerstvakantie heeft de vakbondsman het razend druk. Faillissementen dreigen en er wordt van alle kanten een beroep op hem gedaan, zelfs door werkgevers. De vakbonden kunnen ict-directies bijstaan op terreinen waar slechts weinigen ervaring hebben; het opstellen van sociale plannen, het aanvragen van ontslagvergunningen bij het arbeidsbureau, en het oprichten van een ondernemingsraad. De bonden zijn gewend dat het ledental daalt in tijden dat het economisch slecht gaat. Niet in de ict, zegt Veenhuizen. "De organisatiegraad is aan het stijgen."
De lonen in de branche staan onder druk. Dit jaar zullen veel bedrijven hun medewerkers geen salarisverhoging geven. Neem Pinkroccade. Op 11 december vertelde concerndirecteur Willem Middelburg de bonden dat, om de aandeelhouders een basisrendement te bieden van 3 à 4 procent, de personeelskosten niet mogen toenemen. Het bevriezen van de lonen zou er ook toe moeten leiden dat het pensioenfonds uit de problemen komt.
De opstelling van Pinkroccade leidde tot grote commotie onder het personeel, vertelt Veenhuizen. De medewerkers van Dataservices eisten een gesprek met hun directeur. "Ze gingen niet weg uit de Fausstraat voor de directeur te voorschijn kwam. Na het gesprek kon hij weg. Met 53 chocoladeletters, want het personeel wilde zich niet laten zoet houden." Veenhuizen is inmiddels beheerder van een mailinglist van ongeruste Pink-ict’ers.
Pink is niet de enige, weet Veenhuizen. Alle bedrijven stelden in het vierde kwartaal van 2001 hun winstverwachting bij en confronteerden hun medewerkers met kostenreducerende maatregelen: eerst de laptop, toen de leaseauto en nu dus de lonen. "Het gebeurt overal, met als doel grote ontslaggolven te voorkomen." Ordina sluit zelfs gedwongen ontslagen niet uit, Syntegra peinst over afvloeiingsregelingen voor ouderen. "En dit zijn niet zomaar bedrijven."
Kleinsten gaan failliet
De grote klanten, banken, verzekeraars, en de industrie nemen minder diensten en producten af. Ze vragen 10 tot 15 procent korting op de uurprijs. Toch zullen de grote detacheerders er volgens de vakbondsman alles aan doen om hun medewerkers het komend jaar in dienst te houden. Ook Veenhuizen hoorde de geruchten: de een levert twee detacheerders voor de prijs van één, een ander laat ze gratis verder werken bij de grote bank die van het project afzag. Bij een derde zitten er volgens kwade tongen wel duizend op de bank. "Waarom ze die ict’ers niet gewoon ontslaan? Ze willen klaar staan als tegen 2003 de vraag naar ict-dienstverlening weer aanwakkert. Exact conform de Gartner-analyses verwacht iedereen dat midden 2002 of begin 2003 de volgende concurrentieslag met de concullega’s begint."
Alleen financieel gezonde bedrijven kunnen de financiële druk aan. "Ze hopen, door de kosten laag te houden, net genoeg lucht te houden." Ook in 2002 verwachten de bonden daarom geen grote aantallen ontslagen. Ze houden er wel rekening mee dat bedrijven zonder vet onderuit gaan. Veenhuizen voorziet dat vooral bij de bureaus die de afgelopen jaren een snelle groei hebben doorgemaakt, vaak dankzij fusies en overnames. "Zijn die fusieperikelen niet helemaal voorbij, dan komen ze in moeilijkheden. De kleinste gaan gewoon failliet."
Maar als het specialisten zijn, dan overleven ze de ‘shake-out’ toch wel? Veenhuizen houdt zijn hart vast: "Als ze maar niet iets met internet doen."
