Onderaan deze column staat steevast dat ik advocaat ben en de it-belangen en het elektronisch zakendoen van grote multinationals behartig. Als je het laatste deel van die tekst heel letterlijk zou nemen, rust er wel een heel grote last op mijn schouders.
Ik zou dan immers verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen van de it-afdelingen van mijn cliënten. Ook zou je op basis van het onderschrift kunnen vermoeden dat de e-handelinitiatieven van mijn cliënten allemaal aan mijn brein ontsproten zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Ik ben it-advocaat en in die hoedanigheid adviseer ik mijn cliënten uitsluitend over de juridische aspecten van de genoemde onderwerpen. En ik ben niet de enige die dat doet. Er is zelfs (hoe kan het anders?) een vereniging van it-advocaten. Maar wat is dat eigenlijk, een it-advocaat? Of liever: een it-jurist. Er zijn immers heel veel uitstekende juristen die geen advocaat zijn.
Een arbeidsrechtspecialist is iemand die veel weet van het gedeelte van het recht dat zich met arbeidsverhoudingen bezighoudt; een huurrechtspecialist houdt zich bezig met de juridische regels over huur. Je zou kunnen zeggen dat het hier gaat om horizontale specialismen: de desbetreffende jurist weet veel van een bepaald rechtsgebied, ongeacht in welke situatie of branche die regels toepassing vinden. De it-jurist is een ander type specialist: hij bekommert zich om een groot aantal uiteenlopende regels, maar uitsluitend voorzover die toepassing vinden op één welbepaald gebied, namelijk de informatie- en communicatietechnologie. Een verticaal specialisme, dus. In die zin lijkt de it-jurist wel op de bouwrechtadvocaat. Hij (of zij, natuurlijk) moet een generalist zijn ten aanzien van de juridische regels, maar een specialist in de vertaling daarvan naar het specifieke it-domein. Dat veronderstelt dat de it-jurist weet wat er speelt binnen dat domein: hij moet op de hoogte zijn van de branchegebruiken en iets begrijpen van de techniek.
Die laatste eis maakt dat het kiezen van een it-jurist in zekere zin makkelijker is dan het kiezen van wat ik hiervoor horizontale specialisten heb genoemd. Een it-ondernemer zal in een gesprek met een potentiële juridisch adviseur immers zelf wel kunnen vaststellen of die adviseur begrip heeft van de omgeving waarin de ondernemer opereert. Uiteraard moet de it-jurist daarnaast juridisch gewoon heel goed zijn, en dat is weer veel moeilijker vast te stellen. Daarvoor geldt namelijk ten volle wat voor de horizontale specialismen geldt: je huurt een specialist in omdat hij iets weet wat je zelf niet weet, en stel dan maar eens vast of hij dat inderdaad weet. Hierbij zou je kunnen denken aan referenties, lidmaatschappen van specialistenverenigingen met specifieke opleidingseisen, en zelfs aan de adviseurshitlijsten die meer en meer ontstaan.
Maar terug naar het punt van de branchedeskundigheid. Namens alle it-juristen roep ik potentiële cliënten graag op om ons op dat punt het vuur aan de schenen te leggen. Stel die moeilijke vragen maar, en kijk maar of we het antwoord weten. Is dat zelfs bij de eenvoudigere vragen niet het geval, dan hebt u vermoedelijk niet met een echte it-jurist te maken en zou ik rustig verder zoeken. Geeft uw kandidaat-adviseur wél blijk van de vereiste branchedeskundigheid, dan moet u nog vaststellen of het ook juridisch inhoudelijk snor zit. Is dat het geval, dan hebt u uw specialist gevonden.
Voordat u nu denkt dat dit een onbeschaamde aanprijzing van mij en mijn beroepsgenoten is, nog het volgende. Juridisch inhoudelijk is de it-specialist in belangrijke mate generalist: zoals gezegd gaat het vaak om het toepassen van algemene juridische regels op specifieke it-vraagstukken. Zodra een dergelijk it-vraagstuk dagelijkse kost is geworden, kun je je afvragen of een goede ‘gewone’ jurist niet net zo geschikt is om te adviseren of een overeenkomst op te stellen. Een mooi voorbeeld is de softwarelicentieovereenkomst, een paar jaar geleden bij uitstek het domein van it-juristen. Nu er echter (als het goed is) geen onderneming meer is zonder dergelijke overeenkomsten, mag je van iedere bedrijfsjurist verwachten dat hij of zij in staat is om een dergelijke overeenkomst op te stellen, of in ieder geval te beoordelen. Naarmate it inburgert, mag je van de juridische generalist meer verwachten, en heb je dus minder snel een specialist nodig. En dat is winst. Uiteraard blijven de specialisten nodig om nieuwe technologische ontwikkelingen juridisch te duiden en vorm te geven. Maar een welbewuste keuze om een specialist wel of in een voorkomend geval juist niet in te zetten, kan bijdragen aan juridisch verantwoord zakendoen tegen redelijke kosten. Een aantrekkelijk perspectief in economisch mindere tijden. Ook voor de it-jurist, die zo vooral bezig kan zijn met interessante, nieuwe kwesties. Ik verheug me er op.
Joost Linnemann is advocaat bij Kennedy van der Laan in Amsterdam en behartigt de it-belangen en het elektronisch zakendoen van grote multinationals.