Het wordt het jaar waarin de ict-bedrijven elkaar gaan beconcurreren met de kwaliteit van hun dienstverlening, en niet meer reclame maken met ballonvaarttochten, survival-weekends en topsalarissen. Volgens de FNV-man wordt 2002 ook het jaar waarin het personeelsbeleid van de afgelopen jaren zich zal bewijzen. "Een bedrijf met een slecht hrm-beleid gaat eraan. Je redt het niet meer met personeel dat indertijd is binnengehaald na een pion-cursus en daarna nooit meer enige scholing heeft gehad. Ze kunnen de automatiseerders niet meer tegen elk tarief kwijt."
Aan de neergang zitten ook positieve kanten, zegt Veenhuizen. "Ik hoop dat de branche-organisaties nu eindelijk eens over normale arbeidsverhoudingen willen praten, over een centralere cao- en pensioenregeling. Het is ook prettig voor de werkgevers dat hun werknemers geen pensioenbreuken oplopen en dat de lonen realistischer zijn. Waarom begint de branche geen scholingsfonds? Zodat een werkgever niet meer klaagt dat hij investeert in de scholing van de medewerkers van zijn concurrent. Dat kunnen we regelen, zoals we dat in de metaal ook doen. De bomen kunnen niet tot in de hemel blijven groeien."
Saai internetbedrijf
Bescheiden is niet bepaald het eerste woord dat bij je opkomt als je ervaring hebt met internetbedrijf Explainer DC. Toch hebben de twee oprichters Ronnie Overgoor en Stef Heutink bescheiden verwachtingen over het komende jaar 2002. Overgoor: "We gaan uit van ‘nulgroei’, dat lijkt ons het meest zinnige. We betrachten voorzichtigheid."
De jonge sector heeft een moeilijk jaar achter de rug, zegt Overgoor. Iedereen met een poot in internet, de durfkapitalist, de bankier en de directeur, heeft zich de afgelopen jaren in het pluche genesteld. Iedereen werd meegesleept en speelde hoog spel. De internetsector kreeg echter een klap in het gezicht. Na de dotcomcrash volgde een zwakkere economie. "Natuurlijk hebben wij last van de economische neergang. Als onze klanten het moeilijker krijgen, wordt het e-businessbudget als een van de eersten bijgesteld."
"Bij collega’s moesten er tientallen medewerkers uit, werd het Nederlandse management op straat gezet en vlogen de Amerikanen weer naar huis. Godzijdank zijn wij hier gewoon ons vak blijven uitvoeren en hebben we derhalve de schade kunnen beperken. We willen het langzaam opbouwen." De twee lijken door de ervaringen van het afgelopen jaar wat gereserveerder, wat volwassener. "We zijn nog steeds jonge knapen; dertigers en geen Hans Wiegels. Al is het wel prettig dat we deze man achter ons hebben."
Explainer DC is eigenlijk gewoon een ‘saai internetbedrijf’, zegt Overgoor nu. Even geloof je hem. Gelukkig komt zijn aanstekelijke enthousiasme snel terug. "De zaken gaan de laatste tijd weer goed. Wat denk je dan? Dat internet er over een jaar niet meer is? Nee dus. Internet is here to stay."
"We zijn niet bang dat we straks niet meer bestaan. We hebben ook geen luchtbelbedrijfsfilosofie. Qua omzet denken we geen groei te gaan maken. Wat personeel betreft dus ook niet. Ambities hebben we echter nog steeds." Ondanks de tegenzittende economie, houdt het duo vast aan de plannen om internationaal een grote speler te worden op de markt voor elektronisch zakendoen. Ze geloven er heilig in dat hun type bedrijf niet gerekend moet worden tot de ict-branche. "We schurken weliswaar aan tegen de ict en de reclamewereld, maar internetdienstverlening zal op een eigen wijze, anders dan het geval is in de ict, bij consultants of reclamebureau’s worden vormgegeven. Het is een eigen vak, een vak dat Explainer DC beheerst."
Een tweede thema dat volgens Overgoor volgend jaar gaat spelen, is ideëel ondernemen. Veel van zijn generatiegenoten zijn op zoek naar balans, zegt Overgoor. Er is meer dan veel geld te verdienen. De twee internetondernemers zetten om die reden afgelopen zomer in Ghana een vestiging op. Financieel staat het kantoor, bemand door een achttal Ganse programmeurs, al op eigen benen, zegt Overgoor. "Het doet het goed als symbool voor het bedrijf, het geeft je een eigen identiteit. Maar wat nog beter is: het werkt. Dat maakt me hartstikke trots."
Zoals vaker relativeert de nuchtere Stef Heunen het enthousiasme van zijn mededirecteur. "Internetbedrijven moeten volgend jaar gewoon bewijzen dat ze daadwerkelijk toegevoegde waarde hebben. Wie dat kan, overleeft, wie het niet kan, verdwijnt."
Geen bankzitters
Nulgroei, dat woord gebruikt ook Kees Smaling, directeur van de divisie Informatie en Communicatie mobile bij Siemens Nederland. Hij bedoelt wat anders. "De gsm-omzet is de afgelopen vijf jaar steeds verdubbeld. Die markt is nu in elkaar gedonderd, gehalveerd. Maar ik hoef geen maatregelen te nemen wat betreft het aantal medewerkers. Of ik nou tienduizend of veertigduizend mobieltjes afzet, het heeft niet zoveel invloed op het aantal medewerkers dat ik heb."
Kijkt Smaling door zijn bedrijf, dan denkt hij dat hij bij het ene onderdeel minder zorgen heeft dan bij het andere. Op de markt voor grote telefooncentrales, de Pabx, moet Siemens Nederland opletten. "Die klanten hebben het aantal opdrachten verminderd en dat heeft direct invloed op de capaciteit voor installatie en beheer. Bankzitters hebben we gelukkig niet, want medewerkers kunnen dankzij ons systeem van ‘job rotation’ en de breedte van ons bedrijf vrij eenvoudig gewoon elders gewoon worden ingezet."
De verkoop van kleine centrales via distributeurs loopt volgens Smaling gewoon door. "Hier verandert de komende tijd weinig aan. We kijken van maand tot maand wat we moeten doen. Nulgroei, dus."
Nulgroei geldt dit jaar wat hem betreft niet voor het personeelsbeleid. Maar zo groot als de behoefte eerst was, wordt het niet. "Begin 2001 hadden we vierhonderd vacatures op een totaal van 3600 personeelsleden in Nederland. Dit jaar zoeken we naar zo’n honderd nieuwe collega’s."
Wie er bij komen? Wat Smaling betreft een aantal van de jonge medewerkers die Siemens Nederland kwijtraakte aan de internethype. "Ik ben er toen een aantal kwijtgeraakt. Jonge kerels met universitaire opleidingen."
Smaling begreep de aantrekkingskracht wel, maar, zegt hij: "Aan Siemens heb je altijd een degelijke werkgever." Die degelijkheid gaat volgens hem dit jaar zwaarder tellen. Het frustreerde me de afgelopen vijf jaar dat er een sterke roep was om een aparte status te creëren voor ict’ers, met eigen secundaire voorwaarden. Ict’ers zouden andere medewerkers zijn. Ik heb dat weten tegen te houden, want ik wens geen snelle-jongensimago te creëren. Bij Siemens krijgt iedereen een gewoon pensioen, opleidingen, en kan men kiezen uit pakketten met arbeidsvoorwaarden. Het is gewoon in orde. Wij hielden geen sollicitatiegesprekken bij de autodealer."
Orders van boven
Met twaalf vaste medewerkers en vijf inhuurkrachten is Conflux een kleine speler op de detacheringsmarkt. Het concentreert zich op advisering en informatiebeveiliging van computersystemen en netwerken en werkt veel voor banken, verzekeraars en telecombedrijven. De laatste maanden had het bedrijf het merkbaar te verduren. Het aantal aanvragen voor projecten zakte in. "We zijn een kleine specialistische organisatie. Het kost wat meer tijd om onze medewerkers aan nieuwe klussen te helpen, maar het lukt ons wel." Directeur Robin Gieseke, een van de oprichters, heeft goede moed. Sterker nog, hij voorspelt dat zijn bedrijf ongeveer tien man personeel erbij zal krijgen, dit jaar.
Gieseke verwacht dat in het eerste kwartaal van 2002 het aantal aanvragen weer gaat toenemen. "De bedrijven moeten weer verder met projecten. De telecombedrijven bijvoorbeeld kunnen hun projecten niet lang in de koelkast laten staan. Dat is slecht voor hun concurrentiepositie. Ze zullen voorbereidingen moeten nemen willen ze bijvoorbeeld met umts aan de slag
gaan."
De opdrachten waaraan de Conflux-detacheerders werkten, is in sommige gevallen vrij radicaal een halt toegeroepen. "Het zijn orders van boven. Maar dat werk kan niet eeuwig blijven liggen."
"2002 wordt een gewoon jaar. Net als vorig jaar." Directeur Peter Latupeirissa van de middelgrote detacheerder Flex IT, maakt zich weinig zorgen over de toekomst van het bedrijf. "De beursgang staat nog gewoon op de agenda." Er is volgens hem nog meer dan voldoende werk voorhanden. "Je moet het alleen weten te vinden." Het bedrijf sleepte net twee grote opdrachten binnen, waarvan een bij defensie. "Voldoende werk aan de winkel, dus."
Volgens hem komt het er dit jaar op aan de overhead in de gaten te houden en genoegen te nemen met een normale marge. Latupeirissa, onomwonden: "Dat deden wij toch al. Een bijkomend voordeel is dat alle freelancers en overbetaalden weer eens met beide benen op de grond worden gezet en normale salarissen vragen."
"De prijzen staan onder druk, de kleintjes vallen om. Dat is niet zo slecht voor ons." Na de zomer komt de vraag naar diensten echt weer op gang, denkt Latupeirissa. "Wij hebben er het volste vertrouwen in. Als we maar normaal blijven doen."
Individualistisch
Dit jaar komt het saneren tot stilstand en brengen de meeste bedrijven kosten en inkomsten in balans. Dat is de mening van Ron Bijkersma, directeur ‘communications en human resources’ bij Alcatel. "Het wordt een bodemjaar, maar pas tegen het eind ervan zien we wellicht echt enige verbetering."
Heel belangrijk is wat hem betreft de waarde van de aandelen van de ict-bedrijven. "Die moet de aandeelhouders laten zien dat de kosten in lijn zijn met de inkomsten. Is dat nog niet in het vierde kwartaal van 2001 het geval, dan in ieder geval het eerste kwartaal van 2002." 2001, dat was het jaar waarin duidelijk werd dat er werkgelegenheid ging verdwijnen. Slimme bedrijven hebben hun maatregelen in de loop van 2001 getroffen. "Wie pas eind 2001 of begin dit jaar in actie komt, is laat."
Bijkersma herkent de constatering van de vakbonden betreffende het temperen van de salarissengroei. Ook Alcatel kijkt volgens hem kritisch naar salarissen en de aantallen medewerkers.
Veel klanten zijn terughoudend; een van de grootste opdrachtgevers geeft zowat geen cent meer uit, anderen schroeven de uitgaven tot een minimum terug. "De nieuwe technieken op het gebeid van telecom, internet, bandbreedte, zijn niet weg, maar de invoering ervan wordt uitgesteld."
Het betekent niet dat Bijkersma van zijn medewerkers af wil. "Je moet medewerkers met schaarse kennis niet laten vertrekken. Je moet ook zorgen dat het hele spectrum aan ict-expertise in huis is. We moeten beschikken over een minimale kritische massa, zodat we de techniek beheersen die morgen wordt toegepast."
Dit jaar gaan de automatiseerders anders naar hun werkgever kijken, denkt Bijkersma. De ict’er is niet meer bereid voor een paar gulden extra te verhuizen. Hij zal zich afvragen hoe lang het bedrijf bestaat waarvoor ze werken, in plaats van af te gaan op de opties of de lease-auto.
Net als detacheerder Latupeirissa vindt Bijkersma het wel prettig dat de arbeidsmarkt niet meer zo overspannen is. En net als de afnemers kijk hij naar de kwaliteit van de geleverde diensten. Er kwamen teveel facturen voorbij van bedrijven die een half jaar daarvoor niet bestonden. Bij ieder bureau dat ict’ers kon leveren, werden aanvragen uitgezet om maar aan automatiseerders te komen. "Iedereen begon voor zichzelf of met zijn vriendje. De beloning in de branche had al eerder getemperd moeten worden."
Collectieve afspraken maken over salarissen, pensioenen of opleidingen, dat ziet Bijkersma er niet van komen, dit jaar. De maatschappij is veel te individualistisch, denkt hij. "Onze medewerkers willen dat liever zelf regelen. Pensioenfondsen zijn daarnaast allang in staat om flexibel om te gaan met mensen die om de zoveel jaar van baan veranderen."
Of ict ooit een normale beroepsgroep wordt, naast de elektrotechnici en de bouwkundigen, betwijfelt hij. "De ict’ers blijven een aparte groep. De werkgever laat zich echter niet meer gek maken. Die maakt geen uitzonderingen meer, de ict’er kan kiezen uit het pakket dat er ligt."
Normaal beroep?
Bewijzen dat je bedrijf toegevoegde waarde levert, en naar de medewerkers toe geen bijzondere uitzonderingen maken, dat herkent Bert Ferwerda, directeur Human Resources IBM Nederland. Volgens hem neemt dit jaar het aantal bedrijven toe dat serieus investeert in de scholing van de medewerkers. Een lease-auto, een laptop of een gsm, bij IBM krijgt een ict’er die alleen als het voor het werk zinnig is, zegt hij, "en niet standaard. Scholing, dat krijgen ze wel."
Automatiseerder wordt een normaal beroep; net als bij andere sectoren kijken de werknemers wat de arbeidsvoorwaarden zijn, en willen ze, aldus Ferwerda, direct daarna weten welke opleidingsmogelijkheden ze bij een bepaalde werkgever hebben. De grote ict-bedrijven onderscheiden zich met plannen voor persoonlijke ontwikkeling. "Een aantal kleine bureau’s profileert zich met het imago van snelle jongens, de grote bieden gewoon goede onderwijsmogelijkheden."
Het verloop bij de ict-bedrijven zal verder dalen, denkt de IBM-directeur. Bij IBM gaan ze gewoon door met het aannemen van mensen. "Niet meer massaal, maar we blijven jonge automatiseerders van hbo-niveau en hoger zoeken die we kunnen opleiden." Voor ict’ers met zeer specifieke kennis houdt Ferwerda de deur ook open. De poort is ook open voor ex-IBM-talenten die terug willen komen van het bedrijf waar ze anderhalf jaar geleden naar overstapten. "De ervaring bij zo’n start-up heeft hen waarschijnlijk verrijkt. Natuurlijk neem je die mensen terug."
Zo veel verandert er wat hem betreft niet: "2001 was het jaar van de aarzeling. Het was zeker geen rotjaar." Dit jaar trekt de vraag naar ict weer aan, denkt hij, al verwacht Ferwerda de echte toename pas in het derde of vierde kwartaal. "Automatisering speelt een enorm belangrijke rol in bedrijfsprocessen, die processen staan niet stil."
Bernd Taselaar, directeur van Fenit, een van de koepelorganisaties die de branche rijk is, wil over 2002 maar weinig voorspellingen doen. "M’n voornaamste zorg is de belangstelling van de jeugd voor het ict-vak. Die interesse neemt al weer af." Hij vreest dat de sector over een jaar of twee weer met dezelfde problemen zit als een jaar of anderhalf geleden: waar halen de ict-bedrijven hun jonge medewerkers vandaan. Onderwijsinstellingen leveren ze in onvoldoende mate.
Dat de branche een gewone plaats zal innemen tussen de bouwvakkers, installateurs en de elektrotechnici, gelooft Taselaar niet. Wellicht krijgt de branche wat klassieke trekken, maar het blijft een innoverende branche met vooruitstrevende ideeën, zegt hij. "Bedrijven zullen ook dit jaar buiten de gebaande paden moeten om medewerkers te werven en te behouden."
Een ding is wat hem betreft zeker: Dit jaar is het jaar van het herstel voor de branche. Geen dubbele cijfers, wel groei.
Gijs Hillenius Redacteur